Contextuele therapie en hulpverlening Gedrags- en emotionele stoornissen 1 Veerle Soyez 30/04/2003
Achtergrond Grondlegger = Ivan-Boszormenyi-Nagy Bedoeling is om een integratie te maken van de belangrijkste premises van alle stromingen in de psychotherapie, en dit aan te vullen met een aantal constructen die verband houden met de “relationele ethiek” Belangrijkste beïnvloedingen: Psycho-dynamisch denken: Freud, Fairbairn Buber
Afbakening
Begeleiding vs. therapie Start van de hulpverlening Verder verloop van de contacten Aard van de hulp Setting Symbolische vs. realiteitsniveau Communicatiekanalen
Uitgangspunten CONTEXT = de dynamische verbondenheid van de mens met zijn betekenisvolle relaties over verschillende generaties Context = relationele werkelijkheid; elke partner in een relatie heeft zijn eigen relationele werkelijkheid Is geen nieuwe richting in binnen de gezinstherapie; wel een visie
Vier dimensies
Vierde dimensie Steunt op twee belangrijke pijlers: Loyaliteiten Existentiële vs verworven Horizontale vs verticale Loyaliteitsconflicten Verborgen loyaliteit Gespleten loyaliteit Balans van geven en nemen Belang van betrouwbaarheid – geven van gepaste zorg Destructief vs constructief gerechtigde aanspraak Roulerende rekening (Destructieve parentificatie) Zelfafbakening en zelfvalidatie Legaat en delegaat
Loyaliteiten Existentiële loyaliteit: de loyaliteit die bestaat ten aanzien van natuurlijke ouders, ten gevolge van het verkrijgen van het leven Verworven loyaliteit: loyaliteit die gebaseerd is op verdienste: hoe meer geïnvesteerd wordt in een relatie, hoe groter de loyaliteit
Loyaliteiten (2) Loyaliteitsconflict: er moet een keuze gemaakt worden tussen twee loyaliteiten ten aanzien van twee verschillende mensen Verborgen loyaliteit Gespleten loyaliteit: het kind wordt belemmert om zorg te dragen voor en te ontvangen van een ouder, omdat de andere ouder chronisch wantrouwend is tegenover de andere ouder
Balans van geven en nemen Gepaste zorg: bij het geven en nemen moet er steeds rekening gehouden worden met de belangen van de ander èn met de eigen belangen Destructief gerechtigde aanspraak: iemand die onrecht werd aangedaan, niet ontvangt waar hij recht op heeft, niet in staat werd gesteld te ontvangen, te veel gaf zonder daar iets voor terug te krijgen, claimt achteraf toch nog het recht om alsnog die zaken recht te zetten. Wordt meestal geclaimt bij onschuldige derden; persoon “ziet” meestal niet welk onrecht hij anderen aandoet
Balans van geven en nemen (2) Constructief gerechtigde aanspraak: verdienste die men verwerft in een relatie doordat zorg en aandacht is gegeven aan een ander en verantwoordelijkheid in de relatie is nagekomen Roulerende rekening: wanneer de destructief gerechtigde aanspraak omgezet wordt in destructieve actie naar onschuldige derden, waardoor nieuw onrecht veroorzaakt wordt Parentificatie: het natuurlijk vermogen van het kind om te geven. Te veel geven of het niet erkennen van het geve leidt tot destructieve parentificatie
Balans van geven en nemen (3) Zelfafbakening: het adequaat behartigen van de eigen belangen met medenemen van de behartiging van de belangen van de ander. Wordt verkregen in dialoog met de ander Zelfvalidatie: de existentiële waarde van het zelf, die ontstaat wanneer men verdiensten verwerft door in een relatie passend te geven; het is de “vrijheid” die het gevolg van erkenning in de dialoog met anderen
Legaat en delegaat Legaat: het deel van het erfgoed dat men verdienstelijk kan maken voor zichzelf en het nageslacht – de belangen van de toekomstige generatie worden hierbij behartigd Delegaat: het deel van het immateriële erfgoed waarin de ouders (voorouders) hun verwachtingen (vaak ter goeder trouw), aan het kind opleggen. De belangen van het kind worden hiermee onvoldoende behartigd, vaak zelfs beschadigd
De hulpverleningscontext De dynamische driehoek
De contextuele therapie Algemene bedoeling = ombuigen van het leunen van de cliënt op destructief recht naar het zelf verdienen van recht Belangrijke uitgangspunten (attitude) Werken met een therapeutisch contract Meerzijdige partijdigheid Relationeel-ethische grondhouding Oriënteren op hulpbronnen Belang van actie
Het hulpverleningsproces Intake- of taxatiefase Scheppen van een werkzaam klimaat Vormgevingsfase Realisatie- of interventiefase Belangrijke subdoelen: deparentificatie; ontschuldiging; bereiken van zelfafbakening en zelfvalidatie Afrondingsfase (afsluiting) / integratiefase
Contextuele interventies Meerzijdig partijdige opstelling; Verwachting van actie; Erkenning geven; Binnen dit alles speelt de tijdsfactor een grote rol: belang van het moratorium Daarnaast ook rekening houden met het « intrinsieke tribunaal »