15. Internationale factorbewegingen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De wereld wordt kleiner
Advertisements

Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Transport en Infrastructuur
H3 Industralisatie en Ismen.
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
1.3 globalisering verovert de wereld
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945.
Allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt
Havo 3 Paragraaf 4.1 t/m 4.3.
2.3 Groot-Brittannië en India
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
§15 Japan, een oude tijger Dichtbevolkt: 130 miljoen inwoners.
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
Globalisering.
Groot-Brittannië en India en Kenia
Paragraaf 3.3 Indonesië in de wereld.
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Plantagelandbouw.
Invloed maquiladora’s op verschillende schaalniveaus
§3.2 – De huidige migranten
Migratiegeschiedenis
Terugblik op §2.1 De Maquiladoras en de NAFTA:
Terugblik §1.2 -> de deelvraag
Mexico en de VS, een wereld van verschil.
Indonesië.
Arm & Rijk § 2.1 Maquiladoras
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
AFRIKA.
Samenvatting: hoofdstuk 1
Hfst 5: De open economie met overheid
2.1 - Kloof wordt breder Regionale ongelijkheid op wereldschaal:
2.2 Samenwerking van landen
1.2 De grens gaat open Mexico had vroeger een gesloten economie kenmerken: - hoge invoerrechten - quota - importsubstitutie - uitvoer van landbouwproducten.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
HOOFDSTUK 11 GLOBALISERING.
2 havo/vwo H3 steden, §2 1.
DE OVERGANG ONDERWIJS-ARBEIDSMARKT Rationeel of emotioneel ?
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Internationale migraties
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
50 jaar immigratie De historische wortels van de Turkse en Marokkaanse aanwezigheid in België Dr. Jozefien De Bock, curator project migratie STAM – Stadsmuseum.
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
EU Uitbreiding Emeriti Forum Reflecties op presentatie van Minister Dehaene.
2 th 1 Ontwikkeling § 6-7.
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
2 vwo Ontwikkeling, arm en rijk par 7- 8
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par Drie aanwijzingen: koopkracht is hoog dienstenmaatschappij scoort hoog op welzijnsindex Nederland is.
Titel wereld moet weg. 1 havo/vwo 1 Bevolking § 2-4.
1 VWO Hoofdstuk 1 Bevolking § 2 - 4
ARBEIDSMARKT in de Vlaams-Nederlandse Delta Van knelpunt naar slimme kracht.
Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 – les 3.
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
1 Persconferentie - 28/06/2006 Lessen uit de internationalisering van de technologische industrie Klein binnenland heeft veel buitenland nodig.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
24/06/ Vlaamse technologiebedrijven met buitenlandse filialen groeien sneller.
VAN SCHOOL NAAR WERK(LOOS)? SADANOPDRACHT Isa Fars 1BATP Klas: B3.
Hoofdstuk 3 Globalisering van de economie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Paragraaf 13.6 Globalisering.
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
Hoofdstuk 3 Bronnen van energie: Brazilië
A In welke opzichten is LA een creatieve stad ?
MNO’s = TNO’s = transnationale ondernemingen Productiebedrijven
MIGRATIES Internationale migraties, niet meer weg te denken in de ontwikkelingen van de XXIe eeuw Piet Janssen.
Voordelen globalisering voor bevolking:
A H1 Samenhang & verscheidenheid P4 Globalisering & migratie
1 vmbo-T/havo 1 bevolking, §2 en 3
MIGRATIES Internationale migraties, niet meer weg te denken in de ontwikkelingen van de XXIe eeuw Piet Janssen.
1.1 Globalisering: one world?
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

15. Internationale factorbewegingen = stromen v productiefactoren (kapitaal en arbeid, of dus mensen) over de grenzen v landen heen (<-> hs 14: stromen v goederen)

1. Directe buitenlandse investeringen 1.1 Betekenis en belang = investeringen v ondernemingen in andere landen, door inplanten v dochterondernemingen of door participeren in bestaande bedrijven multinationale ondernemingen of mno’s of multinationals = groepsformaties bestaande uit moederonderneming in vaderland en filialen of vestigingen of dochterondernemingen (zijn zusterondernemingen v elkaar) in meerdere gastlanden troeven op vlak v: kapitaal, technologie, knowhow, kennis v markten, managementtechnieken, … + verschaffen werk + ‘betalen goed’ => bijna overal welkom ± 100 000 mno’s wereldwijd: 1/3 v wereldhandel + 80 miljoen jobs

zie tabel onder 1.1 in hb en grafiek hieronder: investeringen nemen overal toe aandeel Westen ↓ ten voordele v groeilanden Vlaanderen: - mno’s leveren helft v werkgelegenheid in industrie - impact v sluitingen v filialen is groot bv. Renault Vilvoorde (1997) – Opel Antwerpen (2010) – Ford Genk (2014) (bron: http://unctadstat.unctad.org/en)

1.2 Verklaringen voor het ontstaan en de expansie van mno’s reden voor expansie: schaalvoordelen! = lagere gemiddelde kost door grotere productie (geldt niet onbeperkt) reden om naar buitenland te trekken: optimale vestigingsplaats zoeken = daar waar kosten zo laag mogelijk en winsten zo hoog mogelijk zijn

Eigenschappen die mno’s kunnen aantrekken: aanwezigheid v: grondstoffen bv. diamantontginning in Zuid-Afrika goedkope arbeidskrachten bv. massaproductie textiel in China gekwalificeerde arbeidskrachten bv. R&D voor farmacie in België bv. programmeurs in India infrastructuur bv. petrochemie in haven v Antwerpen gunstige politieke en sociale situatie tegenvoorbeeld: wie durft nu investeren in Oost-Congo, Syrië of Zimbabwe? nabijheid lokale markt bv. Brussel ligt centraal voor wie de Europese markt wil bereiken vestigingsvoordelen bv. notionele interestaftrek haalt investeringen naar België

1.3 Voor- en nadelen van mno’s – + Overheid weinig vat op Gastlanden blijven afhankelijk Vaak weinig directe tewerkstelling + verdringen (authenticiteit v.) lokale bedrijven Maken misbruik v. slechte lokale arbeidsvoorwaarden Bedrijfssluitingen pijnlijk voor lokale betrokkenen Wetgeving evolueert mee Invoer van kennis en technologie Vaak veel indirecte tewerkstelling + tillen lokale economie naar hoger niveau Arbeidsvoorwaarden meestal beter dan bij lokale bedrijven Sluitingen van eigen bedrijven even pijnlijk

2. Internationale migraties 2.1 Betekenis en belang zie cijfers tabel onder 2.1 – betreft legale migratie 2015: ± 245 miljoen migranten wereldwijd = ± 3% v wereldbevolking in 1960 en 1980: ook ± 3% - eind 19e eeuw: méér! wel verschuiving: nu relatief meer migranten i/d hoge-inkomenslanden (in 2013, en ook nog in 2015: bijna 60% v/d migranten wereldwijd – in de EU: ruim 20%, die 10% v/d bevolking uitmaken) in Europa nu meer migranten uit Afrika en Azië (Klik hier voor het rapport van 2015)

Instroom per land, per miljoen inwoners:

2.2 Economische VERKLARINGEN vr internationale migraties pushfactoren: ‘duwen’ migranten ‘weg’ uit hun land repressie / oorlog armoede / werkloosheid al elders familie hebben wonen pullfactoren: ‘trekken’ migranten ‘aan’ in gastlanden economisch: hogere lonen / meer werk / meer loopbaankansen / sociale zekerheid migratie- en asielbeleid netwerk: al gemeenschap v. migranten aanwezig taal en historische banden bv. Indiërs in VK geografische nabijheid bv. Mexicanen in VS

2.3 Economische GEVOLGEN v internationale migraties kunnen welvaart op wereldvlak doen toenemen VERDELING v die welvaartstoename: arbeidsmigranten verdienen zelf meer sturen vaak geld naar familie in land v herkomst (= geldtransfer) bronlanden (land v herkomst) geldtransfers in 2014 geschat op ruim 580 miljard dollar per jaar = 4x officiële ontwikkelingshulp; 3/4 gaat nr ontwikkelingslanden: vaak belangrijkste bron v deviezen (= vreemde valuta’s - zie hs 16) geldtransfers kunnen tot hogere prijzen leiden in land v herkomst (huizen, gronden, voeding, …)

brain exchange: migranten worden elders opgeleid, gevormd, doen knowhow op => komt later ten goede a/h thuisland  +- het geval voor Azië en Zuid-Amerika bv. Indiase computerprogrammeurs braindrain of hersenvlucht: verlies aan – vooral hooggeschoolde – arbeidskrachten i/h thuisland, zoals ingenieurs, dokters, managers, … => nadelig voor economische ontwikkeling v thuisland  +- het geval voor Afrika en Midden-Amerika gastlanden ernstige herverdelingsproblemen mogelijk: indien immigranten vnl. laaggeschoold zijn => i.g.v. flexibele arbeidsmarkt (bv. VS): inkomens laaggeschoolden ↓ (aanbodcurve nr. rechts) en inkomens kapitaalbezitters ↑ (minder kosten) i.g.v. meer gereguleerde arbeidsmarkt, met redelijke minimumlonen (bv. België): werkloosheid ↑ volgens VN effecten globaal licht voordelig (vooral indien ook selectieve arbeidsmigratie: migratie organiseren voor knelpuntberoepen)  kosten (sociale zekerheid) gecompenseerd door baten (bijdragen aan belastingen en sociale zekerheid) VS: bv. lonen voor ongeschoolde arbeid in New Mexico en naburige staten sterk gedaald door aanzienlijke immigratie van Mexicanen (aanbodcurve ongeschoolde arbeid verschuift naar rechts) Selectieve arbeidsmigratie in bv. Australië, Nieuw-Zeeland en Canada