Presentatie NL-Alert voor veiligheidsregio’s Algemene introductie November 2018
Inleiding Deze presentatie is voor intern gebruik door veiligheidsregio’s en geeft algemene informatie over NL-Alert en het gebruik hiervan bij rampen en crises. Daarnaast is er een presentatie over het werken met de NL-Alert applicatie op de meldkamer. In de besloten online toolkit, op http://www.crisis.nl/nl-alert-toolkit, zijn daarnaast de volgende producten te vinden: Communicatietoolkit Inzet- en Beleidskader NL-Alert Richtlijnen voor gebruikers Gebruikershandleiding NL-Alert applicatie Procesbeschrijving accountbeheer Online trainingsomgeving Deze middelen samen vormen de informatie die veiligheidsregio’s kunnen gebruiken voor het opleiden, trainen, oefenen en inzetten van NL-Alert.
Inhoudsopgave Wat is NL-Alert? Hoe werkt NL-Alert? NL-Alert controleberichten Inzet- en beleidskader Wanneer wordt NL-Alert ingezet? Met NL-Alert alarmeren NL-Alert in de crisisorganisatie Opstellen NL-Alert bericht Lengte bericht en taalgebruik Bepalen van het uitzendgebied
Wat is NL-Alert? (1/2) NL-Alert is een alarmmiddel via de mobiele telefoon en andere kanalen. NL-Alert dat wordt ingezet om bij een (dreigende) ramp of crisis (artikel 1 wet Veiligheidsregio’s) om burgers te alarmeren en een handelingsperspectief te bieden. NL-Alert alarmeert en informeert de bevolking: Met NL-Alert kan de overheid mensen heel gericht alarmeren en informeren tijdens een ramp in hun omgeving. Er kan een situatieafhankelijk handelingsperspectief worden meegegeven. De overheid zendt een tekstbericht uit naar mobiele telefoons en andere kanalen in de directe omgeving van een noodsituatie.
Wat is NL-Alert? (2/2) Om een NL-Alert via een mobiele telefoon te kunnen ontvangen moet de telefoon zijn ingesteld. Steeds meer mobiele telefoons zijn automatisch ingesteld voor NL-Alert. De NL-Alert instelhulp, via www.nl-alert.nl, geeft aan of mensen hun mobiele telefoon kunnen instellen.
Hoe werkt NL-Alert? NL-Alert werkt met een techniek genaamd cell broadcast. Dit is een techniek om tekstberichten uit te zenden naar mobiele telefoons via de zendmasten van alle providers. Alle ingestelde telefoons die verbonden zijn met een zendmast die bereik heeft in het uitzendgebied ontvangen het bericht. De werking hiervan is vergelijkbaar met een radiosignaal. Hierdoor kan NL-Alert ook worden ontvangen als het netwerk overbelast is. NL-Alert werkt dus niet via SMS-berichten. Cell broadcast is gratis en anoniem. Naam en telefoonnummer zijn niet nodig en blijven dus onbekend. Alle providers in Nederland ondersteunen NL-Alert cell broadcast via alle netwerken (2G, 3G en 4G).
Hoe werkt NL-Alert? Naast cell broadcast werkt NL-Alert ook met andere kanalen. Via deze kanalen worden bepaalde doelgroepen bereikt die minder goed bereikbaar zijn via de mobiele telefoon of via cell broadcast. Een ander kanaal is het tonen van NL-Alert berichten op schermen voor reizigerinformatie bij haltes van bus, tram en metro. In 2019 worden de volgende nieuwe kanalen geïntroduceerd: NL-Alert berichten als pushnotificaties bij apps regionale publieke omroepen. NL-Alert berichten als spraakberichten via de vaste telefoon. NL-Alert berichten op digitale buitenreclame. App voor mensen met een beperking. De app beschikt over met functionaliteiten waarmee deze mensen, waaronder blinden/slechtzienden en doven/slechthorenden, het NL-Alert bericht beter kunnen begrijpen.
NL-Alert controleberichten Tweemaal per jaar wordt in heel Nederland een controlebericht uitgezonden. Aan de hand van het controlebericht kunnen mensen nagaan of hun telefoon juist is ingesteld om een NL-Alert te ontvangen. Als het controlebericht wordt ontvangen, is de mobiele telefoon juist ingesteld voor NL-Alert.
Inzet- en Beleidskader Het NL-Alert Inzet- en beleidskader is opgesteld door de Minister van Justitie en Veiligheid en het Veiligheidsberaad. Het Inzet- en beleidskader dient ervoor om op hoofdlijnen aan te geven wanneer, in welke situaties en door wie NL-Alert kan worden ingezet. Het bevoegd gezag moet bij het gebruik van NL-Alert vrijheid hebben om goed in te spelen op de specifieke situatie. Het beleidskader bevat onder andere afspraken over: De inzet van NL-Alert Mandatering Bovenregionale en nationale inzet De berichtelementen Bepalen verzendgebied Verschillende incidenttypen waarvoor NL-Alert kan worden ingezet + berichtelementen.
Wanneer wordt NL-Alert ingezet? Uit het Inzet- en Beleidskader: NL-Alert wordt ingezet bij incidenten, rampen en crises op het moment dat die zich voordoen of in de direct daaraan voorafgaande fase van acute dreiging, als incidenten: • Acuut handelen van burgers vergen; of • Een fysieke bedreiging vormen; of • Voor grote maatschappelijke onrust/ontwrichting zorgen. Hierbij is het van belang dat mensen een NL-Alert bericht ervaren als urgent, daar onmiddellijk kennis van nemen en ernaar handelen. Het is wenselijk om een NL-Alert bericht in het eerste uur van een incident, ramp of crisis te verzenden.
Met NL-Alert alarmeren Er is een verschil tussen het alarmeren en het informeren van de bevolking. NL-Alert is een alarmmiddel en moet, als de situatie daarom vraagt, zo snel mogelijk worden ingezet. De inzet van NL-Alert ligt dan ook zo dicht mogelijk op een ramp of crisis: het gouden uur. Middelen als een website, publieksinformatienummer of persconferentie volgen meestal pas enige tijd na het daadwerkelijke plaatsvinden van de ramp of crisis. Alarmeren van de bevolking (bron- en effectbestrijding) - Is gericht op het teweeg brengen van een gedragsverandering om (im)materiële schade zoveel mogelijk te beperken. - Is gericht op personen die (mogelijk) direct bedreigd worden. - Is communicatie over hier en nu. Informeren (bevolkingszorg): is gericht op bevolking die bedreigd wordt of zich bedreigd voelt, maar (nog) niet direct geraakt wordt.
NL-Alert in de crisisorganisatie (1/4) Burgemeesters, crisisadviseurs, communicatiespecialisten en andere (regionale) betrokkenen zijn samen verantwoordelijk voor de juiste inzet van NL-Alert. Daarom is het belangrijk dat u de afspraken kent over: De verschillende taken en verantwoordelijkheden De mandatering van beslissingsbevoegdheden De inzet bij regio-overschrijdende calamiteiten. Besluiten om NL-Alert in te zetten Opstellen van een bericht en het bepalen van een uitzendgebied Uitvoeren van het uitzenden van een NL-Alert.
NL-Alert in de crisisorganisatie (2/4) Mandatering Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor de inzet van NL-Alert. Deze bevoegdheid kan binnen de grenzen van de wet- en regelgeving worden gemandateerd. Het is wenselijk om NL-Alert in het eerste uur van een incident, ramp of crisis in te zetten. Daarom is het verstandig om deze bevoegdheid zo te mandateren dat NL-Alert in het gouden uur kan worden ingezet. Aangezien elke veiligheidsregio zelfstandig georganiseerd is, zal ook de procedure voor de inzet van NL-Alert per veiligheidsregio verschillend ingericht zijn.
NL-Alert in de crisisorganisatie (3/4) Omdat NL-Alert zowel gebruikt wordt voor het waarschuwen als voor het informeren van burgers, is het wenselijk dat er lokale/regionale voorlichters en andere actoren worden betrokken bij het opstellen van het bericht. Zo kan ook de inhoudelijke aansluiting bij overige crisiscommunicatiemiddelen worden geborgd. Het Inzet- en beleidskader bevat een concept mandaatbesluit dat kan worden gebruikt voor de mandatering.
NL-Alert in de crisisorganisatie (4/4) Bovenregionale inzet Als een incident, ramp of crisis een bovenregionaal karakter heeft, moeten de betrokken regio’s onderling de inzet van NL-Alert onderling afstemmen. Wanneer de effecten van een incident de grens van de veiligheidsregio waarin het incident plaatsvindt overschrijden, heeft de bronregio waar de ramp of crisis plaatsvindt in principe de coördinatie over de aanpak van het incident, en daarmee ook over de inzet van NL-Alert. De bronregio dient de inzet van NL-Alert en de inhoud daarvan in dat geval af te stemmen met de betreffende grensregio’s. Bij grensoverschrijdende crises is het van belang dat de grensregio’s hierover afspraken maken met hun partners in België en Duitsland.
Opstellen NL-Alert bericht (1/2) Een NL-Alert bevat minimaal de volgende elementen: NL-Alert [automatisch] Datum en tijd [automatisch] Risico wat is er gebeurd/wat is hiervan het gevaar Locatie wat is de geografische (bron)locatie wat is het effectgebied Handelingsperspectief Wat moeten mensen doen/laten Optioneel: Informatie Waar vinden mensen meer informatie In het Inzet- en beleidskader is een aantal incidenttypen uitgewerkt benoemd waarbij NL-Alert gebruikt kan worden. Deze elementen staan tevens in de NL-Alert applicatie en kunnen worden gebruikt als hulpmiddel om snel een (eerste) NL-Alert uit te zenden.
Opstellen NL-Alert bericht (2/2) Voorbeeldberichten (fictief) • NL-Alert dd-mm-jj uu:mm: Giftige rookwolk brand bedrijf Chemsel, gemeente Ymeren. Blijf binnen, sluit deuren en ramen. Schakel in op calamiteitenzender (155 karakters). • NL-Alert dd-mm-jj uu:mm: Acuut overstromingsgevaar door dijkdoorbraak zuidelijke punt Woltersum. Verlaat NU Woltersum en omliggend gebied. Opvang sporthal Ten Boer (165 karakters). Zie ook de Factsheet NL-Alert: Voorbeelden van NL-Alert berichten.
Lengte bericht en taalgebruik Richtlijn voor lengte van een NL-Alert • Kort en bondig (telegramstijl) • Bij voorkeur maximaal 164 karakters: 138 voor de inhoud van het bericht + 26 voor afzender, datum en tijd. Taalgebruik • Vermijd lange woorden en zinnen • Gebruik interpunctie en spaties • Laat lidwoorden weg Als er bij een incident meerdere berichten worden uitgezonden, kan het gebeuren dat mensen ondertussen het gebied betreden. Daarom is het belangrijk dat ieder bericht zelfstandig leesbaar is.
Bepalen van het uitzendgebied Hoe bepaal je de omvang van een NL-Alert uitzendgebied? 1. bepaal plaats van incident 2. bepaal (verwacht) effectgebied van incident 3. selecteer (verwacht) effectgebied van incident als uitzendgebied. Het geselecteerde uitzendgebied is het gebied waar een NL-Alert ten minste wordt uitgezonden. Het kan voorkomen dat mensen die zich buiten het geselecteerde uitzendgebied bevinden, toch een NL-Alert ontvangen. Voor het uitzenden van een NL-Alert worden alle zendmasten geselecteerd die (deels) dekking bieden in het geselecteerde uitzendgebied. Daardoor kan het gebeuren dat mensen buiten het uitzendgebied een NL-Alert ontvangen. Zie ook de Factsheet NL-Alert: Richtlijn gebiedsselectie.