Leesproblemen en dyslexie bestrijden met middelen uit de 21ste eeuw Aryan van der Leij 2016 (bewerkt door José Bruining 13-05-2018) Results of the first school year are presented for the kindergarten and first grade children at risk for reading problems cohort that started with the programme, respectively at a half year before first grade and at the beginning of formal reading instruction.
Inhoud presentatie 1. Enkele feiten 2. Risicofactoren 3. Opbouw onderwijs: jaarklassensysteem 4. Continuüm van zorg 5. Preventieve aanpak 6. Digitale oefenprogramma’s
- 50.000 laaggeletterden, elk jaar Enkele feiten Laaggeletterdheid: - Ongeveer een kwart van de leerlingen verlaat de basisschool met een leesachterstand van twee of meer jaar (Inspectie, 2007; Schijf, 2009) - 50.000 laaggeletterden, elk jaar - 14 % 15-jarigen functioneel analfabeet (Vernooy, 2016) → de achterstand is opgelopen tot meer dan drie jaar Results of the first school year are presented for the kindergarten and first grade children at risk for reading problems cohort that started with the programme, respectively at a half year before first grade and at the beginning of formal reading instruction.
●7 % (13.000) jaarlijks aangemeld buitenschoolse zorg Enkele feiten Dyslexie: 7 tot 12 jaar: ●7 % (13.000) jaarlijks aangemeld buitenschoolse zorg ● 6.5 % (12.000) diagnose ‘ernstige enkelvoudige dyslexie’ ● 5.5 % (10.500) in behandeling (1.500 wachtlijst) VO-leerlingen bij eindexamen: totaal 12 % met dyslexieverklaring ● 15 % vmbo ● 10 % havo ● 4-6 % vwo Results of the first school year are presented for the kindergarten and first grade children at risk for reading problems cohort that started with the programme, respectively at a half year before first grade and at the beginning of formal reading instruction.
Laaggeletterden extreem kwetsbaar voor: ● onderbenutting van talent Enkele feiten Laaggeletterden extreem kwetsbaar voor: ● onderbenutting van talent ● demotivatie ● schooluitval ● werkloosheid ● criminaliteit ● psycho-sociale en medische problemen kortom: ‘kansloosheid’ Results of the first school year are presented for the kindergarten and first grade children at risk for reading problems cohort that started with the programme, respectively at a half year before first grade and at the beginning of formal reading instruction.
Inhoud presentatie 1. Enkele feiten 2. Risicofactoren 3. Opbouw onderwijs: jaarklassensysteem 4. Continuüm van zorg 5. Preventieve aanpak 6. Digitale oefenprogramma’s
Algemene risicofactoren: - lage sociaal-economische achtergrond - thuisomgeving met weinig geletterdheidscultuur - zwakke taalvaardigheid (o.a. woordenschat), - vaak in combinatie met motivatie- en taakoriëntatieproblemen - zwakke letterkennis en klankbewustzijn door gebrek aan mogelijkheid om die op te pikken Results of the first school year are presented for the kindergarten and first grade children at risk for reading problems cohort that started with the programme, respectively at a half year before first grade and at the beginning of formal reading instruction.
Specifieke risicofactoren: - dyslexie in de familie - zwakke letterkennis en klankbewustzijn ondanks mogelijkheid om die op te pikken Results of the first school year are presented for the kindergarten and first grade children at risk for reading problems cohort that started with the programme, respectively at a half year before first grade and at the beginning of formal reading instruction.
Inhoud presentatie 1. Enkele feiten 2. Risicofactoren 3. Opbouw onderwijs: jaarklassensysteem 4. Continuüm van zorg 5. Preventieve aanpak 6. Digitale oefenprogramma’s
Na een paar jaar van informeel, kindvolgend onderwijs volgt het leerstof-jaarklassensysteem - ieder jaar krijgt kind les - les = de leerstof van dat jaar Aannames: leerlingen beginnen het schooljaar op gelijk niveau hebben behoefte aan dezelfde methodiek bereiken in een jaar hetzelfde doel
Na een paar jaar van informeel, kindvolgend onderwijs volgt het leerstof-jaarklassensysteem Alle drie onjuist want: I. Niveau overgang groep 2 naar 3: - ± 25% leerlingen kent nog maar 5 letters of minder - ± 25% leerlingen kent >20 II. Methodiek Grote verschillen in pedagogisch-didactische behoeften, vooral aan herhaling + feedback III. Hetzelfde doel Eind schooljaar verschillen nog groter dan aan het begin
Ad III. Welke verschillen zijn er in leesontwikkeling? XX C: 26-50 % D: laagste 11-25 % E: laagste 10 % (overgenomen uit Van der Leij (2016), Dit is dyslexie, p. 55)
Conclusie (1) Vanaf 1969 kleinere klassen + langere leerplicht, maar verder leerstofjaarklassensysteem nauwelijks anders: veel externe differentiatie achteraf (zittenblijven, verwijzing speciaal onderwijs, doorverwijzing naar lagere vormen van voortgezet onderwijs) eerst falen, dan actie nog steeds veel laaggeletterdheid en toenemende dyslexie Het lukt dus nog steeds niet.
Conclusie (2) - Grote verschillen tussen en binnen scholen Niet achtergrond leerlingen maar kwaliteit van lesgeven door de leerkracht bepalend. (Inspectie, 2007) (achtergrond = opleidingsniveau van de ouders, etnische achtergrond, thuistaal) 30 % van de leerlingen leert in groep 3 niet goed lezen (Vernooy, 2016)
Inhoud presentatie 1. Enkele feiten 2. Risicofactoren 3. Opbouw onderwijs: jaarklassensysteem 4. Continuüm van zorg 5. Preventieve aanpak 6. Digitale oefenprogramma’s
Continuüm van zorg: nu Niveau 1: reguliere instructie en oefening binnen de klas Niveau 2: hulp binnen de klas aan de zwakste lezers Niveau 3: hulp buiten de klas aan leerlingen die onvoldoende profiteren Niveau 4: hulp of maatregelen binnen of buiten de school voor leerlingen met een dyslexieverklaring 1-2: interne differentiatie, 3-4 externe diff.
Continuüm van zorg: verbetering Niveau 3a: preventieve hulp buiten de klas aan leerlingen die risico lopen Niveau 1: reguliere instructie en oefening binnen de klas Niveau 2: hulp binnen de klas aan de zwakste lezen Niveau 3b: hulp buiten de klas aan leerlingen die onvoldoende profiteren Niveau 4: …
Bestrijding laaggeletterdheid en leesproblemen/dyslexie: Preventieve aanpak Bestrijding laaggeletterdheid en leesproblemen/dyslexie: 1. zo vroeg mogelijk onderkennen 2. zo vroeg mogelijk beginnen met individueel maatwerk 3. hulp volhouden tot fase automatisering 4. de voordelen van digitalisering benutten (Al Otaiba e.a., 2009, 2014; Partanen & Siegel, 2014; Scanlon e.a., 2005; Vellutino e.a., 1996; Regtvoort e.a., 2013; Zijlstra, 2015)
Preventie begint met vroegtijdig signaleren Signaleringslijst voor kleuters (Smits, 2002), risico’s: - opgroeien in een beperkt geletterde thuisomgeving - onvoldoende beheersing van het Nederlands - lees- en spellingsproblemen in de familie - een vertraagde spraak- en/of taalontwikkeling
Preventie begint met vroegtijdig signaleren Screeningsinstrument beginnende geletterdheid (CITO) - klankbewustzijn - receptieve letterkennis - productieve letterkennis toetsmomenten: - oktober/november groep 2 - maart/april groep 2 - (halverwege/eind groep 3)
Preventie begint met vroegtijdig signaleren Ouders verzuchten vaak: 'Die kleine kinderen moeten al zó vaak toetsen maken, laat ze lekker spelen!' Eens of oneens?
Inhoud presentatie 1. Enkele feiten 2. Risicofactoren 3. Opbouw onderwijs: jaarklassensysteem 4. Continuüm van zorg 5. Preventieve aanpak 6. Digitale oefenprogramma’s
Voorbeeld van feedback in het programma Letters in Beweging Marco moet het woordje kiezen dat met dezelfde klank begint als zijn naam. - 1e x fout (klikt op beer): nog een keer proberen - 2e x fout: suggestie (“luister goed, hoe begint jouw naam?”) - 3e x fout: cursus wijst naar ‘muis’, uitleg (“in dat woord hoor je de /m/ van ‘Marco/”).
Voorbeelden van het programma Bouw!
Gebruik in de praktijk - Kernprobleem dyslexie (lezen op woordniveau) aangepakt. - Geschikt voor thuisonderwijs, ouderparticipatie op school + inzet non-professionals, bv. vrijwilligers, oudere leerlingen of klassenassistenten. - Dus ook voor continu gebruik (vakanties), zo wegzakken stof voorkomen. - Ontwikkeld als voorloper leesmethode (groep 2) + aanvulling op leesmethode (groep 3 en 4). Ook als zelfstandige leesmethode thuis + op school te gebruiken. - Grote kostenbesparing. (zie ook Van der Leij (2016), Dit is dyslexie, hst. 12)
Dyslexie is wat er overblijft nadat laaggeletterdheid is bestreden. Conclusie: Leesproblemen en dyslexie bestrijden met middelen uit de 21ste eeuw: hoe? Moderniseer de aanpak op school door het leerstofjaarklassensysteem aan te vullen - Preventie i.p.v. brandjes blussen. - Met het omarmen van de principes om dyslexie te bestrijden, wordt tegelijk de strijd tegen laaggeletterdheid zo vroeg mogelijk ingezet. Dyslexie is wat er overblijft nadat laaggeletterdheid is bestreden.
Inhoud presentatie 1. Enkele feiten 2. Risicofactoren 3. Opbouw onderwijs: jaarklassensysteem 4. Continuüm van zorg 5. Preventieve aanpak 6. Digitale oefenprogramma’s