Geld en Welvaart Exameneenheid Consumptie Hoofdstuk 1 Geld en Welvaart Exameneenheid Consumptie
Par. 1.1 A Inkomensvormen Inkomensverschillen: Inkomen uit arbeid: loon/salaris Inkomen uit bezit: rente en huur Overdrachtsinkomen: (geen tegenprestatie) zakgeld, huursubsidie kinderbijslag Inkomensverschillen: Opleiding Leeftijd Ervaring Functie Onaangenaam/zwaar werk NDJ/hfst. 1 mavo 3
Par. 1.1 B Rekenen: (rekenboek blz. 7-12-13-20-21) Een jaar heeft: 12 maanden, 52 weken, 4 kwartalen Omrekenen: maand week: maandbedrag x 12 : 52 dus niet : 4!! week maand: weekbedrag x 52 : 12 dus niet x 4!! Bij rente berekening de volgende formule gebruiken (blz. 12 boek) percentage x bedrag= rente 100 NDJ/hfst. 1 mavo 3
Par. 1.1 C Voorbeeld 1: Spaarbedrag € 900, -. Rente 4%. Bereken het rentebedrag. 4 x € 900,- = 100 Voorbeeld 2: Spaarbedrag € 700, -. Rente 4,2% Bereken het rentebedrag 4,2 x € 700,- = 100 € 36,- € 29,40 - NDJ/hfst. 1 mavo 3
Par. 1.2 A Is iets belangrijk dan prioriteiten stellen. Basisbehoeften/primaire behoeften Luxe behoeften/secundaire behoeften NDJ/hfst. 1 mavo 3
Par. 1.2 B Rekenen: (rekenboek blz. 22-23) Percentage = Wat x 100 waarvan of Percentage = deel x 100 geheel Voorbeeld : Bruto loon € 2.400, - Netto loon € 1.800, - Hoeveel procent bedraagt het nettoloon van het bruto loon? 1.800 x 100 = 2.400 75 NDJ/hfst. 1 mavo 3
Par. 1.3 Rekenen: (rekenboek blz. 28-30-31) Begroting: overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven. Gezinsuitgaven: - dagelijkse uitgaven (persoonlijke verzorging, benzine, uitgaan behoren hier ook toe) - vaste lasten (komen regelmatig terug, contract afgesloten) - incidentele uitgaven (grote uitgaven - sparen) Reserveren: geld opzij zetten (sparen) om later grote of onverwachte uitgaven te kunnen doen. Bedrag dat je nodig hebt = reservering tijd Rekenen: (rekenboek blz. 28-30-31) NDJ/hfst. 1 mavo 3
Par. 1.4 Koopkracht: de hoeveelheid goederen en diensten die je van je inkomen kunt kopen. Is afhankelijk van: je inkomen en de prijzen van de goederen en diensten die je koopt. Koopkracht stijgt → welvaart stijgt. Welvaart de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien. Welvaart stijgt niet alleen door koopkracht maar ook door zelfvoorziening. NDJ/hfst. 1 mavo 3