Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 KGT Lesweek 3 Mens en Maatschappij Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 KGT Lesweek 3 Blz. 92 in het handboek.
Wat ga ik vandaag leren : Ik weet wat een recht en een plicht is en kan een voorbeeld van mijzelf opnoemen. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een strafbaar feit en een misdaad. Ik heb kennis gemaakt met het rechtssysteem in Nederland en kan hier iets over vertellen. Ik weet wat TBS is en kan uitleggen wat dit met het rechtssysteem in Nederland te maken heeft. Je leert de volgende begrippen: rechten, burgers, gedogen, officier van justitie, plichten , strafbaar feit, misdaad, dader en misdadiger en kan deze ook in eigen woorden uitleggen. Cursus 3.1 Opgaven: 1 t/m 7, 9, 10, 12 Klaar? Herhaling : 8, 11, Uitdaging : 13 Leren voor de toets of maken Test Jezelf: blz. 82
Rechten en Plichten Weten wat je wel en niet mag: rechten en plichten 1950 - Nu Rechten en Plichten Weten wat je wel en niet mag: rechten en plichten Rechten = wat je mag, Plichten = wat je moet. Volgens de wet. Iedereen in Nederland moet zijn rechten en plichten kennen. Waarom is dat belangrijk? Per land zijn er andere rechten en plichten. Inwoners in een land met rechten en plichten noemen we burgers.
Rechten en Plichten Rechten Plichten Je mag pauze houden. 1950 - Nu Rechten en Plichten Rechten Plichten Je mag pauze houden. Op tijd op school komen. Je mag zelf kiezen wat voor kleding je naar school aandoet. Je moet je boeken in de les bij je hebben. Je mag je mening geven. Je moet je aan de verkeersregels houden.
Misdrijf of Misdadiger 1950 - Nu Misdrijf of Misdadiger Als je de wet overtreedt ben je een dader. Je pleegt dan een strafbaar feit. Een ernstige overtreding noem je een misdaad of misdrijf. De dader wordt dan een misdadiger In Nederland worden strafbaar feiten soms door de vingers gezien. Dit noemen we gedogen.
Misdrijf of Misdadiger 1950 - Nu Misdrijf of Misdadiger Dader Plichten Je mag pauze houden. Op tijd op school komen. Je mag zelf kiezen wat voor kleding je naar school aandoet. Je moet je boeken in de les bij je hebben. Je mag je mening geven. Je moet je aan de verkeersregels houden.
1950 - Nu Gedogen Gedogen is als je iets toestaat wat eigenlijk(wettelijk) niet mag.
Misdrijf of Misdadiger 1950 - Nu Misdrijf of Misdadiger Als het niet zeker is of iemand een strafbaar feit gepleegd heeft, is diegene een verdachte. De rechter bepaald vervolgens of iemand schuldig of onschuldig is. Dit gebeurt in de rechtbank. De verdachte heeft een advocaat om zijn onschuld te bewijzen. De officier van justitie probeert juist te bewijzen dat de verdachte schuldig is.
1950 - Nu Rechtbank Civiel en burgerlijk recht is als je als burger het ergens niet mee eens bent dan kan je een rechtszaak beginnen. Er wordt dan recht gesproken over het onderwerp. Is de dader geestelijk ziek dan kan hij opgesloten worden in een psychiatrische inrichting. Deze vorm wordt TBS genoemd (terbeschikkingstelling) Ben je het niet eens met en uitspraak dan kan je in hoger beroep gaan. Dan komt de rechtszaak voor bij een hogere rechtbank.
1950 - Nu Samengevat Rechten Plichten Je mag iets. Je moet iets. Verdachte Dader/Misdadiger Je bent nog niet schuldig aan een misdrijf. Je bent schuldig aan een misdrijf. Strafbaar feit Misdrijf/Misdaad Je hebt de wet overtreden. Je hebt de wet ernstig overtreden. Civiel en burgerlijk recht is als je als burger het ergens niet mee eens bent dan kan je een rechtszaak beginnen. Er wordt dan recht gesproken over het onderwerp. Ik weet hoe een rechtbank ongeveer werkt, welke rollen er zijn in een rechtbank en wat TBS is.