Quiz
A. Slagen tussen de schouderbladen / controleren of het slachtoffer effectief hoest / buikstoten. B. Controleren of het slachtoffer effectief hoest / buikstoten / slagen tussen de schouderbladen. C. Controleren of het slachtoffer effectief hoest / slagen tussen de schouderbladen / buikstoten.
Een EHBO’er hoeft niet op zoek te gaan naar een penning. Als hij hem ziet, mag hij de reanimatie stoppen. Hij mag ook doorgaan tot professionele hulpverleners aanwezig zijn. Die zijn verplicht te stoppen met reanimeren als u een penning draagt.
A. Spreek het slachtoffer aan; controleer de ademhaling; zorg voor deskundige hulp; start reanimatie B. Spreek het slachtoffer aan; zorg voor deskundige hulp en laat een AED halen; controleer de ademhaling; start reanimatie C. Spreek het slachtoffer aan; controleer de ademhaling; zorg voor deskundige hulp en laat een AED halen; start reanimatie
A. Automatische externe defibrillator B. Automatische extreme defibrillator C. Automatische elektrische defibrillator
A. Iedereen die een cursus heeft gevolgd en zijn certificaat heeft behaald B. Iedereen C. Een arts
A. AED aanzetten B. Shock toedienen C. Uit de buurt blijven van het slachtoffer
OnjuistJuist
A. 70% to 90% B. 30%- 50% 50% - 70%
Zonder AED overleeft 10 – 20% van de slachtoffers. Door reanimatie en inzet van een AED kan dit percentage omhoog. Bij snel gebruik van het apparaat, dat elektrische schokken geeft om het hart weer goed te laten pompen, is de overlevingskans tussen de 50 en 70 %. Dit percentage geldt voor de slachtoffers die direct geholpen kunnen worden door mensen uit de omgeving.
A. 2 tot 4 minuten B. 1 tot 2 minuten C. 4 tot 6 minuten
Na 4 tot 6 minuten treed er schade op in de hersenen.
A: Ongeveer 300 slachtoffers B. Ongeveer 200 slachtoffers C. Ongeveer 100 slachtoffers