Licht Wat doet licht?.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Dat wat de dingen zichtbaar maakt
Advertisements

Licht en schaduw.
Kunststromingen.
Beeldaspecten.
Digitale Onderwaterfotografie
Ik ga hier in deze publicatie uitleg geven over kunst
B1c impressionisme : uitleg, theorievragen, praktijkopdracht
Kunstproject groep 8.
brugklas ruimte en perspectief
Licht Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
Kan je de schaduw in een simpele tekening construeren
Eindopdracht Fotografie (1ste periode) Analyse eigen foto’s
Licht.
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Kleur Begrippen klas 1 t/m 3.
Licht en schaduw Begrippen klas 1 t/m 3.
Vorm en Compositie Begrippen klas 1 t/m 3.
Structuur.
Tekenopdracht Pointillisme Strand.
Kan je de schaduw in een simpele tekening construeren
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
LICHT – ZIEN EN LICHTBRONNEN
Beeldende Aspecten LICHT
Opdracht ‘Rembrandt’ menu.
Thema: mijn schaduw verrast me
beeldaspect licht - toon
Dennis Bakker Kai Molendijk H2B
Schaduw en Spiegelbeeld
Licht (onderbouw) 1. Schaduw 2. Kleuren 3. De vlakke spiegel
oefenuurtje begrippen H3 V3: compositie licht kleur
Natuurkunde overal 3 HV Licht
Licht Hoofdstuk 5 paragraaf 5.1 en 5.2
Wat hebben we vorige week gedaan?
Clair-obscur / Helldunkel
Natuurkunde overal H2 Licht en geluid
Beeldbewerking les 2. 1.fotograferen 2.je fotocollectie beheren.
10.3 Begrippen omtrent licht
Workshop Portret Fotografie. Tips voor betere portretfoto’s 1. Stel scherp op de ogen 2. Gebruik een grote diafragma opening 3. Fotografeer op ooghoogte.
Hoofdstuk 6 ‘Licht’ Paragraaf 6.1 antwoorden.
Paragraaf 6.2 Antwoorden.
BEELDENDE ASPECTEN II 1 Vorm 2 Kleur 3 Compositie 4 Licht 5 Ruimte 6 Textuur 7 Lijn ARTi KUNSTBOEK THV DAL/Rvp.
Tekenen in zicht DEEL 2 HOOFDSTUK 4 Licht DAL/RvP 2014.
Zonder licht, is het donker! Dat geldt ook voor schilderijen. Als er geen licht is, dan is het schilderij een zwart vlak! Op een schilderij hoeft een.
Compositie = de manier hoe “iets” in beeld geplaatst is
Hoofdstuk 3 Licht en landschap
Hoofdstuk 3 Licht en landschap
Tekenen in zicht DEEL 1 HOOFDSTUK 6 Compositie
Kleur….
Hoofdstuk 2 Licht en kleur.
Tekenen in zicht DEEL 1 HOOFDSTUK 4 Licht
Compositie = de manier hoe “iets” in beeld geplaatst is
Licht en schaduw.
ARTi KUNSTBOEK THV BEELDENDE ASPECTEN II 1 Vorm 2 Kleur 3 Compositie 4 Licht 5 Ruimte 6 Textuur 7 Lijn DAL/Rvp 2012.
GRIEZELBOMEN Je loopt in het donker en bent verdwaald.
LICHT.
Licht deel 2.
Grote verhalen.
Tentoonstelling Leonardo da Vinci
Kunst, Kennis, Kunde 2 hoofdstuk 2 pagina les 7
Michelle Langhout klas mm1a
Strijklicht Het licht lijkt over het vlak te strijken.
Welkom bij workshop Stilleven fotografie
H8 Licht Nova Licht en kleur.
Welkom bij het leernetwerk Ouderen in het Vizier!
Ruimtewerking Beeldaspect Ruimte.
Semantisatieverhaal:
Schilderen met licht Klopt het wel?.
Hoofdstuk Hoofdstuk 8 Licht Wat gaan we vandaag doen? Opening
Hoofdstuk 2 Stoffen Wat gaan we vandaag doen? Opening Nieuwe stof
Beeldende kunst: Onderdeel: tekenen
Transcript van de presentatie:

licht Wat doet licht?

lichtrichting Voor de kijker of de kunstenaar kan het licht uit 3 richtingen komen: Tegenlicht Bij tegenlicht komt de schaduw naar je toe. De lichtbron bevindt zich tegenover je. Tegenlicht kan een romantische of dreigende sfeer veroorzaken. Dat komt door het grote contrast tussen de lichte en donkere partijen. Als het tegenlicht erg fel is, ontstaan er silhouetten (donkere omtrekken) Meelicht Men spreekt van meelicht wanneer je als kijker in de richting van het licht meekijkt. Wanneer je een foto maakt met een flitsapparaat heb je ook te maken met meelicht. Schaduwen zijn dan nauwelijks te zien Zijlicht Bij zijlicht komt het licht van opzij. Dat kun je zien aan de slagschaduw. De schaduw die niet op het voorwerp zelf maar eronder, erachter of ernaast zit, heet slagschaduw

Bij tegenlicht komt de schaduw naar je toe Bij tegenlicht komt de schaduw naar je toe. De lichtbron bevindt zich tegenover je. Tegenlicht kan een romantische of dreigende sfeer veroorzaken. Dat komt door het grote contrast tussen de lichte en donkere partijen. Als het tegenlicht erg fel is, ontstaan er silhouetten (donkere omtrekken) silhouet

Strijklicht Glimlicht Strijklicht; Het licht schijnt vlak over het voorwerp waardoor je reliëf ziet. Bij strijklicht zijn de schaduwen heel lang. Dat komt doordat de lichtbron op dezelfde hoogte staat als het voorwerp zelf. Het licht schijnt er als het ware vlak over heen. Glimlicht; Het licht dat op een glanzend voorwerp valt, kan zo sterk weerkaatst worden dat het een wit vlak wordt en zijn kleur verliest. Glimlicht Strijklicht Strijklicht Glimlicht Soorten licht

Diffuus licht Gebundeld licht Diffuus licht; Er zijn geen schaduwen te zien, omdat het licht van alle kanten komt (vaak bij bewolking). Gebundeld licht; Een sterke concentratie van licht gericht op een kleine oppervlakte. Diffuus licht Gebundeld licht Soorten licht Diffuus licht Gebundeld licht

lichtbronnen Kunstmatige lichtbronnen Natuurlijke lichtbronnen Door de mens gemaakt Lamp, vuur, neon, TL-licht Natuurlijke lichtbronnen Door de natuur gemaakt Zon, maan, sterren, bliksem

schaduwen Eigen schaduw Dit is de schaduw die op het onderwerp aanwezig is. Of het is de niet belichte kant van het voorwerp Slagschaduw Dit is de schaduw die een object "werpt" op een ondergrond of achtergrond. De eigenschaduw zorgt er voor dat het onderwerp ruimtelijk wordt. schaduwen

De schaduw (A + B) op deze boom noemen we Eigenschaduw Eigenschaduw bestaat uit: Halfschaduw (A) is het halfdonkere gedeelte aan de buitenste begrenzing van een eigen- of slagschaduw. Kernschaduw (B) is het donkerste gedeelte van een eigenschaduw of slagschaduw; het gebied waarin geen enkele lichtstraal kan doordringen. A B

Schaduw tekenen Ruimtelijk of 3D tekenen Loskomen van het oppervlak.

De kunststroming impressionisme is ontstaan in de tweede helft van de negentiende eeuw in Frankrijk. Kunstenaars gingen naar buten en ontdekten dat kleuren veranderen door verschillende standen van de zon. Om een bepaalde kleur, van bijvoorbeeld een korenveld of een boom te bepalen, moesten de schilders snel schilderen. Je ziet eigenlijk meer een indruk van iets. Het Franse woord voor indruk is impression, vandaar de naam van deze stijl. Een aantal belangrijke schilders in Frankrijk waren, Claude Monet, Camille Pisarro, Pierre August Renoir. Kenmerken; de beleving van het moment ('impressie') de keuze voor thema's uit het 'moderne leven' de bijzondere aandacht voor lichteffecten en kleur een schetsachtige werkwijze en het werken in de openlucht impressionisme Dans bij Le Moulin de la Galette (1876) door Pierre Auguste Renoir

Tekst bij video: Halfweg de 19de eeuw was de Academische kunst de norm. Er kwamen kunstenaars die het anders wilden zoals Cézanne, Renoir en Monet. Zij regelden zelf tentoonstellingen. Eerst waren er negatieve reacties op hun manier van schilderen, maar langzaamaan werd hun kunst meer gewaardeerd. Impressionisme focust op licht en schaduw. De ontwikkeling van de fotografie hielp daarbij omdat juist licht en schaduw hierbij erg belangrijk zijn. Er werd meestal geschilderd met afgebroken kleuren en penseelstreken. Bladeren van bomen werden bijvoorbeeld geschilderd als vlekken of stippen. Meestal werden er pure kleuren gebruikt wat de schilderijen een levendige indruk gaf. Het gebruik van gekleurde schaduw was ook erg belangrijk. Een boom kon bijvoorbeeld een donkerblauwe of donkergroene schaduw hebben. Veel schilderijen werden buiten geschilderd. Ze schilderen wat ze zagen of welke indruk het landschap op ze had gemaakt. De dagelijkse dingen waren een belangrijk onderwerp.

Claude Monet 1840 - 1926

OPDracht Je gaat aan de slag met: het onderzoeken van de verschillende soorten schaduwen het onderzoeken van lichtval en soorten lichtbronnen het onderzoeken van ruimte en de vlakverdeling die hierbij hoort Wat heb je hiervoor nodig? Je (mobiele) camera voor foto’s Je device voor het onderzoek. De opdracht maak je in Word. Lichtbronnen en voorwerpen Tekenpotloden, gum en liniaal Tekenpapier

OPDracht Zoek informatie over de verschillende soorten schaduwen, lichtbronnen en lichtval. Maak hier op je device een overzicht van dat je uit kan printen. Minimaal 2 A4tjes, maximaal 4 A 4tjes. Je maakt hier een Word document van. Maak foto’s van jezelf met verschillende lichtbronnen, 5 lichtvallen en 2 schaduwen. Het moet goed zichtbaar zijn wat de lichtbron is, wat voor soort licht het geeft en welke schaduw je ziet. Plaats de gemaakt foto’s in je document van opdracht 1 bij de juiste schaduw, lichtbron en lichtval. Zo krijg je een mooi verzameldocument.

Opdracht schaduw tekenen Kies 1 voorwerp en maak daar een installatie van zodat je deze kan fotograferen. Het voorwerp op de foto ga je 6x tekenen in de 6 vakken. Je gebruikt de volgende lichtsoorten: Tegenlicht Meelicht Zijlicht Strijklicht Glimlicht Gebundeld licht De lichtrichting en de schaduw zijn dus belangrijk. Je kunt met de lamp van je mobiele telefoon het licht nabootsen. Het filmpje in deze PowerPoint laat zien hoe je schaduw kan tekenen. De foto van je installatie plaats je in de laatste bladzijde van je Word document. 1 tegenlicht 2 meelicht 3 zijlicht 4 strijklicht 5 glimlicht 6 gebundeld licht