Activering: visie en verschillen?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
OCMW Antwerpen individuele vrijetijdsbemiddeling
Advertisements

Zorg Beter mét Vrijwilligers
Goede samenwerking: vrijwilligers en beroepskrachten
Steunpunt opvoedingsondersteuning. 2 Opvoedingsondersteuning -Inleiding -Iedereen heeft wel eens opvoedingsvragen -Ouders -Werkveld -Opvoedingsondersteuning.
Conditietest als basis voor samenwerking. De conditietest is een hulpmiddel voor vrijwilligersgroepen om: de huidige kwaliteit van de groep te meten en.
Minderhedenforum Weet wat je SAMEN wil. Inleiding 1.Het allochtoon middenveld 2.De ‘federaties’ 3.Het Minderhedenforum 4.Interculturele Rol?
Beroepsgeheim in de Bijzondere Jeugdbijstand Antwerpen, 14 oktober 2008 Beroepsgeheim: we zwijgen erover?! Axel Liégeois K.U.Leuven – Broeders van Liefde.
Hoe blijf ik overeind als welzijnsprofessional?
Leer- werkplaats MPG aanpak
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
HULPVERLENERS OVER ‘A’CTIVERING Peter Raeymaeckers Salman Baig M. 1 BaSwA
Evaluatie van de PBD in het volwassenenonderwijs, Vocvo en hun samenwerking Prof. dr. Peter Van Petegem Prof. dr. Jan Vanhoof Prof. dr. Sarah Gielen (K.U.L.)
Onderzoek Peter Raeymaeckers
OCMW’s en Activering Studiedag Lokale Economie en Werkgelegenheid Mechelen 26 november 2009.
Activering,… een inleiding Julien Van Geertsom, Voorzitter van het Directiecomité van de POD Maatschappelijke Integratie VVSG, 26 november 2009.
Want 1 op 5, dat is te veel!. 2 Netwerken 3 New York State Training School for Girls (1930)
Tweede Studiedag Brede School – Vlaams Parlement 16 mei 2008 Een brede Kinderopvang REFLECTIES door Jan Van Gils Onderzoekscentrum Kind en Samenleving.
Thematisch overleg en regie Stad Gent OCMW Gent Derden Rol van de regisseur : Overzicht Verantwoording Visie en beleid Samenwerking Thematisch overleg.
Structuur 1. Over netwerken tussen hulpverleningsorganisaties
Gedrag in organisaties, 10e editie
Leidinggeven en coachen
Ouderen aan zet in de samenleving Gemeentelijke senioren raad Mol
Ton van den Boom, opleidingscoördinator. Opleiden in School Doel ministerie O&W –visie ontwikkelen op Opleiden in School –visie ontwikkelen op werkplekleren.
1 Verplicht vrijwilligerswerk & spanningen omtrent activering Dr. Carmen Mathijssen (Cera & LES KULeuven) 22 mei 2014.
“Let’s talk about you & me”
Samenwerking OCMW-VDAB in Gent Werkgroep activering POD-MI,
SBB Summercourse, 18 juli Wat is sociaal kapitaal? “Alle mogelijke middelen van mensen uit het netwerk die ter beschikking komen voor een persoon.
Waarom dit literatuuronderzoek?
Aanvullende subsidiëring gecombineerd onderwijs Wie zijn wij Volwassenenonderwijs Kisp Schaalvergroting centra in Oost-Vlaanderen cvo Kisp.
Cursus Intern Cultuur Coördinator
Lokale netwerken en armoede: de cliënt centraal 09/02/2015.
Administrateur-generaal
Mens- en wereldbeelden van verklaringsmodellen van armoede en van samenlevingsmodellen. Peter De Burghgraeve 5 TSO.
Van Zelfbeschikking tot Toekomstperspectief 8 oktober 2015.
Naar een duurzaam HRM beleid
Marion van de Sande De Haagse Hogeschool NOT, 29 januari 2011 Ouderbetrokkenheid: nut of noodzaak?
Bevordering leefbaarheid Oostdijk Presentatie Themaraad 16 april 2013.
De toekomst van beschermd wonen en opvang Participeren in de samenleving.
VERHOOGDE STAATSTOELAGE Focus op sociale activering.
Workshop door Emmy van Brakel en Petra van der Horst d.d. 9 december 2010 Project de Kanteling CG-Raad, CSO en Programma VCP.
Welkom! NVMW, BVjong, MOgroep, Vereniging Hogescholen, Mbo-Raad, ABVAKABO/FNV, CNV Publieke Zaak. Ondersteuning door Movisie Vakmanschap.
Organisatieontwikkeling Bijeenkomst voor Informatie en Opinie 9 oktober 2012.
Auteur: Felicie van Vree, Susan van Klaveren Datum: 4 februari 2010 Van AWBZ naar Wmo: zoeken naar nieuwe vormen van ondersteuning Susan van Klaveren en.
Opnieuw licht op de zaak CVA Nazorgdagen. Waarom? Opnieuw licht op de zaak! Informatie is weggezakt Nieuwe vragen zijn ontstaan Lotgenotencontact (ook.
Evaluatie FAB-trainingen Mondriaan Parnassia GGz Centraal Een beknopt overzicht van uitkomsten 7 maart 2017.
Wat is jeugdwelzijnswerk?
ViaVia Info-presentatie
Inhoud De netwerkorganisatie
Nieuw decreet Lokaal Bestuur & Nieuw decreet Lokaal Sociaal Beleid
Lokaal Sociaal Beleid.
Lokaal, Sociaal en Beleid Een problematiek in viervoud
Ervaringsdeskundigheid binnen werking
School in zicht lessen uit vijf jaar werken aan
Integriteit Dilemmatraining.
Studiedag Sociale Netwerken
BELEIDSAANBEVELINGEN VOOR MEER VRIJETIJDSKANSEN VOOR JONGE NIEUWKOMERS 10 geleerde lessen uit het project Wereldspelers.
Het OCMW van Genk Naar ‘Maatzorg, een methodiek voor het begeleiden van kansarmen’ pg. 75 – 100, van Tine Van Regenmortel.
Samen de psychische gezondheid in Nederland verbeteren
Belangrijke dimensies van kinderarmoede
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Geïntegreerd breed onthaal
Vermaatschappelijking van zorg
Waarom wordt uw gemeente ook leeftijdsvriendelijk?
JEUGDzorg - voor wie?.
Eigen regie: niets voor deze doelgroep? Natuurlijk wel!
AMIF Project OCMW Antwerpen
Doorstroom naar (echt) werk
Samen uit, samen thuis?! Ouderparticipatieve opvoedingsondersteuning in de ambulante werking van centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning te Willebroek.
Ouderenmishandeling in migrantenfamilies
AMIF Project OCMW Antwerpen
Transcript van de presentatie:

Activering: visie en verschillen? Het OCMW van Antwerpen als case Lize van Dijck (OASeS) Ingrid Sterckx (OCMW Antwerpen)

Onderzoek Peter Raeymaeckers

Structuur Definitie van activering OCMW van Antwerpen als case Vier definities Discussiemoment OCMW van Antwerpen als case Onderzoeksvragen Het OCMW van Antwerpen Drie types van sociale centra Conclusie

1. Activering Vier definities van activering Remedie tegen uitkeringsafhankelijkheid Activering is onderdeel van een ruimer macro-economisch beleid Activering: versterking van de sociale cohesie Emancipatorische visie op activering: twee verschillen

1.1. Remedie tegen uitkeringsafhankelijkheid ‘workfare’ Disciplinerend activeringsdiscours Murray (1984) ‘the culture of dependency’ Restrictieve begeleiding van ‘de werkloze’ naar activering Individueel schuldmodel : Het individu is zelf verantwoordelijk voor eigen situatie

1.2. Onderdeel van macro-economisch beleid Creëren van gunstig ondernemingsklimaat Strijd tegen werkloosheid Ten koste van: kwaliteit van jobs, doorbreken van armoede, grenzen van flexibiliteit Ook hier: individueel schuldmodel

1.3. Versterken van de sociale cohesie Tewerkstelling = sociale integratie Herinschakeling door opleiding

1.4. Emancipatorische visie Twee verschillen Proces naar activering Activering is een verantwoordelijkheid van de samenleving Aanbieden van geïndividualiseerd traject Aansluiten bij noden, behoeften en wensen van cliënt W² welzijns en werk trajecten Ruimere doelstelling Activering is niet alleen een betaalde tewerkstelling Ruimere invulling: sociale tewerkstelling, arbeidszorg, vrijwilligerswerk Doelstelling op maat van individu

1.5. Discussiemoment Er bestaan grote verschillen tussen maatschappelijk werkers onderling, het is niet zinvol om een eenzijdige visie op te leggen. De visie op activering is afhankelijk van de cliënt.

2. OCMW van Antwerpen als case 2.1. Onderzoeksvragen 2.2. Het OCMW van Antwerpen als case 2.3. Drie types van sociale centra 2.3.1. Individualistische organisatiecultuur 2.3.2. Fatalistische organisatiecultuur 2.3.3. Egalitaire organisatiecultuur 2.4. Conclusie 2.5. Discussiemoment

2.1. Onderzoeksvragen Welke definities hanteren de maatschappelijk werkers van het OCMW van Antwerpen over activering? Welke verschillen zijn er tussen de sociale centra van het OCMW van Antwerpen wat betreft de visie over activering? Hoe ervaren de maatschappelijk werkers van het OCMW van Antwerpen de buurt waarin ze werken? Hoe ervaren de maatschappelijk werkers van het OCMW van Antwerpen dat hun definitie van activering wordt bepaald door de buurt?

2.2. Het OCMW van Antwerpen als case Ruime visie op activering Veel activeringsmaatregelen Aandacht voor samenwerkingsverbanden Is dat echt zo? Zijn er verschillen tussen hulpverleners? Sociale centra? Welke factoren beïnvloeden deze verschillen? Organisatiecultuur? Buurt?

2.3. Drie types van sociale centra

2.3.1. Individualistische organisatiecultuur (1) Zwakke groepsdimensie Formeel overleg: overlegmomenten tussen alle maatschappelijk werkers (teamvergadering) Informeel overleg: vrijblijvende contacten met collega’s op bureau of middagmaaltijd Inhoudelijk overleg over cliëntdossiers vooral informeel Hechte collegiale relaties: ondersteunende functie Resultaat: ondanks weinig formeel, inhoudelijk overleg wordt er een teamvisie ontwikkeld over activering en werken met cliënten. Deze visie wordt gedeeld door alle maatschappelijk werkers in dit centrum Zwakke rasterdimensie

2.3.1. Individualistische organisatiecultuur (2) Regeltoepassing Relativering van regels Individualiseringsprincipe: activering op maat ‘Activering is elke inspanning die de cliënt levert om zijn of haar situatie te verbeteren. Deze inspanning is afhankelijk van zijn of haar capaciteiten!!’ Onderhandelbaarheid van regels De buurt Positieve perceptie Investeren in netwerken Werkbezoeken Informele bijeenkomsten: recepties e.a. Gezamenlijke projecten met buurthuis

2.3.1. Individualistische organisatiecultuur (3) Functies van netwerken Verkrijgen van informatie, afhankelijk van cliëntsituatie en expertise van partnerorganisatie Doorverwijzing Overleg met als doelstelling een afstemming van taken Op basis van expertise Complementaire afstemming

2.3.1. Individualistische organisatiecultuur (4) Positie van het centrum Goede verstandhouding Toch conflicten Rolconflicten: controlerende bevoegdheid van OCMW tegenover begeleidende, cliëntperspectief van andere organisatie Inspanning om een gezamenlijke consensus te zoeken

2.3.2. Fatalistische organisatiecultuur (1) Zwakke groepsdimensie Formeel overleg beperkt tot wetgeving en voorschriften Druk naar activering hoog, geen ruimte voor maatzorg en dus overleg tussen collega’s overbodig Beperkt informeel overleg: afwezigheid van gedeelde teamvisie Sterke rasterdimensie

2.3.2. Fatalistische organisatiecultuur (2) Regeltoepassing Minimaliseren van individualiseringsprincipe Professionele activering is belangrijk Cliënt wordt geëvalueerd op capaciteiten om te activeren Werken aan ‘randvoorwaarden’ ondergeschikt aan uiteindelijke activering. Belangrijkste randvoorwaarde is aanleren Nederlandse taal Beperkte Onderhandelingsruimte

2.3.2. Fatalistische organisatiecultuur (3) Buurt Eerder negatieve perceptie over buurt (grijs, vuil, grauw) Cliënteel is overwegend van buitenlandse herkomst. Nadeel: geen echte ‘Antwerpse armen’ meer Investeren in netwerken Minder dan bij individualistisch centrum Werkbezoeken sporadisch

2.3.2. Fatalistische organisatiecultuur (4) Mix van actoren Verschillende organisaties (PSC, Steunpunt Gezondheid, Lokale wijkcentrum, Open School, VWAWV, Jongerenwinkel)

2.3.2. Fatalistische organisatiecultuur (5) Positie van centrum Spanningsvolle relaties (de ‘slechterik’) Rolconflicten Andere hulpverleningsorganisaties te weinig kennis over de ‘gang van zaken’ bij het OCMW Maar uitzonderingen zijn mogelijk: arbeidsbegeleidster! Contacten met Steunpunt Gezondheid

2.3.3. Egalitaire organisatiecultuur (1) Sterke groepsdimensie Inhoudelijk overleg zowel op formele als informele niveau Formeel: intervisies en dossierbespreking Informeel: overleg tussen collega’s Sterke teamvisie over activering op maat

2.3.3. Egalitaire organisatiecultuur (2) Zwakke rasterdimensie Relativering van activeringsvereiste Individualiseringsprincipe Buurt Positieve perceptie over buurt: gezellige stadsbuurt Investeren netwerken Minder dan in individualistische centrum. Enkel Werkbezoeken. In de toekomst meer aandacht voor netwerkvorming

2.3.3. Egalitaire organisatiecultuur (3) Mix van actoren Verschillende organisaties (Administratieve organisaties, Ontmoetingscentrum voor daklozen, CGGZ en CAW begeleid wonen) Sterkte van binding Vrijblijvend Vaste contactpersonen met socialistische mutualiteiten en ontmoetingscentrum voor daklozen Functies van netwerken

2.3.3. Egalitaire organisatiecultuur (4) Positie in netwerk Goede verstandhouding Bij conflicten: zoeken van consensus

2.4. Conclusie (1) Verschillen in één organisatie Belang van éénduidige visie in alle geledingen van de organisatie Door intervisies Communicatie Ook in dagelijkse cliëntcontacten en beslissingen visie trachten om te zetten Netwerken zijn belangrijk om visie op maat toe te passen Rolconflicten Visie duidelijk expliciteren Zoeken naar juiste rol binnen overleg die past bij de eigen organisatie Eén vertrouwenspersoon OCMW mag/moet controleren, MAAR in samenspraak met partners

2.4. Conclusie (2) Aanvullend onderzoek noodzakelijk Enkele factoren niet onderzocht Bijvoorbeeld: rol hoofdmaatschappelijk werker ; blijkt zeer bepalend te zijn Meerdere centra uit gelijkaardige (moeilijke) buurten moeten onderzocht worden

2.5. Discussiemoment Verschillen in een grote organisatie zijn nodig, de ‘omgeving’ of buurt van een sociaal centrum kan verschillen! Sociale centra hebben een bepaalde vrijheid nodig!