Psychologie van het leren Hoofdstuk 2

Geheugen Zintuiglijk (sensorisch) geheugen (seconden), kortetermijn- of werkgeheugen (minuten tot een half uur), langetermijngeheugen (dagen tot jaren).

Atkinson-Shiffrin geheugenmodel

Test korte termijn geheugen Cijferreeks  Cijferreeks 

Lange termijn geheugen Werkgeheugen Vroeger: korte termijn geheugen  lange termijn geheugen Nu: Sensorisch geheugen Werkgeheugen Lange termijn geheugen

Lange termijn geheugen Werkgeheugen Sensorisch geheugen Werkgeheugen Lange termijn geheugen episodisch, semantisch, motorisch

Lange termijn geheugen Bewust: Declaratieve geheugen Kaarten-bak Tijdslijn: Episodisch geheugen Emoties Motorisch: Procedureel geheugen Beweging

Opdracht 2.7: Werk- en kortermijngeheugen Maken!

Antwoorden opdracht 2.7 Het doel is niet om de gegevens een korte termijn op te slaan om het eventuele later op te slaan in het langetermijngeheugen; het doel is pas opgeslagen gegevens paraat te hebben om die meteen te kunnen gebruiken. werkgeheugen

Vergeetcurve

Opdracht 2.5

Oftewel: 1= 'permanente' opslag in; 2= Informatie terughalen naar; 3= benoembare kennis; 4=al het andere geheugen; 5 = episodisch geheugen; 6= procedureel geheugen; 7= klassieke conditionering

Opdracht 2.10 Maken!

Antwoorden opdracht 2.10 Voorbeelden: Episodische geheugen? --> zaken over de omstandigheden waarin je de kennis hebt opgedaan, anecdotes, waar op de pagina iets stond, 'o ja, dat stond in de binas', bij welk practicum je iets bent tegengekomen. Semantische geheugen? --> vakkennis: hoe je een werkwoord in het Frans in de voltooid verleden tijd vervoegt, het jaar waarin de Eerste Wereldoorlog begon, het aantal protonen in een waterstofatoom, etcetera. Waren er dingen die enkel in je werkgeheugen zaten (bijvoorbeeld vlak voor de toets nog bekeken)? --> bijvoorbeeld korte rijtjes (die je in je hoofd ' afspeelt' op het moment dat de toets begint en dan snel bovenaan de pagina opschrijft)

Morris watermaze

Opdracht 2.16: Doolhoftest/Morris watermaze Maken!

Antwoorden opdracht 2.16 Trial and error In de Morris watermaze hebben de ratten verdrinkingsstress. Stress heeft (o.a. bij mensen, maar ook bij muizen) een negatief effect op leerresultaten. Deze vraag heeft vele mogelijke antwoorden en leent zich daarom voor klassikale nabespreking. De proefopstelling Bevat een manier om geheugen (de afhankelijke variabele) meetbaar te maken Terwijl de muizen niet gestresst zijn En andere zaken zo min mogelijk invloed hebben.