STUDIEHULP VOOR SCHOLIEREN beter leren

Presentatie over: "STUDIEHULP VOOR SCHOLIEREN beter leren"— Transcript van de presentatie:

1 STUDIEHULP VOOR SCHOLIEREN beter leren
Kan voor beide groepen worden gebruikt

2 HOE JIJ LEERT en de werking van jouw brein

3 BREINVRIENDELIJK LEREN
Alles wat je weet of hebt meegemaakt, ligt opgeslagen in een gigantisch netwerk tussen je hersencellen: het brein. Leren is het versterken en vernieuwen van die netwerken.

4 10800 mogelijkheden 100 miljard hersencellen elk 50.000 verbindingen
Er ontstaat een gigantisch, deels flexibel netwerk tussen de hersencellen

5 je ziet een bloem werkgeheugen via het gezichtscentrum
(het zintuiglijk visueel geheugen) naar het werkgeheugen

6 je ziet een bloem je hoort “madelief” werkgeheugen
via het gezichtscentrum via het gehoorcentrum, naar het werkgeheugen

7 NIEUWE INFORMATIE madelief Het geluid van het woord madelief wordt gekoppeld aan het plaatje van de bloem. Het netwerkje wordt uitgebreid.

8 NIEUWE INFORMATIE madelief Het geluid van het woord madelief wordt gekoppeld aan het plaatje van de bloem. Het netwerkje wordt uitgebreid. Nu moet je het even met rust laten.

9 NIEUWE INFORMATIE madelief Het geluid van het woord madelief wordt gekoppeld aan het plaatje van de bloem. Het netwerkje wordt uitgebreid. Nu moet je het even met rust laten. ?

10 NIEUWE INFORMATIE madelief Het geluid van het woord madelief wordt gekoppeld aan het plaatje van de bloem. Het netwerkje wordt uitgebreid. Nu moet je het even met rust laten. ? (niet storen met andere namen en plaatjes van bloemen) Dan wordt dit opgeslagen in het korte termijn geheugen.

11 OPSLAG IN HET GEHEUGEN Als de nieuwe kennis in het korte termijn geheugen wordt herhaald en aangevuld, worden de netwerkjes sterker en uitgebreid.

12 OPSLAG IN HET GEHEUGEN Als de nieuwe kennis in het korte termijn geheugen wordt herhaald en aangevuld, worden de netwerkjes sterker en uitgebreid. Langzaam groeit deze kennis door naar het lange termijn geheugen. Dat gaat vanzelf.

13 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let.

14 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR. vooral als je er even niet op let
DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let. Je ziet op straat iemand van vroeger lopen….. Hoe heet ze nou ook alweer……?

15 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR. vooral als je er even niet op let
DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let. Je ziet op straat iemand van vroeger lopen….. Hoe heet ze nou ook alweer……? Na een minuut of tien schiet de naam je te binnen.

16 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR. vooral als je er even niet op let
DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let. Je ziet op straat iemand van vroeger lopen….. Hoe heet ze nou ook alweer……? Na een minuut of tien schiet de naam je te binnen. Vastgelopen in een kruiswoordpuzzel…….?

17 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR. vooral als je er even niet op let
DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let. Je ziet op straat iemand van vroeger lopen….. Hoe heet ze nou ook alweer……? Na een minuut of tien schiet de naam je te binnen. Vastgelopen in een kruiswoordpuzzel…….? Na een uur kun je ineens vanzelf weer verder.

18 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR. vooral als je er even niet op let
DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let. Je ziet op straat iemand van vroeger lopen….. Hoe heet ze nou ook alweer……? Na een minuut of tien schiet de naam je te binnen. Vastgelopen in een kruiswoordpuzzel…….? Na een uur kun je ineens vanzelf weer verder. Je kunt niet verder met een moeilijke som.…?

19 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR. vooral als je er even niet op let
DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let. Je ziet op straat iemand van vroeger lopen….. Hoe heet ze nou ook alweer……? Na een minuut of tien schiet de naam je te binnen. Vastgelopen in een kruiswoordpuzzel…….? Na een uur kun je ineens vanzelf weer verder. Je kunt niet verder met een moeilijke som.…? De volgende morgen zie je opeens de oplossing.

20 DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR. vooral als je er even niet op let
DE HERSENEN WERKEN ZELFSTANDIG DOOR vooral als je er even niet op let. Je ziet op straat iemand van vroeger lopen….. Hoe heet ze nou ook alweer……? Na een minuut of tien schiet de naam je te binnen. Vastgelopen in een kruiswoordpuzzel…….? Na een uur kun je ineens vanzelf weer verder. Je kunt niet verder met een moeilijke som.…? De volgende morgen zie je opeens de oplossing Ook te gebruiken bij het maken van toetsen.

21 zien, horen, ruiken, voelen en proeven KORTE TERMIJN GEHEUGEN
WERKGEHEUGEN ▼▼▼▼▼▼▼ KORTE TERMIJN GEHEUGEN

22 zien, horen, ruiken, voelen en proeven KORTE TERMIJN GEHEUGEN
WERKGEHEUGEN ▼▼▼▼▼▼▼ 7 ingangen KORTE TERMIJN GEHEUGEN

23 zien, horen, ruiken, voelen en proeven KORTE TERMIJN GEHEUGEN
WERKGEHEUGEN ▼▼▼▼▼▼▼ 7 ingangen 30 seconden KORTE TERMIJN GEHEUGEN weg

24 zien, horen, ruiken, voelen en proeven
LANGE TERMIJN GEHEUGEN WERKGEHEUGEN ▼▼▼▼▼▼▼ 30 seconden KORTE TERMIJN GEHEUGEN weg

25 zien, horen, ruiken, voelen en proeven
LANGE TERMIJN GEHEUGEN WERKGEHEUGEN ▼▼▼▼▼▼▼ 30 seconden KORTE TERMIJN GEHEUGEN weg

26 zien, horen, ruiken, voelen en proeven
LANGE TERMIJN GEHEUGEN WERKGEHEUGEN ▼▼▼▼▼▼▼ geleidelijk, vanzelf 30 seconden KORTE TERMIJN GEHEUGEN weg

27 KENNISMAKING EN INTEGRATIE
Stel je maakt op een feestje kennis met een meisje. Je praat enkele minuten met haar. Dan onthou je maar heel weinig van haar gezicht.

28 aangroeiend kennisnetwerk kennismaking

29 KENNISMAKING EN INTEGRATIE
Stel je maakt op een feestje kennis met een meisje. Je praat enkele minuten met haar. Dan onthou je maar heel weinig van haar gezicht. Net genoeg om haar te herkennen, wanneer je haar weer tegenkomt. Dat is het eerste netwerkje van haar in je brein.

30 aangroeiend kennisnetwerk kennismaking 2de ontmoeting

31 KENNISMAKING EN INTEGRATIE
Stel je maakt op een feestje kennis met een meisje. Je praat enkele minuten met haar. Dan onthou je maar heel weinig van haar gezicht. Net genoeg om haar te herkennen, wanneer je haar weer tegenkomt. Dat is het eerste netwerkje van haar in je brein. Tijdens de tweede ontmoeting groeit dat netwerkje aan.

32 aangroeiend kennisnetwerk kennismaking 2de ontmoeting 3de ontmoeting

33 KENNISMAKING EN INTEGRATIE
Stel je maakt op een feestje kennis met een meisje. Je praat enkele minuten met haar. Dan onthou je maar heel weinig van haar gezicht. Net genoeg om haar te herkennen, wanneer je haar weer tegenkomt. Dat is het eerste netwerkje van haar in je brein. Tijdens de tweede ontmoeting groeit dat netwerkje aan. Pas na de derde ontmoeting heb je een duidelijk beeld van haar in je kortetermijngeheugen. Zo groeit het neuronet van deze ontmoeting. Dat is leren. Dat is integratie.

34 WAT JE ONTHOUDT ALS JE NIET HERHAALT
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ de vergeetcurve je komt uit op ongeveer 20% 70% % % %

35 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 40% 20% en als je zou herhalen na 1 uur….,

36 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 40% 20% waar kom je dan op uit?

37 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 40% 20% ook op 20% ?

38 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 40% 20% gelukkig niet !

39 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 40% 20% maar duidelijk hoger !

40 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 70% 40% 20% en na een dag

41 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 90% 70% 40% 20% na een week

42 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 90% 70% 40% 20% en als er na 4 weken een toets is

43 WAT JE ONTHOUDT ALS JE HERHAALT NA
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 90% 70% 40% 20% dit noem ik verder onthoudcurves.

44 DE KUNST VAN HET LEREN IN LAAGJES
1. HET SUPER HERHAALPLAN voor wie gewend is om dagelijks te studeren 2. HET MAXIMALE HUISWERKPLAN voor wie regelmatig, maar niet elke dag studeert 3. HET MINIMALE HUISWERKPLAN voor wie onregelmatig, eigenlijk te weinig, studeert

45 STUDEREN ZONDER HERHAALPLAN
% 100 80 60 40 20 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ toets? 40% 20% je herhaalt pas vlak voor de toets

46 MET EEN GOED HERHAALPLAN
% 100 80 60 40 20 [ SUPERHERHAALPLAN of MAXIMALE HUISWERKPLAN ] 1 UUR DAG WEEK WEKEN ▼ ▼ ▼ ▼ 95% 80% 60% 40% 20%

47 LEERTECHNIEKEN de kracht van de vraag

48 DE KUNST VAN HET ECHTE LEREN
UIT HET HOOFD LEREN en BEGRIJPEND LEREN Je kunt niet begrijpend leren, als je niet de namen, begrippen, termen, symbolen, afkortingen en wetten van dat vak uit je hoofd kent. Zonder kennis van het jargon (de vaktaal) en van de eenvoudige feiten kun je niet denken in dat vak. Begin dus tijdig met het “UIT HET HOOFD LEREN".

49 DE VALKUIL VAN HET HERKENNEN
■ BIJ HET OVERLEZEN van een tekst die je al eerder hebt gelezen, lijkt het alsof je het kent…….. MAAR DAT IS NIET ZO ■ BIJ HET LUISTEREN EN KIJKEN naar iets dat je al eens hebt gehoord of gezien, lijkt het alsof je het al weet…... MAAR DAT IS NIET ZO JE HERKENT HET…., MAAR JE KENT HET NOG NIET Gebruik bij het leren vooral de kracht van de vraag.

50 ALGEMENE LEERTECHNIEKEN
■ grondig lezen ■ berekeningen en ander maakwerk ■ een samenvatting maken ■ schema’s maken (sla ik over) ■ een vragenlijst maken* ■ woorden leren ■ een mindmap maken * mijn favoriet

51 DE LEESBAARHEID VAN STUDIEBOEKEN
► De informatiedichtheid verschilt sterk per vak: Boeken van de exacte vakken kunnen soms heel moeilijk leesbaar zijn: veel figuren, formules, berekeningen. Andere boeken zijn heel verhalend, zoals soms bij de maatschappij vakken. ► De informatiedichtheid varieert ook per hoofdstuk: Voorin het boek staan veel meer nieuwe begrippen, termen, namen, afkortingen, formules en symbolen, dan achterin. Dus voorin een boek studeer je langzamer dan achterin. Het ligt niet altijd aan jou, dat je een boek moeilijk vindt !

52 SOMMEN EN ANDER MAAKWERK
Lees eerst de hele opgave goed door, zodat je weet waar het over gaat. Begin dan vooraan en vraag je af: “Wat heb ik aan gegevens?” “Wat wordt er precies gevraagd?” “Hoe doen we dit soort sommen altijd?” “Waar begin ik en hoe pak ik dit aan?” “Klopt de uitkomst met wat ik mag verwachten?” [Je kunt jouw eigen vragen bedenken.]

53 EEN SAMENVATTING MAKEN
► Lees eerst het geheel oriënterend door. ► Verdeel de tekst in stukken van 10 tot 15 zinnen. ► Vraag je per onderdeel af: “Wat staat er nou precies?” “Waar gaat het hier nou om?” “Wat kan ik hier weglaten?” ► Schrijf dit onderdeel in een paar zinnen op. ► Als je alle stukken kort hebt opgeschreven, is de samenvatting klaar DAARNA WEGDOEN……! BIJ HERHALING DOE JE ALLES OPNIEUW

54 EEN SAMENVATTING MAKEN
Van leerstof waar een verhaal in zit, kun je de samenvatting wel gebruiken bij het herhalen. Als je die leest, komt het hele verhaal weer naar boven. Bij het overlezen van andere samenvattingen, zie je eigenlijk alleen maar een ‘skelet’ …. Dat is onbruikbaar voor de herhalingen. Nu volgt de beste leertechniek voor de meeste vakken: MAAR DAT HOU IK NOG EVEN GEHEIM…..

55 EEN MINDMAP MAKEN Dit is brainstormen in je eentje.
Het maken van een mindmap is zeer leerzaam. Het helpt je om de stof beter te begrijpen en te onthouden. Een mindmap maken is waarschijnlijk de beste oefening, voor als je de stof al bijna kent. Het is een techniek, die je vooral gebruikt bij grote hoeveelheden informatie. En in de laatste dagen voor een toets.

56 HET MAKEN VAN EEN TOETS Lees eerst alle vragen aandachtig door.
Als je ergens iets tegenkomt dat je niet meer weet, stel jezelf dan een vraag daarover. Ga dan eerst alle opgaven maken die je wel kunt. Terwijl je werkt, gaat een deel van je hersenen op zoek naar vergeten kennis. Tenslotte ga je werken aan de lastige opgaven. Dan heb je alle kans, dat jouw hersenen nog iets vinden, dat je was vergeten. Je werkt dan onder veel minder stress.

57 STUDIEHULP VOOR SCHOLIEREN beter leren EINDE DEMO
Kan voor beide groepen worden gebruikt