DE TOESTAND VAN DE MENS Les 3 voor 21 oktober 2017

ALLEN ZIJN ZONDAREN “Zoals geschreven staat: ‘Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één.’” (Romeinen 3:10-12) Wij zijn zondaars en we kunnen niet kiezen om goed te doen. De Heilige Geest is de Enige die het volgende bewerkstelligt… overtuigen dat we zondaars zijn. het wegdoen van trots. verlangen om Jezus te benaderen om vergeving te verkrijgen. een verandering in ons leven. SINNER “Want er is geen onderscheid, Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God.” (Romeinen 3:22-23)

NIET-GELOVIGEN: Romeinen 1: 22-27 “Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen, zijn zij dwaas geworden, en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren. Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren. Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen. Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke hartstochten, want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.” 1ste EEUW Beelden van heiligen, talismannen van dieren. Het vergoddelijken van het ego, sport, films en modesterren... Wijdverspreide homoseksualiteit. Aids en seksueel overdraagbare ziekten. 21ste EEUW

NIET-GELOVIGEN: Romeinen 1:28-31 “En omdat het hun niet goeddunkt God te erkennen, heeft God hen overge-geven aan verwerpelijk denken, om dingen te doen die niet passen. Ze zijn vervuld van allerlei ongerechtigheid, hoererij, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid. Ze zijn vol afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadaardigheid. Kwaadsprekers zijn het, lasteraars, haters van God, smaders, hoogmoedigen, grootsprekers, bedenkers van slechte dingen, ongehoorzaam aan hun ouders, onverstandigen, trouwelozen, mensen zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, onbarmhartig.” 1ste EEUW Die woorden weerspiegelen alles wat we in de kranten lezen en in het nieuws zien. 21ste EEUW Omdat de zonde in onze wereld is verschenen, is de mens corrupt geworden en is hij gevlucht voor God. De enige oplossing voor elk mens is Jezus als zijn persoonlijke Verlosser te aanvaarden.

GELOVIGEN Gelovigen scheppen op dat ze niet als de 'heidenen' zijn en oordelen hen. Maar gelovigen zondigen evenals niet-gelovigen. “Daarom bent u niet te verontschuldigen, o mens, wie u ook bent die anderen oordeelt, want waarin u de ander oordeelt, veroordeelt u uzelf. U immers die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen. En wij weten dat het oordeel van God in overeenstemming met de waarheid is over hen die zulke dingen doen. Nu, o mens, die hen oordeelt die zulke dingen doen, en ze zelf ook doet, denkt u dat u aan het oordeel van God zult ontkomen?” (Romeinen 2:1-3)

GELOVIGEN God oordeelt ook de gelovigen. Hij eist meer van hen, omdat ze meer kennis hebben van de waarheid dan niet-gelovigen. “Zie, u wordt Jood genoemd. U steunt op de wet en roemt in God, en kent Zijn wil en onderscheidt wat wezenlijk is, omdat u uit de wet bent onderwezen. En u bent van uzelf overtuigd dat u een gids voor de blinden bent, een licht voor hen die in duisternis zijn, een opvoeder van onverstandigen, een leermeester van jonge kinderen, omdat u in de wet de belichaming van de kennis en van de waarheid hebt. U dan die een ander onderwijst, onderwijst u uzelf niet? U die predikt dat men niet stelen mag, steelt u zelf? U die zegt dat men geen overspel mag plegen, pleegt u zelf overspel? U die de afgoden verfoeit, pleegt u zelf tempelroof? U die in de wet roemt, onteert u God door de overtreding van de wet? Want de Naam van God wordt, zoals geschreven is, door uw toedoen gelasterd onder de heidenen.” (Romeinen 2:17-24) De enige oplossing voor de gelovigen is om zich aan God over te geven, op elk moment van je leven.

Gelovigen en niet-gelovigen, mannen en vrouwen, rijk en arm Gelovigen en niet-gelovigen, mannen en vrouwen, rijk en arm ... we zijn allemaal zondaars en zijn veroordeeld. Er zou voor niemand hoop zijn als het niet omwille van Gods genade was.

GODS OPLOSSING VOOR DE ZONDAAR De gerechtigheid van God betekent dat iedereen die geloof in het Evangelie heeft (de kruisdood van Jezus) redding zal verkrijgen. “Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: ‘Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.’” (Romeinen 1:16-17) Als u in de dood van Jezus gelooft door het geloof, is het dat geloof dat u leidt om God steeds meer te vertrouwen. Wij hebben het leven en wij worden door dat geloof rechtvaardig genoemd.

ONBOETVAARDIGE ZONDAARS Een zondaar kan zich vastklampen aan de redding die God heeft gegeven (de dood van Jezus) door het geloof. Dat geloof leidt tot bekering en tot een verandering in zijn leven. “Of veracht u de rijkdom van Zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en geduld, zonder te weten dat de goedertierenheid van God u tot bekering leidt?” (Romeinen 2:4) BEROUWVOLLE ZONDAARS “namelijk zij die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eeuwige leven… maar heerlijkheid en eer en vrede over ieder die het goede werkt, eerst over de Jood, en ook over de Griek.” (Romeinen 2:7,10) ONBOETVAARDIGE ZONDAARS “Zij echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden. Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek.”(Romeinen 2:8-9)

“De Heer schat de heiligheid van Zijn volk op hoge waarde, en Hij staat het toe dat tegenslagen over mensen komen, over gezinnen en over kerken, dat Zijn volk hun gevaar kan inzien en hun harten voor Hem in bekering mogen verootmoedigen. Hij zal Zijn afgedwaalden met tederheid behandelen. Hij zal hen vergeven en hen met het kleed van Christus' gerechtigheid bekleden. Hij zal hen eren met Zijn aanwezigheid. Op deze, de grote dag van verzoening, is het onze plicht om onze zonden te belijden, en Gods genade en liefde te erkennen in het vergeven van onze overtredingen. Laten we de Heer bedanken voor de waarschuwingen die Hij heeft gegeven om ons te redden van onze perverse wegen. Laat ons de Heer danken voor zijn goedheid door een verandering in ons leven te openbaren.” E.G. White (Sons and daughters of God, 10 September)