Educatieve info woensdag 8 februari
Waar gaan we het over hebben? Rekenen Splitsen van 1 t/m 10 Verhaaltjessommen Taal Letters Woordjes lezen Begrijpend lezen
Rekenen: splitsen Splitsen is uit elkaar halen van een getal. Maak de splitsing concreet. Gebruik hierbij materialen, zoals suikerklontjes, knopen, potloden, gummen, kinderen etc. Laat de splitsing opschrijven op papier. Automatiseer de geleerde splitsingen: gooien met een bal.
Rekenen: verhaaltjessommen Hoeveel heeft Daan gegooid met de dobbelstenen?
Rekenen: verhaaltjessommen Inge heeft 5 kiwi’s. Ze snijdt alle kiwi’s door de helft. Hoeveel stukken kiwi heeft ze dan?
Rekenen: verhaaltjessommen Hoeveel punten heeft Kevin?
Rekenen: verhaaltjessommen Ik koop 3 verpakkingen met peren. Hoeveel peren heb ik dan?
Rekenen: verhaaltjessommen 1 pak melk kost 2 euro. Ik koop 2 pakken melk. Hoeveel moet ik betalen?
Taal: letters
Kern 7: 15 woordjes in 1 minuut. Taal: woordjes lezen Kern 7: 15 woordjes in 1 minuut. Oefenen: Gebruik de leesschema’s die als huiswerk worden meegegeven (woordjes en teksten). Gebruik als timer de stopwatch van een telefoon, keukenwekker of zandloper.
Taal: begrijpend lezen Na het lezen van een verhaal/tekst is het van belang om na te gaan of uw kind het verhaal begrepen heeft. U kunt over het verhaal praten en daarbij de W-vragen gebruiken: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom? Hoe?
Taal: begrijpend lezen Voorlezen is ook belangrijk om het begrijpend lezen te bevorderen. Wanneer u een verhaal heeft voorgelezen aan uw kind, kunt u daarna de W-vragen stellen.