De aangepaste syllabus:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Advertisements

Bijeenkomst 3 Hoe bouw je een les op en hoe houd je hierbij rekening met het leren van leerlingen?
Algebra en tellen Subdomein B1: Rekenen en algebra
Bijeenkomst 10 Oriëntatiekennis Vakdidactiek 2.
Examens maken ….
Workshop Examen geschiedenis Havo-Vwo Bjorn Wansink en Hanneke Tuithof
De gevolgen voor leerlingen en docenten Door Wibe Balt en Esther Koops
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Een kwestie van passen en meten?
Regels zijn regels.
Les 1 De wereld staat in brand
Klaar voor het nieuwe examenprogramma biologie met Nectar Tweede Fase!
Evaluatie examens LBB 2009 Vragenlijst en examenbespreking Deelnemers Groene leertraject.
NSB Dymfna Winter, Sonny Groo & Khadiya.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Hands On: leren binnen handbereik
Omgaan met bronnen over het Midden-Oosten
Solliciteren: wat wil ik?
De aangepaste syllabus:
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Historische Context Duitsland in het nieuwe examen geschiedenis Geert van Besouw Hanneke Tuithof Bjorn Wansink Ik ben Hanneke Tuithof. Vakdidacticus geschiedenis.
SLO ● nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Herziening examenprogramma en syllabus Albert van der Kaap
De Koude Oorlog
Nascholingsmiddag vmbo bovenbouw Utrecht, 17 juni 2014.
Paragraaf 1 De agrarische revolutie. Kenmerkende aspecten bij deze paragraaf: De levenswijze van jagers-verzamelaars Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
Spel Politiek Nederland
Inhoud Nieuwe examenprogramma’s vmbo beroepsgericht
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
KRITISCH DENKEN 10 Co-premissen I © Kritisch Denken.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Paragraaf 13.4 Noord en Zuid.
inhoud Beperkingen algemeen - spellingcontrole ER-toets en syllabus
Door: Huub Kurstjens (Cito)
De Grondwet van 1848.
Hoofdconcepten en eindtermen
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Dide Breuer.
Albert van der Kaap 4 november 2016
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Netwerkbijeenkomst ronde 3
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Cursus 1.3 Reis door de tijd Klas 1 KGT Lesweek 3
Bronnen en onderzoeksvragen
Het verschil tussen werkomschrijving en bestek?
Het centraal examen vmbo, sprong in het duister of voorspelbaar?
Mijn visie op onderwijs
Cursus 3.4 Rechten van de Mens Klas 2 KGT Lesweek 2
De ontwikkeling van een centraal examen
Wereldoorlogen Kenmerk 41 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden Les 1 – Terreur en Rassenpolitiek.
Kenmerken van het nieuwe examenprogramma
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
Cursus 6.2 : Koude Oorlog 2 KGT Lesweek 1
Leren van leerlingen en de opbouw van een les
Stellingen Het VMBO-examen verandert m.i.v. examen 2018
Toetsing Vakdidactiek 2.
René Alberts, Cito, 5 februari 2018
Historisch redeneren in combinatie met Taalgericht vakonderwijs
Redeneren met bronnen Albert van der Kaap.
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten HAVO
Hoeveel weet jij van onderzoekers?
Jan Stevens – Cito Jan Straver - CvTE
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten VWO
Informatie examen Leerjaar 3 BL en KL BWI en PIE
Informatie examen Leerjaar 4 BL en KL Groen en E&O
Informatie examen Leerjaar 4 GTL
Informatie examen Leerjaar 4 BL en KL Z&W en HBR
Informatie examen Leerjaar 4 BL en KL BWI en PIE
Informatie examen Leerjaar 3 BL en KL Z&W en HBR
Informatie examen Leerjaar 3 GTL
Transcript van de presentatie:

De aangepaste syllabus: Continuïteit en verandering: het vmbo-examen geschiedenis vanaf 2018 Door: Gerard Rozing (CvTE) en Huub Kurstjens (Cito)

Geschiedenis van vmbo-examen Vanaf 2003: eerste examens op basis van nieuw vmbo-examenprogramma (geen stofomschrijvingen meer, maar zes kerndelen; geen koppeling meer met H/V) Vanaf 2008: Staatsinrichting (SI) en (nieuw!) Historisch Overzicht (HO): twee vaste onderwerpen bij het CSE (allebei 50%) Vanaf 2011: nieuwe verdeling/weging: SI (1/3), HO (2/3)

Ervaringen met SI en HO in het veld: Historisch overzicht vanaf 1900 valt goed bij docenten en leerlingen Geen globale omschrijving maar specifieke invulling

Problemen met huidige syllabus: Systematiek in beschrijving is verschillend Omschrijving kerndeel Staatsinrichting (wording en werking lopen door elkaar) Inhoudelijke overlap tussen SI en HO (bv. verzuiling, Pacificatie e.d.) Geen samenhang tussen SI en HO De drie verrijkingsthema’s staan (deels) los van de rest van het HO Springerig karakter van het examen Preambulegevoeligheid

Syllabuscommissie voor afname examens in 2018 Opdracht: Integreer de verrijkingsdelen van GTL in het HO Neem zoveel mogelijk de overlap van SI van Ned. en HO vanaf 1900 weg Structureer de SI van Ned. op dezelfde wijze als het HO Zorg ervoor dat de totale omvang van de examenstof niet toeneemt

Wat heeft de syllabuscie gedaan? De grote lijnen (1) Nieuwe structuur met drie kolommen naast elkaar: 1) Europa (en de wereld) 2) geschiedenis van Nederland 3) staatsinrichting van Nederland 6 periodes vanaf 1848 (1848-1914, 1914-1918, 1918-1939, 1939-1945, 1945-1989, vanaf 1990) SI geïntegreerd in HO; HO begint vanaf 1914

Wat heeft de syllabuscie gedaan? De grote lijnen (2) Werking SI: intro m.b.v. basisbegrippen. Gereedschap voor de leerling Verrijkingsdelen SU en NI geïntegreerd in HO Verrijkingsdeel M-O naar het SE Omvang ongeveer gelijk aan vorige syllabus

Wat heeft de syllabuscie gedaan? Document syllabus: rood, groen en geel SI van Ned.: Willem III, Caoutchouc artikel Von Schlieffenplan Duitsland: binnen- en buitenlandse politiek tijdens het Interbellum NI geïntegreerd in geschiedenis van Ned. Koude Oorlog: o.a. Hongaarse opstand EU: andere benadering

Resultaten veldraadpleging: Algemeen: Feb-mrt 2015: digitale raadpleging 153 collega’s hebben gereageerd Overgrote meerderheid vindt de nieuwe structuur (3 kolommen) overzichtelijk Splitsing tussen wording en werking SI is een verbetering/overzichtelijker Steun voor integratie van verrijkingsdelen Steun voor de aanvullingen voor Duitsland tijdens het Interbellum

Resultaten veldraadpleging Enkele vragen: ‘Geeft deze conceptsyllabus voldoende houvast aan u als docent om uw GLT-leerlingen voor te bereiden op het CSE?’ --> Ja: 95% Nee: 5% ‘Bevat de conceptsyllabus volgens u nog onduidelijkheden?’  Ja: 12% Nee: 88% ‘Aanvullingen, tips kunt u hieronder kwijt.’  5 kantjes! Graag voorbeeldvragen!

Gevolgen voor de examens Wat verandert er in de examens vanaf 2018? en: Wat voor soort vragen kunnen er verwacht worden? Geen totaal nieuwe aanpak, maar accentverschillen. In ‘oude’ examens al voorbeelden/trend te herkennen.

Voorbeeld 1: Vragen die gebaseerd zijn op (nieuwe) contexten waarbij een link gelegd kan worden naar enkele omschrijvingen in de syllabus.

GTL 2015-1, vraag 23, P’ 39 bron 12 Een deel van een pamflet (1942):   Aan alle leraren en onderwijzers uit Nederland! De nazi-agenten hebben iets nieuws: Het nationaal-socialistische Opvoedersgilde, waarin alle leraren verenigd moeten worden. Opvoeders van de Nederlandse jeugd, bedenk: uw taak is zeer belangrijk! Weiger als één man lid te worden van het Opvoedersgilde! Geef dit pamflet door. Laat het uw collega's lezen!

Gebruik bron 12. (1p) Het pamflet was een reactie op de Duitse bezetting van Nederland. Tegen welk onderdeel van de Duitse bezetting is dit pamflet gericht? A censuur B deportatie C gelijkschakeling D propaganda E tewerkstelling CV: C

Voorbeeld 2: Overall-vragen: zowel verticaal, in de tijd (van 1848 tot nu) als horizontaal, in de stof (dwars door Staatsinrichting, geschiedenis van Nederland en Historisch Overzicht van Europa heen).

GTL 2013-1, vraag 32, P’33 bron 18 Gedeelte van een telegram uit Indonesië van de Stichting Indië in Nood aan de Tweede en Eerste Kamer (1946):   Gebruik bron 18. (1p) Veel historici vinden de vergelijking van Soekarno met Mussert historisch niet juist.  Geef een argument waarom volgens deze historici de vergelijking historisch niet juist is. Wilt u HITLER terug? Wilt u MUSSERT terug? Waarom zou u dan 70 miljoen Indonesiërs aan SOEKARNO uitleveren?

CV: maximumscore 1 Voorbeeld van een juist antwoord is (één van de volgende): Mussert was een nationaal-socialist, Soekarno niet. Mussert had relatief weinig aanhangers onder de Nederlandse bevolking / Soekarno had een grote(re) aanhang onder de Indonesische bevolking. Mussert gaf de onafhankelijkheid van Nederland (door zijn collaboratie/samenwerking met de Duitse bezetter) zelf op / Soekarno kwam juist op voor de onafhankelijkheid van zijn land (door zich te verzetten tegen de Nederlandse kolonisator).

GTL 2014-1, vraag 10, P’59 bron 4 Een foto uit de tijd van de Duitse bezetting van Nederland (1942):

Gebruik bron 4. (1p) Het echtpaar op de foto is verplicht een herkenningsteken te dragen. Tegenwoordig zou dat ondenkbaar zijn, omdat het in strijd is met een grondrecht uit de Nederlandse grondwet.  Welk grondrecht wordt bedoeld?

CV: maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat het (dragen van een Jodenster) in strijd is met het discriminatieverbod / het recht op gelijke behandeling.   Opmerking Niet goed gerekend mag worden vrijheid van geloof of godsdienstvrijheid.

Voorbeeld 3: Vragen die gaan over ‘nieuwe’ stof (denk aan Historisch Overzicht van Nederland tussen 1848 en 1900 of aanvullingen van de stof bij het Interbellum of nieuw toegevoegde begrippen).

Nieuwe stof o.a.: 1848-1914: gebeurtenissen en ontwikkelingen in Nederland als context voor staatkundige ontwikkelingen Enkele gebeurtenissen in de jaren twintig in Duitsland Enkele gebeurtenissen in de buitenlandse politiek van Duitsland in de jaren dertig Enkele losse begrippen en/of gebeurtenissen (er wordt aan enkele voorbeeldvragen gewerkt!)

Voorbeeld 4: Vraagvormen die in de oude syllabus niet of nauwelijks voorkomen en in de nieuwe syllabus wel (denk o.a. ook aan historisch redeneren en aan doorstroming naar Havo!).

GTL 2015-2, vraag 22, P’65 (2p) Een bewering: een parlementaire democratie en het Führerprincipe passen niet bij elkaar.  Leg uit dat deze bewering juist is, door: . aan te geven wat het Führerprincipe is en . aan te geven waarom het Führerprincipe niet past bij een parlementaire democratie.

CV: maximumscore 2 Voorbeeld van een juist antwoord: Het Führerprincipe is (onvoorwaardelijke) gehoorzaamheid aan de leider / dat de beslissingen worden genomen door slechts één persoon (zonder gecontroleerd te worden) 1 In een parlementaire democratie heeft een afvaardiging van het volk het laatste woord (en niet een leider/Führer) / worden de leiders gecontroleerd 1

Hoe nu verder? Planning: Voorjaar 2016: PTA (schooljaar 2016-2017) Zomer 2016: brochure en voorbeeldexamen (zowel voor GTL-papier als voor BB en KB-digitaal) Najaar 2016: artikel in Kleio Mei 2018: eerste examen op basis van de vernieuwde syllabus

Voor op- en aanmerkingen: Vragen? Dank voor uw aandacht! Voor op- en aanmerkingen: E-mail: Huub.Kurstjens@Cito.nl en grozing@planet.nl