De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

KRITISCH DENKEN 10 Co-premissen I © Kritisch Denken.

Verwante presentaties


Presentatie over: "KRITISCH DENKEN 10 Co-premissen I © Kritisch Denken."— Transcript van de presentatie:

1 KRITISCH DENKEN 10 Co-premissen I © Kritisch Denken

2 Hebben we nu alles gedaan?
Denk nog eens terug aan wat het betekent om een kritisch denker te zijn ... is het voldoende om een redenering te structureren?

3

4 Voorbeeld…

5 Identificeer aannames

6

7

8 Aanname…co-premisse

9 Voorbeeld..

10

11 Nut? Door aannames te expliciteren als co-premissen kunnen we preciezer de redenering analyseren en bijvoorbeeld gerichter bezwaren maken…..

12

13 Opdracht…

14 Waarom maken we ons sowieso druk over co-premissen?

15

16 Cumulatief geordend om je te helpen deze vaardigheden te verwerven
Overzicht Zes belangrijke KD vaardigheden

17 Welke regel wordt hier toegepast?

18 De uitdaging… Welke zijn dat…? Er zijn twee regels bij het maken van
co-premissen… Welke zijn dat…?

19 Toevoegen van co-premissen
Kun je vaststellen wat de co-premisse is? Hoe zou je het doen?

20 Hoe kom je er achter hoeveel co-premissen je moet invoegen?

21 Is er een betere manier om co-premissen te vast te stellen?

22 Het Konijnenprincipe Iedere belangrijke term of woordgroep die voorkomt in de stelling moet ook voorkomen in een premisse van de redenering. Met andere woorden: er worden geen konijnen uit de hoge hoed getoverd! Als een term in de stelling voorkomt, moet hij ook in de premisse zitten. Er mogen niet bij toverslag termen in de ene bewering voorkomen die niet in de ander terugkomen.

23 Het Konijnenprincipe toepassen
Markeer sleuteltermen of woordgroepen in de stelling.

24 Kijk naar de premisse(n) – welke termen van de stelling komen terug?

25 Wat ontbreekt er?

26 En wat nu?

27 Is dit goed? NEE! Premisse en stelling zijn hetzelfde. Dit is een Cirkelredenering en die is NIET GOED!

28 Dus… wat moeten we doen? Wordt vervolgd…

29 Bijlagen Bijlage 1: Toevoeging aan herhaling van wat we tot nu toe gedaan hebben:

30 Vorige lessen… Redenering
Onderdelen van redeneringen: stelling, redenen, bezwaren, weerleggingen. Andere begrippen: beweringen, proposities.

31 Voorbeelden We maakten onze eigen voorbeelden :

32 We gebruikten de redenering van iemand anders.
“Wapens dragen is een Amerikaanse traditie. Het is de verantwoordelijkheid van Amerikanen wapens te dragen omdat wanneer je niet gewapend bent je je onverantwoordelijk gedraagt. Wie verdedigt jouw kinderen – de politie? De Federale Regering? Nee – het is jouw taak jezelf en jouw naasten te beschermen en als je dat niet doet verzaak je je plicht als Amerikaan. Punt.”

33 Betogen….

34

35 Bijlage 2: 2e voorbeeld bij: - toevoegen co-premissen - soorten aanames

36 Ander voorbeeld… Statistiek 10% van de bevolking is homo.
Er zijn 4227 studenten recht, economie en gezondheidszorg in organisatie X. Dus er zijn op z’n minst 422 homo’s onder de studenten Recht, Economie en Gezondheidszorg in organisatie X.

37 Kern van de redeneerstructuur:

38 Wat ontbreekt?

39 Waar gaat die naar toe?

40 Begrippen… Een premisse is een bewering die hoort bij een reden of bezwaar.

41 Een co-premisse is iedere andere premisse van een reden of bezwaar dan de hoofdpremisse.

42 Een hoofdpremisse is de belangrijkste of opmerkelijkste premisse die hoort bij een bepaalde reden of bezwaar.

43 Mist er iets..?

44 Een verborgen premisse is een co-premisse die niet expliciet wordt genoemd in een redenering.

45

46 Aannames 1. beweringen die niet gemaakt worden
- zijn impliciet in redenering (verborgen premisse) 2a. beweringen die wel gemaakt worden: expliciete beweringen beweringen die als vanzelfsprekend waar worden aangenomen (zonder verdere steun of rechtvaardiging) 2b. beweringen die wel gemaakt worden: - die expliciet voorlopig als waar worden aangenomen ten behoeve van de redenering, vraag of hypothese.

47

48 Aannames… Hoofd premisse: deze statistische gegevens zijn deugdelijk (expliciet, geen rechtvaardiging) Hoofd premisse: de statistische gegevens van de gehele bevolking mogen met recht toegepast worden op de specifieke groep studenten van organisatie X (impliciet) 3. Co-premisse 1: de gegevens zijn gebaseerd op het aantal inschrijvingen (expliciet, geen rechtvaardiging) 4. Co-premisse 1: dat de persoon weet waarover hij praat - m.a.w. hij wordt geacht kennis te bezitten (impliciet) 5. Co-premisse 2: dat deze berekening juist is (impliciet)


Download ppt "KRITISCH DENKEN 10 Co-premissen I © Kritisch Denken."

Verwante presentaties


Ads door Google