Wat doe je met twee onnauwkeurigheden? Lees af en bepaal de afleesonnauwkeurigheid en instrumentonnauwkeurigheid Ik zit er maximaal 0,02 mL naast V = 20,38 mL afleesonnauwkeurigheid = 0,02 mL Instrumentonnauwkeurigheid = 0,05 mL Het instrument zit er maximaal 0,05 mL naast Worst case V = 20,38 ± 0,07 mL Waarom? Best case V = 20,38 ± 0,03 mL Ze heffen elkaar op Oplossing: iets tussen 0,03 en 0,07 in Dit is kleiner dan de instrumentfout, dat kan dus niet goed zijn Waarom is dit helemaal geen goede keus? Gemiddelde = 0,035 mL
Statistisch optellen afleesonnauwkeurigheid = 0,02 mL Instrumentonnauwkeurigheid = 0,05 mL Statistisch optellen (= kwadratisch optellen - Pythagoras) totale onnauwkeurigheid = x 0,02 x2 = 0,052 + 0,022 0,05 x2 = 0,0029 x = √ 0,0029 toevallig ook de grootste van de twee x = 0,05385 Afgerond x = 0,05 V = 20,38 ± 0,05mL Eindresultaat
Instrumentonnauwkeurigheid Fluke multimeter Nauwkeurigheidsspecificaties DC in millivolt Bereik: 600,0 mV Resolutie: 0,1 mV Nauwkeurigheid: ± ([% van meetwaarde] + [counts]): 2,0% + 3 DC-spanning Bereik/resolutie: 6,000 V / 0,001 V 60,00 V / 0,01 V 600,00 V / 0,1 V ± ([% van meetwaarde] + [counts]): 0,5% + 2 de meter telt op dit bereik steeds met 0,01 Hoe groot is de instrumentonnauwkeurigheid bij een afgelezen waarde van 45,22 V? 0,5 % van de meetwaarde = 0,2261 V 2 counts = 2 x 0,01 = 0,02 V Totale instrumentonnauwkeurigheid = 0,2461 V Afleesonnauwkeurigheid = 0,00 V U = 45,22 ± 0,25 V Eindresultaat
Les voor de analist: altijd kalm blijven