Romeinen (2) WELKOM

Psalm 8: 1 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven- machtige God, Gij die uw majesteit ten hemel over ons hebt uitgebreid.

Psalm 8: 2 Wel doet de hemel hoog uw glorie blinken, maar in de mond van kind'ren doet Gij klinken uw machtig heil, zo maakt G' uw vijand stil en doet uw haters buigen voor uw wil.

Romeinen (2) GEBED

Romeinen (2) Lezen: Romeinen 1 Romeinen 1:1-7 = aanbeveling bij de lezers Romeinen 1:8-15 = welwillendheid kweken bij de lezers Hij wil Rome gebruiken als springplank naar Spanje. Romeinen 1:16-17 = grondthema van de brief Namelijk het evangelie is voor Joden en Grieken > dit thema blijft zeker in Romeinen 1-11 en 14-15 terugkeren Het lezerspubliek is vooral Joods < Habakuk 2:4

Romeinen (2) Lezen: Romeinen 1 Romeinen 1:16-17 = grondthema van de brief Van belang in de huidige tijd < Luthers ontdekking is voor een deel bepalend geweest hoe wij Romeinen 1:16-17 lezen, namelijk niet gerechtvaardigd op grond van werken, maar door het geloof wordt ons de gerechtigheid gegeven = recht staan tegenover God / vrede met HEM > kind Niet “verdiende” gerechtigheid, maar “geschonken.” Tegenwoordige stemmen: lees Romeinen tegen de achtergrond van het Jodendom van de eerste eeuw! Gerechtigheid is o.a. horen bij het volk van Abraham, toetreden dus > wet en besnijdenis. Niet tegenover elkaar WET <> EVANGELIE

Romeinen (2) Opdracht (1) “In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’” (Romeinen 1:17). Wat bedoelt Paulus? Probeer dit in eigen woorden weer te geven en te delen met een ander.

Romeinen (2) Opdracht (2) “In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’” (Romeinen 1:17). Lees nu Romeinen 4:7-12. Lees eventueel Handelingen 15:1-5. Hoe kan Romeinen 4:7-12 (Handelingen 15:1-5) ons helpen om Romeinen 1:17 beter te begrijpen?

Romeinen (2) Voorlopig antwoord: Joodse christenen > behoud door de Messias, Christus betekent toetreden tot het verbond door besnijdenis als voorwaarde voor gerechtigheid. Paulus > Geloof (geschenk van God – Efeziërs 2:8) Het geloof in Christus verenigt Joden en Grieken Daarbij gaat Paulus terug achter Mozes > Abraham Vader van alle gelovigen – Joden en Grieken (Romeinen) Geloof = toevertrouwen aan, luisteren naar, de diepste grond van een relatie

Romeinen (2) Gevaar nog niet geweken: Joden moesten leren zien dat besnijdenis niet + voorwaarde was. Kerken lopen gevaar, zeker als bepaalde leerpunten sterk benadrukken of aanpassing aan ongeschreven normen vragen in dezelfde valkuil te stappen.

Romeinen (2) Lezen: Romeinen 1 Romeinen 1:18-32 = analyse van de wereld De toorn van God: reden = 1:18-23 Gevolg van de toorn van God 1:24-25 1:26-27 1:18-32 Vraag: hoe kunnen we dit toepassen op de huidige tijd? Onderling bespreking met terugkoppeling.

Romeinen (2) Romeinen 1:18-32 = analyse van de wereld Vraag: hoe kunnen we dit toepassen op de huidige tijd? Onderling bespreking met terugkoppeling.

Romeinen (2) Probleem (kwetsbaar): “Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens. De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; zo worden ze ervoor gestraft dat ze van God zijn afgedwaald” (Rom 1:26–27).

Romeinen (2) Probleem (kwetsbaar): Verenging tot vraag: mag een homoseksuele relatie nu wel of niet. Soms met kort-door-de-bocht-reacties > Paulus wist niet goed, wat wij nu wel weten. Of: het gaat niet over relaties in liefde en trouw > dus niet over een liefdevolle homoseksuele relatie. Verbreding tot uitgangspunt: “De rechtvaardige zal leven door geloof” (Rom 1:17).

Romeinen (2) Geen uitzondering voor de Joden; Weliswaar wel met voorrechten, maar… De wet,… de heidenen zijn zichzelf tot wet; De besnijdenis,… Abraham is een vader van onbesnedenen en van besnedenen. Allen vrijspraak in Christus van de toorn van God > Romeinen 5:1-11

Romeinen (2) Voor de volgende keer… Lees Romeinen 4:1-8:39 En blz. 17-26 van de cursus.

Psalm 8: 3 Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen, de maan, de duizend sterren die daar branden, wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt, het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt?

Psalm 8: 4 Gij hebt hem bijna goddelijk verheven, een kroon van eer en heerlijkheid gegeven, Gij doet hem heersen over zee en land, ja, al uw werken gaaft Gij in zijn hand.

Psalm 8: 6 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven. Heer, onze God, hoe vol van majesteit hebt Gij uw naam op aarde uitgebreid.

Romeinen (2) DANKGEBED