presentaties bij lessenserie Grolleman, G. (2013) presentaties bij lessenserie Grolleman, G. (2013). Een eerste stap naar zelfstandig leren. Amsterdam: Instituut voor de Lerarenopleiding UvA.
LOONVORMING
LES 1 arbeids- voorwaarden
Agenda hoofdpunten van de stof opgaven nakijken m.b.v. antwoordenboekjes simulatie arbeidsvoorwaardengesprek nabespreken
Leerdoelen Aan het einde van de les: kun je uitleggen wat een vakbond is en wat een vakbond doet. kun je uitleggen wat een CAO is en voor wie en wanneer deze geldt. kun je vertellen hoe een werkgever en een werknemer tot een arbeidsovereenkomst komen.
ARBEIDSVOORWAARDEN primair: loon en de normale arbeidstijd secundair: overige voorwaarden - reiskostenvergoeding - vakantieregeling - kinderopvang - scholing - …
ARBEIDSOVEREENKOMST(EN) individueel: tussen één werknemer en één werkgever collectief: tussen meerdere werknemers en werkgever(s) (CAO) = Collectieve ArbeidsOvereenkomst - werknemers verenigd in vakbonden (FNV, CNV, ..) - werkgevers in werkgeversbonden (VNO-NCW,…) als er voor een hele bedrijfstak wordt onderhandeld. Een CAO geldt voor iedereen als deze algemeen bindend is verklaard door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. meeliftgedrag ( collectieve dwang) correctie op pagina 32 1e alinea, 1e regel
Huiswerk nakijken opgaven 4.2 t/m 4.4 Ben je klaar? Ga verder met opgaven 4.5 t/m 4.8 (4.9 niet)
SIMULATIE ARBEIDSVOORWAARDENGESPREK Je hebt je HAVO-diploma binnen en nu……………… Je bent straks of werknemer of werkgever. Behaal een zo goed mogelijk resultaat binnen de grenzen die je hebt (deze staan op de hand-out). Laat je hand-out niet zien aan je onderhandelingspartner! Na afloop van het gesprek vullen jullie samen een arbeidscontract in.
HUISWERK woensdag 15 mei maken opgaven 4.5 t/m 4.8
LOONVORMING
LES 2 koopkracht
Agenda hoofdpunten van de stof klassikaal bespreken opgaven 4.7 en 4.8 instructie voor het maken van overzicht van de stof antwoorden nakijken m.b.v. antwoordenboekjes opgaven 4.5 en 4.6 overzicht maken van de stof + nabespreking
Leerdoelen Aan het einde van de les: kun je berekeningen uitvoeren met nominale, reële en prijsindexcijfers. kun je het verschil uitleggen tussen prijscompensatie en initiële loonstijging. kun je een overzicht maken van de lesstof.
KOOPKRACHT NIC RIC = x 100 PIC Stijgt je loon net zo hard als de prijzen? prijscompensatie Stijgt je loon harder dan de prijzen? prijscompensatie + initiële loonstijging
Overzicht maken §4.1 en §4.2 kies tussen een samenvatting, concept map of onderstrepen doe het individueel of in duo’s na afloop bespreken Ben je eerder klaar? Ga verder met een overzicht te maken van §4.3, §4.4 en §4.5
HUISWERK vrijdag 17 mei overzicht maken van §4.3, §4.4 en §4.5 maken opgaven 4.10 t/m 4.12
LOONVORMING
LES 3 loonkosten en arbeids-productiviteit
Agenda hoofdpunten van de stof klassikaal bespreken opgaven 4.10 t/m 4.12 proefwerkvraag maken nabespreking
Leerdoelen Aan het einde van de les: kun je berekeningen uitvoeren met nominale, reële en prijsindexcijfers. kun je het verschil uitleggen tussen prijscompensatie en initiële loonstijging. kun je zelf een relevante, objectieve, specifieke en efficiënte proefwerkvraag maken
Loonkosten en Arbeidsproductiviteit Een voorbeeld: Jansen BV maakt rolluiken: loonkosten: €20 per werknemer, per uur arbeidsproductiviteit (apt): 5 rolluiken per werknemer, per uur loonkosten per product? Stel: loon stijgt met 20% en de apt blijft gelijk? Stel: apt stijgt met 20% en het loon blijft gelijk?
Loonkosten en Arbeidsproductiviteit Een voorbeeld: Jansen BV maakt rolluiken: loonkosten: €20 per werknemer, per uur arbeidsproductiviteit (apt): 5 rolluiken per werknemer, per uur loonkosten per product? 20/5 = €4 Stel: loon stijgt met 20% en de apt blijft gelijk? loonkosten per product? 24/5 = €4,80 (+20%) Stel: apt stijgt met 20% en het loon blijft gelijk? loonkosten per product? 20/6 = €3,33 (-16,7%)
Loonkosten en Arbeidsproductiviteit indexcijfer loonkosten per product = indexcijfer loonkosten per werknemer x 100 indexcijfer arbeidsproductiviteit Als je grootheden op elkaar deelt, mag je procentuele veranderingen niet zo maar overnemen! Je moet dan indexcijfers gebruiken.
proefwerkvraag maken Maak nu zelf een proefwerkvraag op basis van de stof van §4.5. Een goede toetsvraag is: relevant: aansluiten bij de stof en de leerdoelen objectief: eenduidig, verschillende beoordelaars komen tot dezelfde beoordeling specifiek: duidelijk, alleen degenen die het begrepen hebben, beantwoorden hem goed efficiënt: niet te veel informatie, of te lang antwoord
Loonkosten en Arbeidsproductiviteit indexcijfer loonkosten per product = indexcijfer loonkosten per werknemer x 100 indexcijfer arbeidsproductiviteit Als je grootheden op elkaar deelt, mag je procentuele veranderingen niet zo maar overnemen! Je moet dan indexcijfers gebruiken.
HUISWERK dinsdag 21 mei overzicht maken van §4.6 en §4.7 maken opgaven 4.14, 4.16 en 4.17
LOONVORMING
LES 4 inkomens- verschillen
Agenda korte inleiding huiswerkopgaven nakijken m.b.v. antwoordenboekjes plan van aanpak maken nabespreking
Leerdoelen Aan het einde van de les: kun je aangeven hoe vraag en aanbod een rol spelen op de arbeidsmarkt. kun je het verschil tussen een mening en een economisch argument uitleggen. kun je je mening onderbouwen met economische argumenten. kun je een plan van aanpak maken om zo veel mogelijk aandacht te krijgen.
Huiswerk nakijken opgaven 4.14, 4.16 en 4.17 Ben je klaar? Ga verder met de zelftestopgaven
Overtuig de minister! Kies alleen of met z’n tweeën twee groepen uit waarvan jij het onterecht vindt dat er inkomensverschillen tussen bestaan. bijvoorbeeld: man – vrouw jong – oud allochtoon – autochtoon … - …. Maak een plan hoe je de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunt overtuigen van jouw gelijk en de situatie gaat veranderen!
Overtuig de minister! Gebruik de bron op pag. 37 en de tekst op pag. 38. In je plan beantwoord je in ieder geval de volgende vragen: - Wie ben je? - Wat wil je bereiken? - Welke groepen betreft het? - Waarom vind je dit oneerlijk? - Welk medium gebruik je en waarom? (email, video, demonstratie, ...) - Welke informatie baseer je je op? eventueel: - Heb je genoeg informatie/bewijs? - Hoe zou je aan extra informatie/bewijs kunnen komen? - Hoe kun je eventuele tegenargumenten ontkrachten? IS JE PLAN AF? WERK HET VERDER UIT!!!
HUISWERK woe 22 mei zelftest maken van hoofdstuk 4