Naar een krachtige samenwerking tussen ouders en school Werkkader ouderbetrokkenheid en de zeven dimensies van ouderbetrokkenheid Elke Govaerts Kruispunt Migratie-Integratie
Een krachtige samenwerking Doel: Een krachtige samenwerking ifv het welbevinden de leerkansen de leerresultaten van het kind Kind, ouder en school zijn partners in het leren van het kind. Vanuit Kruispunt MI en de integratiecentra op zoek naar bruikbare instrumenten voor ouderbetrokkenheid. We vertrekken hierbij vanuit de idee dat voor welbevinden, leerkansen en leerresultaten van kinderen een krachtige samenwerking tussen ouders en school, en zeker in het secundair, maar ook de basisschool, nodig is. De samenwerking is geen doel op zich, Wel: creëert de meest optimale omstandigheden voor de ontwikkeling van het kind. Vertrekt vanuit de overtuiging dat je SAMEN meer kan bereiken in de opv en ontwikkeling van het kind dan elk op zich. Partnerschap ook uitleggen vanuit de kloof tussen school en thuisomgeving. Cfr. Onderzoek wijst erop dat jongeren die disontinuïteit ervaren tussen verschillende omgevingen verhoogd risico lopen op slechte schoolse prestaties en psychologische problemen.
Krachtige samenwerking De school De leerling Kern: onderwijs verstrekken De ouder Om dat doel te bereiken, drie partners. Leerling, als we willen dat die zijn eigen leren in handen neemt, kunnen we het niet zonder hem doen. Ouders, primaire band met de leerling School, die het onderwijs verstrekt, heeft beide partners nodig om dit goed te doen. School uit Tessenderlo, ouders als partners zien helpt!
Achtergrond Vraag: wat is nodig voor échte ouderbetrokkenheid? Onderzoek Nicole Vettenburg en Silvie Samaey (Ugent, 2004)in opdracht van Schoolopbouwwerk Brussel vzw (nu OCB). Verfijnd binnen het Kruispunt Migratie-Integratie en de integratiecentra Anekdote- agenda tekenen van dochter: maar bij jullie is dit niet nodig Hoewel scholen proberen om betrokkenheid van ouders te bereiken via gedrag, is dit niet wat ze eigenlijk willen. Wat is er dan nodig opdat ouders echt betrokken zijn? Onderzoek Vettenburg en Samaey
Betrokkenheid van ouders op school:7 dimensies 7 dimensies die meespelen bij het feit of ouders al dan niet betrokken zijn.
Kennisdimensie Wat weet de ouder over onderwijs, de school, de klas van zijn kind? Maar ook: Bezit de ouder over de inzichten / capaciteiten / vaardigheden om info te verzamelen over onderwijs? Kennisdimensie: slaat op de vraag wat de ouder weet over onderwijs, studierichting, de school, de klas van zijn kind. Tegelijk slaat deze dimensie op de vraag of de ouder al dan niet de kanalen kent om meer te weten te komen over het onderwijs, de studierichting, de school, de klas van zijn kind. Wat weten ouders over onderwijs in het algemeen (bijvoorbeeld leerplicht, de structuur van het onderwijs?) Wat weten ouders over de school van hun kinderen ( het pedagogisch project, het schoolreglement, de verwachtingen naar huiswerk, activiteiten voor ouders)? Wat weten ouders over de klas van hun kind? (Wat leert mijn kind? Welke activiteiten gebeuren er in de klas? Wie is de klasleerkracht? ) Weten de ouders waar ze meer info over studierichtingen, inschrijvingsrecht, de school en de klas van hun kind kunnen krijgen? Weten de ouders wanneer ze terecht kunnen bij het CLB ? Er wordt veel ingezet op kennis maar gebeurt vaak niet goed: te veel info, niet gedifferentieerd. Men ziet ‘kennis van het onderwijs’ te vaak als DE sleutel tot ouderbetrokkenheid. Als ouders maar weten…. dan zullen ze ook doen. Opm: als er hier staat ‘onderwijs’, dan bedoelen we hier inderdaad ‘onderwijs’ in het algemeen. Tegelijk hebben we het ook over de school en de klas van mijn kind. - Ook wat weet de ouders over wat er van hen verwacht wordt? Kent de ouder de weg? 6
Emotionele dimensie Hoe voelt de ouder zich tov onderwijs, de school van zijn kind? -> Verwijst naar de manier waarop onderwijs ouders benadert -> Hier spelen ook de eigen school-ervaringen van de ouders mee Emotionele dimensie: slaat op de vraag welke gevoelens bij de ouders overheersen in de relatie tot de school, het onderwijs in het algemeen. Heeft de ouder het gevoel dat hij welkom is op school? Welke gevoelens heeft de ouder tegenover het onderwijs in het algemeen? Heeft de ouder het gevoel dat de directeur, de leerkrachten, de secretariaatsmedewerkers,het onderhoudspersoneel vriendelijk zijn? Heeft de ouder het gevoel dat hij zijn mening mag zeggen, een inbreng kan hebben, mag deelnemen aan het schoolleven? Heeft de ouder het gevoel dat de school het goed voor heeft met zijn kind? Heeft de ouder het gevoel dat hij op school aanvaard wordt zoals hij is? (cfr. kansarme ouder die zich schaamt voor uiterlijk, taal, ...) - eigen ervaringen - hoe welkom voelt een ouders zich - onderwijs algemeen - school: eigen school - klas: eigen juf Mensen kiezen heel vaak op basis van emoties- veel meer dan dat ze zelf denken vb. rechtse partijen heel de reclamewereld is hierop gebaseerd.
Rationele dimensie Welke overwegingen bepalen of ouders zich inzetten / niet inzetten voor het onderwijs van hun kinderen? -> Wijst op de kosten- baten analyse die ouders maken om zich al dan niet in te zetten voor het onderwijs, de school van hun kind. Rationele dimensie: slaat op de kosten-baten analyse die ouders maken om zich al dan niet in te zetten voor de school, de schoolloopbaan van hun kind. Ouders gaan na wat dit hen ‘opbrengt’ en wat hen dit ‘kost’. Zien ouders het belang in van onderwijs? Zien ouders het belang is van zelf te investeren in de schoolloopbaan van hun kind? Zijn ouders bereid om hiervoor kosten te maken zoals tijd investeren, eventueel verlof nemen, een busticket kopen om naar de school te reizen, om kinderopvang te voorzien zodat ze naar een ouderbijeenkomst kunnen gaan,… ? Zien de ouders het belang in van aanwezig te zijn op oudermomenten? - verlof nemen? - tijd? - babysit? - niemand kennen? - letterlijke kosten daartegenover wat brengt dit op
Overtuigingsdimensie Is de ouder ervan overtuigd dat hij een rol kan spelen in de schoolloopbaan van zijn kind? -> Wijst naar de manier waarop… de ouder denkt over zijn rol i/h onderwijs hoe men denkt over onderwijs zelf (gelooft de ouder dat het onderwijs openstaat voor ouders om i/h onderwijs een rol te spelen) Raadseltje als start van dit item: Een chirurg is samen met zijn zoon een avondje wezen sporten. Op de terugweg overkomt ze een ongeluk . De vader raakt buiten kennis, maar is niet ernstig gewond. De toestand van de zoon is dusdanig dat hij met spoed geopereerd moet worden. In het ziekenhuis zegt de dienstdoende chirurg: Ik opereer die jongen niet, want het is mijn zoon! Hoe kan dit? (Oplossing: de chirurg is de moeder van het kind) -> overtuigingen sturen ons kijken, ons denken, ons handelen. -> In dit model gaan we ook de overtuigingen van de ouder in beeld brengen omdat we geloven dat het een grote rol speelt in de mate waarin de ouder betrokken is op het onderwijs, het schoolgebeuren van zijn kind. Overtuigingsdimensie: slaat op de vraag of de ouder ervan overtuigd is dat hij een rol kan spelen in de schoolloopbaan van zijn kind? Hoe denkt de ouder over zijn eigen rol in de schoolloopbaan van zijn kind? Ziet hij voor zichzelf een rol weggelegd? Is de ouder ervan overtuigd dat hij een positieve invloed kan uitoefenen op het welslagen en welbevinden van zijn kind? Of is de ouder er eerder van overtuigd dat hij er voor hem geen rol is weggelegd? Scholen moeten dus aandacht schenken aan initiatieven die: Het gevoel stimuleren dat ouders een taak hebben tav onderwijs aan hun kinderen de doelmatigheidsbeleving van ouders tov die taak bevorderen werkelijk mogelijkheden bieden om betrokken te zijn. Nog een voorbeeldje van een psychologisch experiment om te illustreren hoe sterk onze overtuigingen ons denken en ons handelen stuurt: De onderzoek Rosenthal nam (in 1966) intelligentietesten af van leerlingen, maar vervalste de uitkomsten willekeurig. Hij gaf de vermeende resultaten aan de leerkracht. De leerlingen die volgens de vervalste tests als "intelligent" golden, behaalden veruit betere resultaten op school dan degenen die als "minder intelligent" golden. Blijkt dat de onbewuste houding van de leerkracht in kwestie, bepaalde leerlingen meer bevoordeelde. - overtuigingen bouw je langzaam aan op - overtuigingen bepalen ook hoe we ons gedragen (cfr. verhaal over leerkracht en IQ-testen) - heel moeilijk om overtuigingen te veranderen, die gaan heel lang mee (bijvoorbeeld angst voor honden) - overtuiging heeft te maken over rollen, maar die zijn eigenlijk niet vastomlijnd. Ouders hebben vaak maar 1 vaste rol voor ogen en het is de uitdaging om rollen zo breed mogelijk te definiëren. - rol hangt samen met identiteit en met het beeld dat je van jezelf hebt.
Competentiedimensie Voelt / is de ouder (zich) competent om zijn kind te ondersteunen/ te communiceren met de school / … ? -> Verwijst naar vaardigheden en capaciteiten die de ouder heeft om betrokken te zijn op onderwijs Competentiedimensie: slaat op de vraag of de ouder (zich) al dan niet competent voelt/is om een rol op te nemen in de schoolloopbaan van zijn kind? Is (voelt)de ouder ( zich) competent om een gesprek aan te gaan met de leerkracht over het welbevinden van zijn kind? Om via de schoolagenda het huiswerk van zijn kind op te volgen? Om zijn kind te ondersteunen bij de overgang van het lager naar het secundair onderwijs? Om een rol op te nemen in het oudercomité van de school? Opgelet: In de literatuur wordt met het begrip ‘competenties’ vaak verwezen naar de kennis, vaardigheden en attitudes van een persoon. Hier is dit uiteengetrokken in de ‘kennisdimensie’ en de ‘competentiedimensie’ waarbij ‘competentie’ hier enkel slaat op vaardigheden en capaciteiten. Sommigen vinden het onderscheid tussen de competentie- en de overtuigingsdimensie niet evident. Nochtans zijn er duidelijke verschillen. Je kan er bijvoorbeeld als ouder van overtuigd zijn dat je wel degelijk een rol te spelen hebt in de schoolloopbaan van je kind maar je voelt je niet competent om effectief een rol op te nemen. Denk bijvoorbeeld aan ‘huiswerk’: je kan er als ouder van overtuigd zijn dat ouders een rol te spelen hebben in het afhandelen van het huiswerk, tegelijk is het goed mogelijk dat je je als ouder niet competent voelt om hierin een rol te spelen. Of omgekeerd: je kan je wel competent voelen om het huiswerk van je kind te begeleiden maar je kan ervan overtuigd zijn dat dit als ouder niet jouw rol is. Opmerking: veel heeft hier te maken met hoe je die ‘rol’ invult. Veel ouders zullen zich wellicht niet competent voelen om als ‘huiswerkoplosser’ op te treden maar misschien wel als diegene die ervoor zorgt dat het huiswerk gemaakt wordt in een rustige omgeving. Voelt de ouder zich competent om kind te ondersteunen? Om de communiceren met school? Om assertief zijn mening te geven? Inspelen op talenten
Gedragsdimensie Hoe zet de ouder zijn betrokkenheid om in concreet waarneembaar gedrag? -> Heeft betrekking op de gedragingen en reacties die ouders hebben tav onderwijs (onderwijsleerproces kind ondersteunen, contacten met onderwijs, hulp aan onderwijsactiviteiten, aanwezigheid van ouders op bijeenkomsten en activiteiten) Gedragsdimensie: slaat op de vraag hoe de ouder effectief zijn betrokkenheid omzet in concreet waarneembaar gedrag? Ondersteunt de ouder het kind bij het maken van schooltaken? Neemt de ouder deel aan oudercontacten, openklasmomenten, informatiemomenten? Verleent de ouder zijn hulp bij het organiseren van school- of klasactiviteiten? Maakt de ouder deel uit het oudercomité? Zet de ouder zijn betrokkenheid tav onderwijs om in concreet waarneembaar gedrag
Tijdsdimensie Hoeveel tijd besteedt de ouder aan bepaalde zaken? -> Verwijst naar de tijdsinvestering die gaat naar verschillende manieren om betrokken te zijn op onderwijs (altijd in relatie met gedragsdimensie) Tijdsdimensie: slaat op de vraag hoeveel tijd de ouder besteedt aan bepaalde zaken Deze dimensie wordt samen met de gedragsdimensie bekeken. Waar in de gedragsdimensies de vraag gesteld wordt naar hoe de ouder zijn betrokkenheid omzet in waarneembaar gedrag wordt hier de vraag gesteld naar de tijd die de ouder hieraan besteedt. Hoeveel tijd besteedt de ouder aan zijn contacten met de school? Hoeveel tijd besteedt de ouder aan het ondersteunen van het kind bij het maken en/of organiseren van zijn schooltaken? Opgelet: - Contextfactoren zoals bv extreem slechte levensomstandigheden van het gezin waardoor de ouders niet de mentale ruimte bezitten om zich in te zetten voor de schoolloopbaan van het kind, zitten niet in deze dimensies vervat maar zijn wel belangrijk om mee te nemen. Alle dimensies zijn even belangrijk, er is geen hiërarchie. Gedrags- en tijdsdimensie moet je steeds in relatie tot elkaar zien: niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit. Opgelet: contextfactoren zoals bv extreem slechte levensomstandigheden van het gezin waardoor de ouders niet de mentale ruimte bezitten om zich in te zetten voor de schoolloopbaan van het kind, zitten niet in deze dimensies vervat maar zijn wel belangrijk om mee te nemen. Je moet inspelen op alle dimensies wil je ouderbetrokkenheid beïnvloeden. Nu staat kennisdimensie en gedrags/tijdsdimensie dikwijls voorop. Maar het is niet omdat je iets ‘weet’ (kennis) dat je het daarom ook doet (gedrag). Voorbeelden: cfr Pilates les Ann, vertelkoffers
Betrokkenheid van school op ouders: 7 dimensies Hiermee aan de slag in de integratiesector. Vanuit praktijk gevoel dat er iets ontbrak. Voorbeeld: scholen voeren acties uit, leerkrachten gaan wel regelmatig contacten aan met ouders, maar daarom zien ze ouders nog niet als echte partners. Brainstorm: we moeten ook de spiegel maken, de school moet ook betrokken zijn op de ouders
Betrokkenheid van school op de ouders Kennisdimensie: Wat weet de school/de leerkracht over de ouders? Emotionele dimensie: Welke gevoelens heeft de school/de leerkracht tegenover de ouders? Rationele dimensie: Welke overwegingen bepalen of de school/de leerkracht zich inzet/niet inzet voor alle ouders? Overtuigingsdimensie: Is de school/de leerkracht ervan overtuigd dat zij een rol te spelen hebben in het tot stand brengen van een krachtige samenwerking tussen ouder en school. Kennisdimensie: slaat op de vraag wat de school/de leerkracht weet over de ouders van hun leerlingen. Tegelijk slaat deze dimensie op de vraag of de school al dan niet de kanalen kent om meer te weten te komen over de ouders van zijn leerlingen. Wat weet de school/de leerkracht over de sociaal-economische situatie, de migratiegeschiedenis, de sociaal-culturele situatie van de ouders en de implicaties hiervan? Over de gevoelens van de ouders tegenover de school/onderwijs in het algemeen? Over de overwegingen van ouders om zich al dan niet in te zetten voor het onderwijs van hun kind? Over de kennis die ouders hebben over het onderwijs van hun kind, …? Kent de school organisaties die hen relevante informatie kunnen bezorgen over de achtergronden ouders van hun leerlingen -> Het gaat hier dus niet alleen over het verzamelen van kwantitatieve gegevens over de ouders/families van de kinderen (bv GOK-cijfers) Het gaat ook over kwalitatieve gegevens Emotionele dimensie: slaat op de vraag welke gevoelens bij de school/de leerkracht overheersen in de relatie met de ouders? Welke gevoelens heeft de school/ de leerkracht tegenover de ouders? Heeft de school/de leerkracht het gevoel dat de ouders open staan voor wat ze over het kind willen vertellen? Heeft de school/ de leerkracht het gevoel dat de ouders hen waarderen? -> Deze dimensie wordt vaak vergeten maar is wel van groot belang. Denk bijvoorbeeld aan leerkrachten die lesgaven in een school die altijd bevolkt was door een Vlaamse middenklasse-publiek. In een paar jaar tijd evolueerden ze naar een school dat bestaat uit een heel ander publiek: kinderen van allochtone origine met een andere thuistaal dan het Nederlands, kinderen uit families met een lagere SES,… Dit creërt bij sommige leerkrachten een gevoel van ‘verlies’: we gaven al 10 jaar les op deze manier en nu lukt het niet meer, we organiseren al jaren onze oudercontacten en infomomenten op deze manier en nu komt er geen kat meer op af,…. met … negatieve gevoelens tav de ouders als gevolg. Rationele dimensie: slaat op de kosten-baten analyse die de school maakt om zich al dan in te zetten voor alle ouders van hun leerlingen. De school gaat na wat hen dit ‘opbrengt’ en wat hen dit ‘kost’. Ziet de school/de leerkracht het belang in van een goede samenwerking met alle ouders? Is de school/leerkracht bereid om hiervoor kosten te maken zoals extra tijd op school blijven, een nascholing te volgen, huisbezoeken te doen,… Overtuigingsdimensie: slaat op de vraag of de school ervan overtuigd is dat zij een rol te spelen hebben in het vormgeven van een krachtige samenwerking tussen ouder en school? Hoe ziet de school/ de leerkracht zijn rol in dit verhaal? Vindt de school dat ze hier een opdracht in hebben of niet? Is de school ervan overtuigd dat zij een impact heeft op de relatie met de ouders? Of :Vindt de school dat het initiatief hiervoor van de ouders moet komen?
Betrokkenheid van school op de ouders Competentiedimensie: Beschikt de school/de leerkracht over voldoende competenties om ouderbetrokkenheid te realiseren (i.c. interculturele competenties)? Gedragsdimensie: Wat doet de school/de leerkracht concreet om ouders te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kind? Tijdsdimensie: Hoeveel tijd besteedt de school/de leerkracht aan het werken aan ouderbetrokkenheid? Competentiedimensie: slaat op de vraag of de school (zich) competent voelt / is om te werken aan een krachtige samenwerking tussen ouder en school? Is (voelt) de school/de leerkracht (zich) voldoende competent om alle ouders te betrekken bij het schoolgebeuren van hun kind? Om met alle ouders te communiceren? Om alle ouders te ondersteunen? Om moeilijke boodschappen over te brengen aan ouders? Om inzicht te krijgen in de vragen en bezorgdheden van ouders? Gedragsdimensie: slaat op de vraag wat de school/de leerkracht concreet doen om ouders te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kind? Voert de school / de leerkracht een communicatiebeleid dat haalbaar is voor alle ouders? Wordt er op school ruimte en tijd gecreëerd voor informele contacten met ouders (bv. Schoolpoortcontacten, huisbezoeken)? Organiseert de school oudercontacten, openklasmomenten en andere ouderbijeenkomsten die zijn afgestemd op de diverse groep ouders van de school? Tijdsdimensie: slaat op de vraag hoeveel tijd de school/de leerkracht besteedt aan het werken aan een goede samenwerking tussen ouders en school? Deze dimensie wordt samen met de gedragsdimensie bekeken. Waar in de gedragsdimensies de vraag gesteld wordt naar hoe de school/de leerkracht zijn betrokkenheid omzet in waarneembaar gedrag wordt hier de vraag gesteld naar de tijd die de school/de leerkracht hieraan besteedt. Hoeveel tijd besteedt de school/de leerkracht aan zijn contacten met de ouders?
Betrokkenheid Wederzijdse betrokkenheid uit zich als een attitude. Aandacht hiervoor binnen opleiding en schoolbeleid kan die attitude mee vorm geven!! Betrokkenheid is zo voor ons een wederzijds iets, anders werkt het niet. Het is ook een grondhouding, een attitude, langs beide kanten. Attitude lijkt iets vaag, maar door specifiek aandacht te hebben voor de 7 dimensies in opleiding en in schoolbeleid, kan je die attitude wel beïnvloeden!
Hartelijk dank voor jullie aandacht! Meer info? Rachel Laget Rachel.laget@kruispuntmi.be Elke Govaerts Elkegovaerts@yahoo.com