Frequently Asked Questions Versie 20 juli 2017
Wat is de status van de FAQ? In deze FAQ staan vragen en antwoorden, gericht op de interne processen van aanbieders, die nodig zijn om de uitvoeringsvarianten goed in te richten of gaan over het afsluiten van dbc’s De vragen zijn geclusterd naar onderwerp De antwoorden zijn afgestemd met de VNG en iSD De FAQ wordt regelmatig aangevuld met nieuwe vragen en antwoorden. Daarom staat steeds de datum van publicatie onderaan de vraag. Als het antwoord wordt aangepast, zal dit hier ook kenbaar worden gemaakt. U kunt uw vragen indienen bij vandbcnaaruv@ggznederland.nl. We beantwoorden uw vraag persoonlijk en komt mogelijk ook terug in deze presentatie (uiteraard geanonimiseerd)
Beantwoord vragen over Afsluiten dbc’s Contractering Kostprijzen en tarieven Zorgtoewijzing Bronregistratie Procesinrichting Facturatie Verantwoording ICT
3. Vragen over kostprijzen en tarieven 3.1 Er zijn meerdere indelingen denkbaar als er een gedifferentieerd/functie tarief wordt gefactureerd. Welke indeling wordt geadviseerd? Momenteel wordt door een aantal gemeentes gewerkt aan een voorstel voor een indeling en een opzet voor passende productcodes. Het streven is om voor deze indeling breed draagvlak te krijgen en om hiervoor een verzoek in te dienen bij het zorginstituut voor nieuwe productcodes die deze indeling ondersteunen. Dit verzoek zal door het zorginstituut in september in overweging worden genomen. GGZ Nederland en VNG zijn voorstanders van het mixtarief, omdat dit administratief het eenvoudigst is. Een gedifferentieerd tarief is zeer complex in de administratief afhandeling van aanbieders. Zo vraagt het aanzienlijke ict aanpassingen, continu onderhoud op de inhoud van tabellen doordat op een detailniveau aan medewerkers is gekoppeld, en is er een grotere foutkans bij facturatie. We zien andere mogelijkheden om te betalen voor daadwerkelijk geleverde zorg, waarin rekening wordt gehouden met functiemix. Maar als er dan toch gekozen wordt voor een gedifferentieerd tarief, dan pleiten wij voor een eenduidige indeling. Datum antwoord: 20-7-2017
4. Vragen over zorgtoewijzing 4.1 Wanneer gebruik ik de productcode voor diagnostiek? In de handreiking van de VNG staat: productcode is bestemd voor situaties dat enkel om een diagnostisch onderzoek wordt gevraagd door bijvoorbeeld een wijkteam of huisarts. Een (verzoek om) toewijzing voor diagnostiek betekent dus dat alleen diagnostiek wordt gedaan, geen behandeling (bron; handreiking bekostiging jeugd-ggz inspanningsgericht v2.0). Dit is een beleidsmatig advies over het gebruik van de landelijke productcodes Datum antwoord: 20-7-2017
5. Vragen over bronregistratie 5.1 Wie mogen er tijdschrijven? De verschillende uitvoeringsvarianten vragen een andere registratie van aanbieders. Enkel voor de inspanningsgerichte variant is de tijdsregistratie nodig voor de facturatie. In de Handreiking van de VNG is beschreven wie er tijd mogen schrijven: Door het gebruik van de DBC-systematiek zijn GGZ-behandelaren al bekend met tijdschrijven. Dit kan blijven bestaan, ook voor behandelaren die werken in de kliniek. Administratief personeel en management schrijven geen tijd. Deze personele kosten zijn al als opslag opgenomen in het tarief voor behandeltijd... Behandelaar: professional met een geregistreerde GGZ-opleiding die betrokken is bij de behandeling van de cliënt. GGZ Nederland en VNG adviseren om de handreiking hierin te volgen. GGZ Nederland werkt momenteel aan een document om deze registratie te concretiseren. Datum antwoord: 20-7-2017
5. Vragen over bronregistratie 5.2 Op welke wijze moet de diagnose(classificatie) worden vastgelegd? Voor de bekostiging is het vastleggen van de diagnose en classificatie niet meer van belang. De diagnose en de classificatie mag na beëindiging van de dbc’s voor de jeugd-ggz niet meer worden uitgewisseld in de financieel-administratieve verantwoording naar de gemeenten. Voor de interne bedrijfsvoering, de kwaliteitsborging en de aansluiting met de volwassenen-ggz is het logisch om de diagnoseclassificatie op de gebruikelijke manier voort te zetten, d.w.z. het registreren volgens de DSM 5 van hoofddiagnose en nevendiagnosen. Aandachtspunt hierbij is dat dit niet meer onder de huidige licenties kan, omdat deze enkel betrekking hebben op db(b)c. GGZ Nederland overweegt of wenselijk is om en hoe hier collectief iets voor te regelen. Wij raden aanbieders aan om hierover ook in contact te treden met de ict leveranciers. Er hoeft geen conversie plaats te vinden naar de DSM-IV zoals voor de volwassenen-ggz omdat die conversie noodzakelijk is voor de bekostiging. In de gegevensuitwisseling tussen zorgprofessionals, bijv. in de communicatie tussen huisarts en zorgaanbieder is het gebruikelijk aan te sluiten op de meest actuele DSM-classificatie (DSM-5). Hierbij dient uiteraard de privacywetgeving in acht te zijn genomen De DSM-5 is een classificatiesysteem waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde psychische stoornis op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten. Het is nadrukkelijk geen diagnose-handboek. Het stellen van een diagnose gebeurt door uitgebreid en nauwkeurig psychiatrisch onderzoek volgens de daarvoor geldende richtlijnen. De DSM-5 stelt dat classificatie alleen geëigend is wanneer dit relevant is voor de behandeling van de patiënt. (bron: Q&A lijst DSM-5 van NVvP, 2014) Datum antwoord: 20-7-2017
7. Vragen over facturatie 7.1 Moet ik een declaratiebericht (d-code) of facturatiebericht (f-code) versturen? Voor deze vraag verwijzen we naar de site van ISD. Hier geven ze gemeentes het advies om gebruik te maken van de facturatieberichten (fcode) http://i-sociaaldomein.nl/verschil-tussen-declaratiebericht-en-factuurbericht Tip 1: Wees alert op wat er staat in de aanbestedingen/ contracten. Per gemeente wordt er gekozen voor declaratie of facturatie. Tip 2: Ga na wat de impact is op de interne processen (o.a. facutartieproces, debiteurenbeheer) en stem in af met de leveranciers van je epd, management informatiesysteem, debiteurenadministratie Tip 3: Factureren betekent ook creditnota's. Analyseer in je processen waardoor onjuistheden in facturen kunnen ontstaan en voorkom onnodige creditnota's om zo de administratieve belasting te beperken Datum antwoord: 20-7-2017