Ben jij gedreven door nieuwsgierigheid? Nieuwsgierigheid is natuurlijk onderzoekend gedrag dat voorkomt bij de mens en vele andere diersoorten. Nieuwsgierigheid is het emotionele aspect van levende wezens dat leidt tot verkenning, onderzoek en leren. (Wikipedia) Immers, nieuwsgierigheid focust de aandacht en motiveert tot het verkennen van de interne of externe omgeving met waardering voor nieuwheid, uitdaging en onzekerheid. Mensen die nieuwsgierig zijn staan meer open voor informatie die hun persoonlijke overtuigingen uitdagen. Ben jij gedreven door nieuwsgierigheid? Bron: APS. (z.j.) Activiteitenwaaier een onderzoekende leraar. 1
Inhoud bijeenkomst 1 Praktische zaken Het doen van onderzoek Oriënteren op eigen onderzoeksonderwerp
Afspraken AOS – schoolleiding - docent Onderwerpen (afstemming, samenwerking) Boek: Praktijkonderzoek in de school (Van der Donk en Van Lanen) Een lesvrije middag Begeleiding vanuit Tilburg University Toegang tot digitale bibliotheek Tilburg University Bibliotheekinstructie op Tilburg University Afspraken in een overeenkomst
Aanpak/organisatie/begeleiding Vaste middag Bijeenkomsten van 14:00 tot 16:00 uur Afwisselend groepsbijeenkomsten en spreekuren Groepsbijeenkomsten: scholing en intervisie Voor het spreekuur maak je een afspraak Van onderzoeksplan tot presentatie in een schooljaar De website van het docentonderzoek binnen de AOS
Wat wordt er van je verwacht? Uitvoering van een onderzoek Bijwonen van en samenwerken in groepsbijeenkomsten Inplannen spreekuren Enkele keren overleg met directie/sectie over onderzoek Deelname aan onderzoek (Tilburg University / UTwente) Onderzoeksplan (december 2015) Gegevens verzamelen (januari – april 2016) Presentatie van het onderzoek (juni 2016) Onderzoeksverslag (juni 2016) Artikel in Script!
Inhoud bijeenkomst 1 Praktische zaken Het doen van onderzoek Oriënteren op eigen onderzoeksonderwerp 6
Concept map
Maak individueel een concept map met als thema onderzoek (Duur: 20 minuten) Maak een lijst van 20-40 concepten die bij het doen van onderzoek horen. Bepaal welke concepten gerelateerd zijn en maak een rangorde van belangrijkheid. Zet alles in een concept map. Het kernconcept (onderzoek) staat in het midden. Let op: Concepten die volgens jou belangrijk zijn staan dichter bij de kern dan concepten die volgens jou minder belangrijk zijn. Verbind de concepten met lijnen (beschrijf eventueel op de lijn hoe de concepten samenhangen). Beantwoord als je klaar bent de volgende twee vragen (op de achterkant) Wat vind je van concept maps? Geef deze concept map je kennis van onderzoek goed weer?
Wat is praktijkonderzoek? Onderzoek dat wordt uitgevoerd door docenten en studenten (leraren-in-opleiding), waarbij op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen onderwijspraktijk en gericht zijn op verbetering van deze praktijk. (van der Donk & van Lanen, 2010) Systematische wijze: volgens wetenschappelijke standaarden. Interactie; met de school, het team, de leergemeenschap. In samenwerking. Verschil fundamenteel onderzoek: ontstaat vanuit theorie; doel is theorie-ontwikkeling. Praktijkonderzoek: ontstaat vanuit praktijk; doel is verbetering praktijk/ actie.
De onderzoekscyclus Orientatie: breed starten, thema. Richten: inzoomen: een vraag opstellen. Plannen: onderzoeksactiviteiten plannen. Evt ontwerpen. Verzamelen: van de gegevens (vragen, observeren…..) Analyseren en concluderen: antwoorden op de onderzoeksvraag formuleren. Zie pagina 20 uit handboek.
De onderzoekende leraar Stappen in onderzoek van docenten. Wat zijn uitdagingen per stap?
Opdracht: inhoud onderzoeksverslag Bepaal de opbouw van een onderzoeksverslag. Uit welke vaste onderdelen bestaat zo’n verslag? Werk in groepjes Gebruik het handboek Bezie onze website voor handige weblinks Hoe lees je zo’n rapport (welke onderdelen zijn het belangrijkst, want leest iedereen eerst?) Uit welke vaste onderdelen bestaan een onderzoeksrapport? 12
Inhoud onderzoeksverslag Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding: aanleiding en context Bijeenkomst 1-2 Probleemstelling: Bijeenkomst 3-4 Praktijkprobleem, literatuuronderzoek en onderzoeksvraag Onderzoeksmethode / aanpak Bijeenkomst 5-6 Resultaten Bijeenkomst 9 Conclusie(s) Bijeenkomst 10 Discussie / Vooruitblik / Evaluatie Geraadpleegde literatuur Bijlagen Zie handboek pagina 306 Je doet er goed aan meteen bij de start van het onderzoek met het schrijven van het rapport te beginnen. Je kunt meestal per fase al een heel stuk schrijven. Probleemstelling is een onderbouwde problematisering van datgene wat je wilt onderzoeken.
Inhoud bijeenkomst 1 Praktische zaken Het doen van onderzoek Oriënteren op eigen onderzoeksonderwerp 14
Start met nadenken over eigen onderzoek. Wat wil je onderzoeken? Deze vragen helpen je op weg. Zie Hoofdstuk 2, Oefening 2 Onderzoek welke onderwerpen actueel zijn op jouw school. Praktijkonderzoek kan gericht zijn op: Het eigen onderwijs Het curriculum De school De schoolomgeving De beroepsgroep en opleidingen
Oriёntatie op je praktijkonderzoek Welk praktijkprobleem wil je aanpakken? Het praktijkprobleem verkennen Het praktijkprobleem beschrijven Het kan heel goed zijn dat gaandeweg het onderzoek de beschrijving van het praktijkprobleem wordt bijgesteld. Bijvoorbeeld omdat blijkt dat deze toch nog te breed is omdat het beter is het vraagstuk uit de praktijk anders te formuleren. Dat is niet verwonderlijk. Je bent je immers gaan verdiepen in het onderwerp. Dat levert vaak meer inzicht op, wat weer tot gevolg kan hebben dat je het praktijkprobleem bijstelt. De beschrijving van het praktijkprobleem moet definitief zijn op het moment dat je daadwerkelijk gegevens gaat verzamelen. Anders bestaat de kans dat je allerlei inspanningen voor niets doet. Je verstuurt dan bijvoorbeeld enquêtes met vragen die er niet toe doen en zadelt jezelf op met gegeven die niet passen bij het beschreven praktijkprobleem. 16
Verkennen van praktijkprobleem (1) Doel: zicht krijgen op het probleem; aspecten. Technieken: Gericht brainstormen; met gerichte vragen Mindmapping; schematische weergave Conceptmapping; schematische weergave met relaties tussen deelaspecten Freewriting 17
Verkennen van praktijkprobleem (2) In gesprek gaan met anderen; vanuit eigen perspectief en dat van andere betrokkenen; vooronderstellingen formuleren. Informatie verzamelen in de praktijk; observeren, tekstbronnen bekijken, bevragen. Literatuurverkenning; inventariserend Verplicht jezelf om het praktijkprobleem te verkennen (om vooronderzoek te doen). Het brengt je namelijk op ideeën.
Opdracht: Verken het praktijkprobleem Start met het verkennen van het praktijkprobleem. Kies (samen) twee keer een techniek om het praktijkprobleem te verkennen. Noteer (documenteer) de bevindingen. Maak een plan(ning). Terugredeneren helpt hierbij. Terugredenen: Bij het scherper formuleren van je praktijkprobleem helpt het om alvast te denken aan de mogelijke conclusies. Wat zou er uit het onderzoek kunnen komen? Vervolgens ga je na of je tot die conclusies kunt komen op basis van je voorlopige beschrijving van het praktijkprobleem. Hebben de conclusies voldoende betrekking op het praktijkprobleem?
Formuleer: Wensen en verwachtingen over het traject AOS docentonderzoek Wat je hoopt te bereiken dit jaar: opbrengsten / doelen die je nastreeft Wat je hoopt te leren dit jaar: een leerdoel Verwachte valkuilen: Wat ga je lastig vinden? Sterke punten: Wat zal jou goed afgaan? Samenwerking: met wie en hoe? Binnen de eigen school, binnen de PLG?
Succesfactoren Duidelijkheid over positie onderzoek op school Intrinsieke motivatie (thema dat je echt boeit) Tijd en planning (wekelijks ritme) Relevantie, toepasbaarheid Relatie met competentieontwikkeling Positief leerklimaat: gesteund voelen Samenwerking Eigenaarschap: zelf en school Training en begeleiding Snelle resultaten (kleine, deelonderzoeken) Houd een logboek bij (documenteer alles)
Het forum
Huiswerk Maak een begin met het beschrijven van het praktijkprobleem. Op onze website staat een formulier dat je hierbij kan helpen. Handboek pagina 101-102 Beschrijving van het praktijkprobleem: Wat wil je onderzoek en waarom? Je geeft de focus en verantwoording van je onderzoek aan. Merk op dat geen enkel probleem voor zich spreekt. Je moet aangeven waarom en voor wie het een probleem is. Het helpt om te schrijven voor de leek. Maak alles zo duidelijk mogelijk. Bij het beschrijven van het praktijkprobleem ontwikkel je je kijk op het praktijkprobleem. Het is niet mogelijk om gelijk (bijv.) een vragenlijst af te nemen. Stel dat je vaststelt dat ‘de les niet goed loopt’. Tijdens de beschrijving (en verkenning) van je praktijkprobleem zul je al gauw stuiten op legio zaken die hier een rol kunnen spelen: De les is niet afgestemd op de doelgroep De deelname aan de les is niet voldoende De leraar gedraagt zich niet professioneel Het leslokaal is ongeschikt (te donker, benauwd) De lesdoelen zijn te ambitieus Je zult eerst het praktijkprobleem moeten verkennen voordat je weet waarop je je onderzoek kunt/wilt richten (en waarover je mensen kunt bevragen).