Herman Litjens specialist omgeving Veehouderij gezondheidsonderzoek omwonenden Herman Litjens specialist omgeving
Hoofdlijn van het onderzoek
Waar heeft het onderzoek plaatsgevonden Concept
Hoeveel personen hebben deelgenomen
Huisartsengegevens controlegroep
Hoeveel hebben deelgenomen aan het VGO medisch onderzoek Concept
Hoe ver woonden mensen die deelnamen van veehouderij af Afstand huisadres veehouderij Aantal dieren/bedrijven diersoort In straal van 500 meter en 1000 meter
Metingen bij veehouderijbedrijven
Belangrijkste conclusies Mensen in de buurt van veehouderij bedrijven hebben minder last van allergieën, astma (verhoging weerstand omdat je al vroeg met dieren in aanraking bent gekomen)
Belangrijkste conclusie (2) Er is geen relatie gevonden tussen veehouderij en omwonenden voor: Vee gerelateerde MRSA Zoönosen ESBL’s influenza
Belangrijkste conclusies (3) 10 % meer longontsteking bij pluimveebedrijven Normaal 1,5 % Binnen 1 kilometer van pluimveebedrijf 1,65 % (bij alle doelgroepen)
Cumulatie is waarschijnlijk het probleem Concept
Fijn stof emissie normen veehouderij Koe 118 gr (weidegang) 148 gr (opstallen) Vleesvarkens 156 gr (traditioneel) 61 gr ( 60% luchtwasser) Vleeskuiken 23 gr (traditioneel) 16 gr (eis huisvesting nieuw ) Legkip voliére 65 gr (traditioneel) 46 gr (eis huisvesting nieuw) Legkip grond 84 gr (traditioneel) 59 gr (eis huisvesting nieuw) Legkip batterij 5 gram Concept
Indicatie uitstoot fijn stof PM10 per bedrijf 200 koeien * 148 gram = 29,6 Kg 2500 vleesvarkens * 61 gram = 153 kg 50.000 vleeskuikens * 16 gram = 800 kg 25.000 leghenvoliére * 46 gram = 1150 kg 25.000 leghennen batterij * 5 gram= 125 kg Concept
Verminderde longfunctie in zwaar belaste gebieden Binnen een straal van 1 kilometer meer dan 15 bedrijven zijn. 2% tot 4 % minder longfunctie Terug te herleiden tot COPD patiënten Dat geldt niet voor overige groepen Gaat hier om primaire fijn stof Concept
Achtergrondbelasting fijn stof Acute verandering in longfunctie, gekoppeld aan ammoniakniveau in de lucht 2 %- 4% minder longfunctie bijvoorbeeld in perioden bij uitrijden van mest. Ammoniak bindt zich aan andere stoffen en wordt secundair fijn stof Effecten beperken zich niet tot omwonenden, maar vorming secundair fijn stof gaat over honderden kilometers
Bijdrage landbouw aan secundair fijn stof
Bijdrage PM 10 per sector Concept
Concept
Endotoxine Endotoxine zijn veehouderij gelelateerd (dode celwanden). Endotoxine = fijn stof Fijn stof = niet altijd endotoxine Er is een norm voor werknemers van 90 EUm3 Gezondheidsraad heeft 30 EUm3 als norm voorgesteld voor omwonenden Concept
Vorden Concept
Ysselsteijn Concept
Is geur/ fijnstof beleid al voldoende voor 30 eu/m3 Bij varkens zorgt de geurnorm er voor dat endotoxinenorm nooit overschreden wordt In zeer geconcentreerd gebieden is PM 10 al voldoende beschermend. Voor pluimvee is huidig fijn stof en geurnormen onvoldoende om te zorgen endotxine norm niet wordt overschreden
Dank voor uw aandacht
Evaluatie wet geurhinder Concept
Wet Geurhinder en veehouderij Concept
Uitgangspunt huidige wetgeving
Concept
Concept
Concept
Omgekeerde werking Mogen er andere ontwikkelingen in een geurcontour plaatsvinden. Ja mits Het de veehouder niet belemmerd Er een onderbouwing is van een redelijk woon- en leefklimaat
Uitzonderingen Wordt de veehouderij niet belemmerd; Wel altijd goede onderbouwing van een goed woon- en leefklimaat Voormalig woning van een veehouderijbedrijf (peilddatum 19 maart 2000) wordt niet beschermd) tenzij gemeente dit anders regelt. ft.
Woning mag niet gebouwd worden, belemmering veehouder
Woning mag gebouwd worden geen belemmering veehouder
Geur is onberekenbaar Berekende geurhinder is geen ervaren hinder Grote verschillen tussen bedrijven, management hoogte en richting ventilatie, hygiëne, voersamenstelling Geurhinder is sterk persoonsbgebonden Andere prikkels zoals stress versterken geurhinder, je ruikt ook met je ogen
Onderzoek GGD
Kritiekpunten GGD op geurwet Mensen ervaren meer geurhinder dan je zou verwachten. Er zit soms bijna een factor 2 tussen. Er is verschil tussen sectoren, bij pluimveehouderij meer. Bij melkveebedrijven is er nauwelijks geurhinder
Oorzaak van de verschillen De vragenlijst was neutraal. De aanbiedingsbrief niet, de term megastallen viel. Emissies zijn gedaald de afgelopen 15 jaar, Acceptatiegraad van hinder is de afgelopen 15 jaar nog harder gedaald. Beleefde geurhinder maar beperkt te verklaren is met berekenende geurhinder Sociale en psychologische factoren spelen dus een belangrijke rol bij geurhinder
ILVO onderzoek Gewerkt met telefonische enquête en snuffelploegen. Resultaten snuffelploegen Normen zijn in België strenger dan snuffelploegen In Nederland, voor grotere bedrijven is het model strenger, voor kleinere bedrijven is het model soepeler dan snuffelploeg Concept
ILVO onderzoek Telefonisch onderzoek (neutraal vragen gesteld) Relatief Weinig geurhinder gevonden Ook hier berekende geurhinder is moeilijk te verklaren met beleefde geurhinder. Weinig mensen dichtbij die gereageerd hebben Relatief kleine bedrijven Concept
Nieuwe geurregelgeving Geur maakt onderdeel uit van het omgevingswet, er komen richtwaarden in het BKL Geurnormen maken onderdeel uit van het omgevingsplan. Gebouwen die niet beoordeeld moeten worden als gevoelig object maken onderdeel uit van omgevingsplan Concept
Nieuwe systematiek Concept
Evaluatie BBT toepassen bij nieuwe stallen Geen standaard 50% regel meer bij overbelasting Hoe om te gaan met bedrijven boven de maximale waarde ? Is je vergund recht altijd je recht, of mag het ook wel eens aangepast worden ? Waar wordt de overbelasting door veroorzaakt ? Beoordeling bij wonen hetzelfde als bij veehouderij Concept
Evaluatie Gemeente blijft vrijheid houden om voorkeurswaarde vast te stellen iscussie over normen; GGD en burgergroeperingen willen voorkeurswaarde 2 ou op de bebouwde kom en 5 oue op het buitengebied Provincies, gemeenten, LTO nader onderzoek nodig Concept