EN WAT MOET LETS VLAANDEREN ER MEE ? DEELECONOMIE EN WAT MOET LETS VLAANDEREN ER MEE ? Emmanuel Steyaert Brussel, 19 maart 2017
Inhoud Deeleconomie “Delen is het nieuwe hebben” Wat wordt bedoeld met deeleconomie ? Van Dale woordenboek : economisch systeem gebaseerd op het delen van diensten en goederen Verschillende definities Belastingregime voor deeleconomie “Delen is het nieuwe hebben” Nieuwe woorden, en niet alles op een hoopje gooien … De wil tot verandering Positionering van Lets
Collaborative – Sharing De trend werd voor het eerst benoemd door Rachel Botsman in “What’s Mine is yOURS”. Botsman, R., Rogers, R., 2010. What’s Mine is Yours. How collaborative consumption is changing the way we live, Collins. : https://www.ted.com/talks/rachel_botsman_the_case_for_collaborative_co nsumption?language=nl#t-116402 The collaborative economy is defined as practices and business models based on horizontal networks and participation of a community, It is built on “distributed power and trust within communities as opposed to centralized institutions”, blurring the lines between producer and consumer.
Werkdefinitie van deeleconomie (Fencken) Fencken onderscheid vier vormen van ‘collaborative consumption’ (of duurzame consumptie), die een alternatief bieden voor de aankoop van eerstehands goederen. Het “samenwerkende” aspect tussen consumenten is steeds anders. In de deeleconomie geef je iemand tijdelijk toegang tot goederen, in de 2e handseconomie permanente toegang tot goederen, in de op-afroep economie levert iemand de dienst aan de hand van zijn eigen goederen, en in de b2c product-dienst economie levert een bedrijf een goed aan meerdere consumenten (en werken consumenten dus indirect samen). Werkdefinitie van deeleconomie (Fencken): het fenomeen dat consumenten elkaar gebruik laten maken van hun onderbenutte consumptiegoederen, eventueel tegen betaling
Met het ontleden van de definitie in drie elementen (i Met het ontleden van de definitie in drie elementen (i. consumenten onderling, ii. tijdelijke toegang, iii. goederen) kunnen we de deeleconomie scherp onderscheiden van andere vormen van economie: Bij delen gaat het om interacties tussen consumenten onderling (consumer-to- consumer, afgekort c2c) en dus niet om het huren of leasen van een goed bij een bedrijf (business-to-consumer, afgekort b2c). In het laatste geval spreken we van product-dienst economie, waarbij de dienst eruit bestaat dat de consument toegang krijgt tot een product, terwijl het bedrijf het product in bezit houdt. Denk bijvoorbeeld aan b2c autoverhuur. Bij delen gaat het om consumenten die elkaar tijdelijk toegang verschaffen tot een fysiek goed, en niet om de overdracht van de eigendom van het goed. De deeleconomie valt dus niet samen met de tweedehandseconomie. Daar gaat het om het doorverkopen of weggeven van goederen tussen consumenten, zoals dat gebeurt op online platformen als Marktplaats. Bij delen gaat het om efficiënter benutten van fysieke consumptiegoederen en niet om particulieren die elkaar een dienst verlenen. Immers, fysieke goederen kunnen onbenut zijn, mensen niet. Internetplatforms die consumenten bij elkaar brengen die elkaar diensten verlenen, worden ook wel aangeduid met de op- afroep economie (The Economist 2015), zoals in het geval van taxiritten of klussen in het huis.
Deeleconomie: definities EU The collaborative economy is a business trend including a varied range of activities and cutting across economic sectors, ranging from sharing houses and car journeys to domestic services. Sometimes also called "sharing economy", "peer-to-peer economy" or "demand economy", its contours are not precise. The European Commission uses a broad concept, referring to all the business models, primarily based on transactions between peers (an individual providing services on an occasional basis), where activities are facilitated by collaborative platforms that create an open marketplace for the temporary use of products or services. Such transactions often do not involve a change of ownership, and can be carried out on a profit or non-profit basis.
Deeleconomie: belastingen Vanaf 1 maart 2017 is een specifieke belastingregeling ingevoerd voor de diensten (en dus niet voor de leveringen van goederen) die een particulier, die niet in het kader van zijn beroepswerkzaamheid handelt, aan een andere particulier levert door tussenkomst van een elektronisch platform dat erkend of georganiseerd is door de overheid. Het tarief bedraagt 10 procent op het brutobedrag dat via het deelplatform verdiend wordt, inclusief eventuele vergoedingen voor gebruik van het platform). Elektronische platformen kunnen zich registreren bij de belastingadministratie om gebruik te maken van het gunstregime voor de deeleconomie. Platformen met een erkenning zullen dan zelf de bedrijfsvoorheffing inhouden voor hun gebruikers, doorstorten aan de fiscus en ook jaarlijks een overzicht opstellen van de inkomsten voor zowel de belastingadministratie als de bijverdiener. Platformen kunnen er voor kiezen zich niet te registreren. De gebruikers kunnen dan geen beroep doen op het gunstregime. Ze moeten hun bijverdienste dan aangeven als beroepsinkomen of diverse inkomsten, waarop veelal hogere belastingtarieven gelden. Het begrip 'deeleconomie' omvat de levering van diensten die particulieren buiten hun normale beroepsactiviteit leveren aan particulieren via een erkend internetplatform. Beperking van het gunstregime : niet meer dan 5.000 euro bruto per jaar.
De Vlaamse deeleconomie De Vlaamse deeleconomie bestaat voornamelijk uit initiatieven en organisaties die van onderuit zijn gegroeid. Daarnaast wordt heel wat gedeeld, geruild en hersteld in laagdrempelige vrijwilligersinitiatieven. Voor gebruiksgoederen is de deeleconomie in Vlaanderen nog veraf. KNELPUNTEN Om de deeleconomie in Vlaanderen te laten uitgroeien tot een stevige concurrent van de klassieke consumptie-economie dienen nog grote knelpunten aangepakt. Dat bestaande deelinitiatieven een sterke maatschappelijke missie als drijfveer hebben, is tegelijk de sterkte én zwakte van de deeleconomie. Een maatschappelijke missie waarborgt dat de Vlaamse deeleconomie maatschappelijke doelstellingen inzake milieu en sociale inclusie integreert in plaats van louter economische kortetermijnbelangen te dienen. Zwak is dan weer de relatief beperkte aandacht voor de ontwikkeling van deeldiensten op basis van economisch duurzame verdienmodellen. Dit lijkt nochtans noodzakelijk om op lange termijn te overleven en om verschillende doelgroepen aan te spreken. Een aanbod op maat van de gebruiker zou centraal moeten staan. De deelinitiatieven zelf ervaren vooral een gebrek aan zichtbaarheid bij de potentiële gebruiker. Ze hebben ook nood aan instanties bij wie ze terecht kunnen voor operationele ondersteuning, investeringsfinanciering en de verbetering van hun innovatiepotentieel. Van hebben naar delen in Vlaanderen _ Jeroen Gillabel (Bond Beter Leefmilieu) & Barbara Janssens (Netwerk Bewust Verbruiken) (juni 2014)
Deeleconomie in Vlaanderen Legende : Elke kleur staat voor een bepaalde sector waarvan we in ons dagelijks leven gebruik maken: Blauw (gedeelde mobiliteit voor wagens), Paars (gedeelde mobiliteit voor fietsen), Geel (gedeelde vormen van reizen en toerisme), Lichtgroen (vormen van crowdfunding), Donkergroen (gedeelde vormen van tuinieren, voedsel kweken en koken), Lichtgrijs (manieren van kennisdelen), Donkergrijs (delen en ruilen van goederen) en Roze (gedeeld wonen en werken
Systemen met een maatschappelijke missie tegen huidige consumptiemaatschappij Momenteel zijn er nogal wat nieuwe begrippen in de socio-economische sector. Deeleconomie (collaborative economy) Platformeconomie Peer-to-Peer Transitie Kringloopeconomie (circulaire economie) Commons Burgercollectieven Coöperatieve economie Complementaire munten en gemeenschapsmunten Sociale economie
Platform-economie Anderzijds associëren velen de term ‘deeleconomie’ met de opkomst van virtuele platformen die gebruikmaken van nieuwe technologieën. Disruptieve technologie (o.a. voor bestaande business modellen, maar ook mogelijkheden) Op die manier brengen ze consumenten moeiteloos in contact met particuliere producenten die goederen of diensten leveren. Die platformen kunnen ingezet worden om te delen, maar dat is geen vereiste, integendeel.
Transitie Definitie: duurzaamheidstransitie zijn de veranderingen die nodig zijn om systemen (het voedselsysteem, het mobiliteitssysteem, ...) richting duurzame ontwikkeling te bewegen. De industriële samenleving worstelt met hardnekkige problemen in de systemen die onontbeerlijk zijn voor onze welvaart, zoals het energiesysteem, het mobiliteitssysteem en het voedselsysteem. Er zijn transities nodig om die systemen te heroriënteren naar duurzaamheid, waarbij een transitie een diepgaande wijziging is in de dominante structuur, praktijken en cultuur van een systeem. Die dominante structuur, cultuur en praktijken wordt vaak het regime genoemd. In het mobiliteitssysteem is bijvoorbeeld het regime rond de auto met interne verbrandingsmotor dominant. Radicale veranderingen in regimes gebeuren natuurlijk niet van vandaag op morgen. Een transitie vraagt meestal verschillende generaties, verloopt in verschillende fasen en vraagt de betrokkenheid van een groot aantal actoren."
Kringloopeconomie (circulaire economie) Vanuit grondstoffen en natuur: duurzaam want maximaal hergebruik
Peer-to-peer systeem In de definitie van Michel Bauwens (P2P Foundation) is een peer-to-peer-systeem een sociaal-economisch systeem waarbij een individu vrije transacties met dat systeem aangaat. De peer-to-peer-economie is een economie gebaseerd op samenwerking en het delen van kennis. Een economie waar grootschalige massaproductie plaats maakt voor lokale productie op maat, met minder verspilling van grondstoffen en meer autonomie voor lokale gemeenschappen en individuen. Er is geen ander controlerend hiërarchisch orgaan dan de gemeenschap van peers "Geen enkel bedrijf, hoe groot het ook is en hoeveel mensen het ook kan rekruteren, is op den duur sterker dan een mondiaal netwerk van mensen die samenwerken." (Michel Bauwens)
Types van Peer-to-peer systemen Twee assen. De verticale as geeft weer in hoever een systeem op één centrale plaats beheerd wordt, al dan niet gedecentraliseerd of horizontaal qua structuur. De horizontale as geeft de intentie weer: van winstgedreven systemen tot systemen die een specifieke sociale doelstelling nastreven Vier types : Netarchisch kapitalisme / Global Commons Verspreid Kapitalisme / lokale veerkracht Lokale veerkracht: de gerichtheid op de lokale commons, al die kleine, lokale initiatieven zoals autodelen, couchsurfing, het Repair Café, Co- housing, LETS en andere vormen van Social sharing. Die initiatieven zijn niet winstgericht, maar gericht op gemeenschappelijk nut. Netarchisch kapitalistisch P2P systeem is opgezet geworden door een bedrijf uit winstbejag om de peer-to-peer dynamiek van de gebruikers om te zetten in ruilwaarde voor de aandeelhouders.
Commons The commons is the cultural and natural resources accessible to all members of a society, including natural materials such as air, water, and a habitable earth. These resources are held in common, not owned privately. The commons is a general term for shared resources in which each stakeholder has an equal interest. The commons as an alternative governance model on the basis of self-governance and reciprocity. Michel Bauwens heeft het over globale commons. Dit is een wereldwijde samenwerking op het vlak van kennis, ideeën, wetenschap, techniek en cultuur: bijv. Open Design zoals Wikispeed, Free and Open Source Software beweging, Open Source Journalism, Creative Commons, etc. De gerichtheid op het gemeenschappelijk belang en niet op winst biedt een alternatief voor het huidige economische systeem.
Burgercollectieven Cohousingverbanden, energiecoöperaties, zelfplukboerderijen: het aantal burgercollectieven in Vlaanderen groeit als nooit tevoren. De Vlaming wacht niet meer op de overheid, de zuil of de markt om het voor hem te regelen. Gezinnen die samenwonen in een vast cohousingverband, die samen een energiecoöperatie oprichten, die een zelfplukboerderij oprichten of een LETS-café.
Coöperaties Zoeken naar een manier om commons terug gemeenschappelijk te beheren Er wordt een link gelegd met falende overheid en economie (bedrijven) En op een of andere manier wil men dit in coöperaties brengen (een actieve demarche vanuit die sectoren in Vlaanderen)
Complementaire munten (gemeenschapsmunt) Definitie: munten die als betaalmiddel gebruikt worden naast de reguliere munteenheid van een land. Om toch vormen van bedrijvigheid in gang te zetten, gaan ondernemingen, overheden en individuen op zoek naar muntsystemen buiten de reguliere economie om. Waarom zou je je eigen munt invoeren? Met gemeenschapsgeld kan je zelf afspraken maken. Zo geef je de munten een doelstelling mee. Lokaal geld kan langer binnen de gemeenschap circuleren. Wat op termijn zowel lokale handelaars als consumenten ten goede komt. Gemeenschapsgeld kan ook positief gedrag belonen of maatschappelijke projecten ondersteunen. Het verhoogt dus de sociale en economische slagkracht van jouw gemeenschap. Vlaamse overheid (handboek gepubliceerd): Oude en nieuwe beleidshefbomen hebben elk hun terrein.
Sociale economie Bedrijven (als onderdeel van de reguliere economie) vanuit de integratie van zwakkere en achtergestelde groepen.
Positionering van LETS in dit alles LETS als beweging zal zich een plaats moeten geven in al die nieuwe begrippen. We leven immers niet op een eiland (standpunt kiezen) en duidelijkheid naar de buitenwereld (in hun taal, en in hun terminogie) maakt ons verhaal (en wervingskracht) alleen maar beter. Maar wij worden ook door de buitenwereld in hun verhaal getrokken : Citaten in persartikels Als voorbeeld in interne nota’s omtrent belastingen Conclusie : dit is een belangrijk thema voor LETS Vlaanderen als organisatie.
Bijlagen
LETS charter van LETS Vlaanderen LETS verbindt mensen (community building) en stimuleert sociale contacten door het uitwisselen van diensten en goederen en het organiseren van activiteiten in groep, waarbij verschillende talenten en competenties aan bod kunnen komen. LETS is plezant! Binnen het LETS-netwerk worden diensten en goederen uitgewisseld. Deze diensten en goederen worden vergoed in een systeem met een LETS-eenheid gebaseerd op tijd. Gelijkwaardigheid en wederkerigheid zijn daarbij fundamenteel. Een LETS-groep heeft een open en democratische bestuursvorm. Elk lid kan gedurende zijn of haar lidmaatschap mee vorm geven aan de groep. Solidariteit en verantwoordelijkheid dragen op sociaal, ecologisch en economisch gebied, sociale insluiting en vertrouwen zijn daarbij kernwaarden. Een LETS-groep kan samenwerken met andere LETS-groepen en ook met andere organisaties uit de buurt. Een LETS-groep is een open groep. Iedereen die de LETS-filosofie een warm hart toedraagt, is welkom ongeacht geslacht, vermeend ras, kleur, afkomst, nationaliteit of etnische origine, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, leeftijd, geloofs- of filosofische overtuiging, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap of lichamelijk kenmerk (cf. non-discriminatiecode)
Deeleconomie: definities (Wikipedia) De deeleconomie is een socio-economisch systeem waarin delen en collectief consumeren centraal staat. Het gaat om gezamenlijke creatie, productie, distributie, handel en consumptie van goederen en diensten. Informatietechnologie is vaak de katalysator die individuelen, vzw's en overheden van informatie voorziet die het delen en hergebruik van overcapaciteit mogelijk maakt. Verschillende termen worden gebruikt voor de deeleconomie zoals sharing economy, collaborative economy, collaborative consumption, peer-to-peer economy, platform economie of on-demand economie.