Werkgroep jong & geborgen Lieselot Bultinck (FOD Justitie) Kris Clijsters (Cachet vzw) Marijke Decuypere (ATD Vierde Wereld) Hilde Haerden (Campus O³ Genk) Katrien Herbots (Kenniscentrum Kinderrechten vzw) Johan Marchand (UZ Brussel en AZ Jan Portaels Vilvoorde, Vlaamse Vereniging voor Kindergeneeskunde) Martine Puttaert (Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin) Lucien Rahoens (Agentschap Jongerenwelzijn) Renilde Rens (Lokale politie Antwerpen) Arnold Schaek (vzw Het Open Poortje) Eric Schoentjes (Kinder- en jeugdpsychiatrie Ugent) Martine Smets (Kind en Gezin) Bram Spinnewijn (Domus Medica) Veerle Van Assche (Kind en Gezin) Bea Van den Bergh (Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Tilburg Universiteit en KU Leuven) Sofie Van den Bussche (CLB GO!) Saskia Van Paesschen (Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg) Johan Vanderfaeillie (Vrije Universiteit Brussel) Erik Vandooren (Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel) Christel Verhas (Gezinsbond)
2-ledige opdracht 1.Kadering van het omgaan met verontrusting 2.Aanbevelingen om beter om te gaan met verontrustende situaties
1. Een brede, maatschappelijke blik op omgaan met verontrusting bij jonge kinderen
Verontrusting = goede ontwikkeling van het kind wordt bedreigd risico op schade aan de ontwikkeling ook de prenatale periode! complex en multifactorieel gegeven van acuut tot chronisch
Iedereen kan verontrust zijn mandaat voor elke burger actiegerichte oriëntatie meer uitgesproken mandaat voor de professional verontrusting objectiveren
Decreet betreffende de integrale jeugdhulp van 12 juli 2013 de positie van vrijwilligheid in de jeugdhulp vrijwilligheid mag niet alles bepalen! begrip subsidiariteit vlotte aanmelding bij gemandateerde voorziening?
2. Aanbevelingen Overheid Individuen Organisaties
Aanbevelingen 1.Een gedeelde zorg in de samenleving 2.Kind centraal in alle omstandigheden 3.Elke professional weet om te gaan met verontrusting en kan verontrusting in gesprek brengen met het gezin (zelf of i.s.m. een aanspreekpunt binnen de organisatie) 4.Burgers en beroepsbeoefenaars kunnen hun verontrusting laagdrempelig uiten 5.De samenwerking van de diverse betrokkenen en hun organisaties is de sleutel in een degelijke aanpak van verontrusting 6.Enkele lijnen specifiek voor een doeltreffende jeugdhulpverlening
Aanbevelingen 1.Een gedeelde zorg in de samenleving 2.Kind centraal stellen in alle omstandigheden 3.Elke professional weet om te gaan met verontrusting en kan verontrusting in gesprek brengen met het gezin (zelf of i.s.m. een aanspreekpunt binnen de organisatie) 4.Burgers en beroepsbeoefenaars kunnen hun verontrusting laagdrempelig uiten 5.De samenwerking van de diverse betrokkenen en hun organisaties is de sleutel in een degelijke aanpak van verontrusting 6.Enkele lijnen specifiek voor een doeltreffende jeugdhulpverlening
Kind centraal stellen in alle omstandigheden professionele basishouding: steeds het belang van het kind mee in het vizier nemen tool ontwikkelen die “kind-check” ondersteunt ook prenataal op meerdere momenten in het traject belang nazorg: voldoende ‘voelsprieten’ rond het gezin
De samenwerking van de diverse betrokkenen en hun organisaties is de sleutel in een degelijke aanpak van verontrusting vertrekt steeds vanuit de samenwerking met het kind en het gezin samenwerken binnen lokale netwerken transparantie over ieders ondersteuningsmogelijkheden zelf-reflectieve netwerken die inspelen op noden/lacunes
Specifieke aandacht voor de samenwerking van politie en justitie met gezondheidszorg en de (jeugd)hulpverlening enkele wettelijke modaliteiten reeds aanwezig doelgerichte informatie-uitwisseling moet nog meer juridische omkadering krijgen family justice centers zorg voor de rechten van het gezin en het kind sensibilisering en bewustzijn van de diverse actoren nood aan verder overleg en concrete afspraken
Enkele lijnen specifiek voor een doeltreffende jeugdhulpverlening 1.Elk kind en diens gezin wordt tijdig en gepast geholpen in de jeugdhulpverlening 2.De samenleving dient te beschikken over kennis van verontrusting en kindermishandeling 3.Een verontruste aanmelder moet vlot bij een gemandateerde voorziening terecht kunnen voor een krachtdadige ondersteuning
Elk kind en diens gezin wordt tijdig en gepast geholpen in de jeugdhulpverlening tijdig nood aan gericht uitbreidingsbeleid schaarste en wachtlijsten vroegtijdige hulp aan gezinnen met jonge kinderen nood aan maximale termijnen voor toegang tot hulp
Elk kind en diens gezin wordt tijdig en gepast geholpen in de jeugdhulpverlening gepast begrip subsidiariteit voldoende vroegtijdig aanwezige publieke dienstverlening durf meteen een voldoende krachtig of intensief vrijwillige en aanvaardbare hulp versus nodige hulp procedures en organisatie ten volle ten dienste van de hulpverlening
Dank u voor uw aandacht!