Rijk geschakeerd! Decentralisatie en participatie: trends, relaties en gevolgen Prof. dr. Kim Putters Waalwijk, 7 november 2014
Naar een participatiesamenleving…? Brief van Minister President Rutte aan de Tweede Kamer over de bedoelingen van de participatiesamenleving d.d. 7 april 2014: De overheid tracht de ontwikkeling van nieuwe vormen van participatie te volgen, maar nog te vaak handelt zij vanuit klassieke hiërarchische verhoudingen (formeel, probleemgericht, risicomijdend en controleerbaar). De consequentie hiervan is dat maatschappelijk potentieel onbenut blijft. (…) Meer inzetten op decentralisatie, eigen verantwoordelijkheid en kracht biedt kansen om de kwaliteit van voorzieningen op peil te houden (…) en zo kan ook de sterke groei van noodzakelijke overheidsmiddelen van de afgelopen jaren worden gestopt. Wat is participatie? Doen we het nog niet, verkeerd of onvoldoende?
De participatiesamenleving: een kader
Decor: de Sociale Staat van Nederland Maatschappelijke participatie, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid: Hoge kwaliteit van leven, maar verslechtering voor het eerst sinds 30 jaar. Ca. 15% van de bevolking maakt gebruik van professionele hulp. Meer mantelzorg, maar veelal wel door dezelfde groep. Vrijwillige hulp vaker gecombineerd met professionele hulp en arbeid. Groeiende betrokkenheid bij de veiligheid in de buurt. Het (mee)beslissen in wijk en buurt neemt toe. Wat zijn de verwachtingen van elkaar richting 2040? Wat kunnen de middelgrote gemeenten daarbij betekenen? 5
Trend 1: aantal ouderen (in miljoenen) Bron: CBS
Trend 2: meer informele zorg Mantelzorg Allen3,5 miljoen > 8 uur en > 3 maanden1,1 miljoen Vrijwilligers in zorg Enquêtes1 miljoen Registraties
Vooral vrouwen, ouderen en kerkelijken (% 2010)
De mantelzorger ervaart grenzen Kunnen Beschikbare tijd (werk, gezin) Reistijd Financiële belemmeringen Ondersteuning belangrijk Willen Relatie moet goed zijn (mantelzorg) Type taken (billen wassen) Motieven (wat drijft mensen; wederkerigheid)
Trend 3: aantal uren vrijwillige inzet Aantal uren per week besteed aan vrijwilligerswerk, Nederlandse bevolking van 16 jaar of ouder, naar type dorp of stad (in procenten).
Trend 4: sportdeelname
Trend 5: grote verschillen tussen stad en platteland
Trend 6: voorwaarden actieve bijdrage (wijk)veiligheid
Conclusie 1: burger als partner in doe-democratie? De doe-democratie doet een groter beroep op beslissen over eigen leefomgeving, veiligheid of zorg.
Conclusie 2: naar een volwaardige lokale agenda Sturende rol in dialoog met burgers, maatschappelijke organisaties en andere gemeenten, gericht op (zie o.a. de SCP wetsevaluaties Wmo): Normen voor participatie en zelfredzaamheid Inspelen op ruimtelijke verschillen Democratisering via representatie en participatie Inzet op ambtelijke deskundigheid en kennis over doelgroepen en behoeften
Conclusie 3: her-uitvinding van de rijksoverheid? Kans 1: Ondersteunende rol: ‘helpende hand’ is niet ‘handen er vanaf’ Kans 2: Bewaken sociale grondrechten Kans 3: Borgen van democratie Kans 4: Garanderen toegankelijke en bruikbare informatie (monitoring/ toezicht) Risico 1: re-centalisatie Risico 2: gemeente (en burger) als uitvoeringsloket Risico 3: kwetsbare groepen vallen tussen wal en schip
Samenvattend: dilemma’s & kansen (middelgrote) gemeenten 1.Solidariteit eigen verantwoordelijkheid 2.Maatwerk gelijke behandeling 3.Bevoogding moreel appel 4.Representatie participatie 5.Uitvoeringsloket mede overheid/ burgerschap 6.Output outcome (oa Monitor Sociaal Domein)