De tekstsoorten en hun kenmerken 1. HET BETOOG Doel = publiek overtuigen van een mening of activeren om iets te doen (=overhalen / tot handelen aansporen) Inhoud: mening van de schrijver zelf en argumenten hiervoor Uitgangspunt = subjectiefVoorbeeld: De partij voor de dieren vindt dat het gebruik van proefdieren verboden moet worden en wil iedereen van deze noodzaak overtuigen, door alle nadelen van dierproeven en argumenten voor het afschaffen hiervan te benadrukken.
2. DE UITEENZETTING Doel = publiek informeren (kennis overdragen) Inhoud:feiten Uitgangspunt = objectiefVoorbeeld: Een leerling houdt een spreekbeurt over cavia‘s
3. DE BESCHOUWING Doel = publiek informeren (laten nadenken over het onderwerp of zelf een mening laten vormen, door het onderwerp van alle kanten te belichten) Inhoud: feiten, verschillende meningen, voor- en nadelen, verschillende verklaringen, mogelijke oplossingen. Uitgangspunt = subjectief, maar wel van meerdere kanten bekeken (dus niet vanuit de schrijver zelf)
Drie soorten beschouwingen: 1. Mening (niet van schrijver zelf) + argumenten voor en tegen Voorbeeld: Het kabinet gaat de AOW-leeftijd verhogen. Hier zijn zowel argument voor als tegen voor te noemen. De schrijver zet deze argumenten naast elkaar en helpt de lezer een afweging te maken in zijn besluit om voor of tegen deze maatregel te zijn.
2. Probleem + mogelijke oplossingen + voor- en nadelen van elke oplossing Voorbeeld: De aarde warmt op en de zeespiegel stijgt. Om dit tegen te gaan zijn er verschillende oplossingen te noemen die voor- en nadelen hebben (denk bijv. aan: meer gebruik maken van groene energie, dat geeft minder CO2-uitstoot, maar is lastiger op te wekken en vaak duurder). De schrijver zet alle oplossingen naast elkaar en bekijkt welke oplossing(en) de meeste voordelen heeft en de minste nadelen.
3. Verschijnsel + mogelijke verklaringen hiervoor Voorbeeld: Websites zoals Hyves zijn in korte tijd immens populair geworden. De schrijver vraagt zich af waarom en geeft hiervoor verschillende mogelijke verklaringen. Het zijn geen feiten, maar mogelijkheden. De ene verklaring is misschien aannemelijker dan de ander.