Het veilig en volgens de procedures aanbouwen van een werktuig in de hefinrichting
In en uit tractor of machine springen krachtsuitoefening o.a. bij aan- en afkoppelen van (onderdelen van) werktuigen. Machine-onderhoud en reparatie, hanteren gereedschappen Montage/ demontage machine: afknellen van handen en vingers Werkdruk en werktempo Lange werkdagen, ploegendienst, Aandacht en concentratie Op de éérste plaats!!!! Veilig werken! Zomaar een aantal punten die horen bij veilig werken tijdens het aan en afkoppelen van machines:
Aanbouwen van een werktuig in de hefinrichting Oefensituatie: Koppel het werktuig op een veilige wijze achter de trekker en zet daarna de hefinrichting op transportstand. Stel de hefinrichting zodanig in dat het werktuig niet verder kan zakken dan tot 15 cm boven de grond. Leervragen: Hoe koppel ik veilig en vlot een werktuig of wagen aan een trekker? Waar moet ik op letten bij het aankoppelen? Hoe moet ik mij zelf beschermen bij het aankoppelen?
Benoem de onderdelen: Bij het werken met de hefinrichting is het belangrijk de verschillende onderdelen van de hefinrichting bij de juiste naam te noemen. Vul hieronder de juiste namen van de onderdelen in - Hefarm - Hefstang - Topstang - Trekstang
Hoe koppel ik veilig en vlot een werktuig of wagen aan een trekker? Bij het aankoppelen van een werktuig dat gedragen wordt door de driepuntshefinrichting van een trekker, is bijzondere voorzichtigheid geboden.Bij het aankoppelen van een werktuig dat gedragen wordt door de driepuntshefinrichting van een trekker, is bijzondere voorzichtigheid geboden. Het koppelen gaat in 9 opvolgende stappen: 1.Zorg ervoor dat je de trekker recht voor het werktuig rijdt. 2.Controleer of de lengte van de hefstangen met elkaar overeenkomt. 3.Zorg ervoor dat breedte tussen de trekstangen gelijk is aan de breedte tussen de koppelpunten van het werktuig. 4.Rij zover achteruit als nodig en koppel de trekstangen met de “spatbord”- bediening aan het werktuig 5.Koppel de tussenas aan de aftakas van de trekker 6.Bevestig de topstang aan het werktuig 7.Koppel de hydrauliekslangen aan de juiste snelkoppelingen van de trekker 8.Stel de stabilisatie stangen in voor transport over de openbare weg 9.Stel in de cabine van de trekker de juiste instellingen in van de hefinrichting
Rij de trekker zo recht mogelijk voor het werktuig Kijk voordat je met de trekker begint te rijden goed rond of je ook veilig kunt gaan rijden. Rij met de trekker zo recht mogelijk voor het werktuig. Maak gebruik van een zichtpunt bijvoorbeeld de topstang om zo midden voor het werktuig te komen. Stop ongeveer een halve meter voor het werktuig
Bepaal de lengte van de hefstangen en stel deze zonodig bij. LET OP!!! Denk bij het verlaten van de trekker aan de HANDREM Zorg ervoor dat de hefstangen een gelijke lengte hebben zodat het werktuig in de breedte vlak achter de trekker komt. Meet de afstand tot de grond bij beide vanghaken. Wanneer de vanghaken niet op gelijke hoogte zitten moeten deze worden ingesteld. Meet na het instellen de vanghaken na en bepaal of instelling klopt.
Bepaal de afstand tussen de trekstangen en pas aan Bepaal de afstand tussen de koppelpunten van het werktuig Zet de trekstangen op de juiste afstand Rij achteruit tot onder de koppelpunten van het werktuig
Trekker plaatsen voor het werktuig en aankoppelen met “spatbord”-bediening Rij achteruit totdat de vanghaken onder de kogels van het werktuig zitten. LET OP, BIJ HET VERLATEN VAN DE TREKKER DE HANDREM AANTREKKEN!!! Bedien de hefinrichting omhoog met de “spatbord”-bediening.
Aankoppelen van de tussenas aan de aftakas LET OP!!! Schakel de trekker uit wanneer je de tussenas aan de aftakas van de trekker koppelt Controleer of de tussenas ook goed vast zit (“KLIK” horen!) Bevestig de ketting van de beschermkap aan de trekker zo, dat de draaiende delen van de tussenas deze niet kunnen grijpen.
Aankoppelen van de topstang Bepaal de juiste lengte van de topstang en stel deze in. Borg de topstang goed, zodat deze onder het werk niet kan verdraaien. Zorg voor een evenwijdige stand van de trekstangen en de topstang
Aansluiten van de hydrauliekslangen Bepaal de functies van de hydrauliek- slangen van het werktuig. Maak de koppelingen zonodig schoon Zorg ervoor dat slangen per functie samen aan de juiste stuurschuif worden gekoppeld.
Transportgereed maken van het werktuig en instellen van de zijdelingse stabilisatie van de hefinrichting Zorg dat alle steunpoten en/of wielen worden ingeklapt voor transport of werk. Stel de stabilisatie in voor transport over de weg.
Instellen van de maximale hefhoogte Stel de maximale hefhoogte van hefinrichting zo in dat het werktuig geen delen van de trekker kan raken en beschadigen. Ook is de maximale hefhoogte belangrijk bij transport over de weg.