1 van 19 Hoofdstuk 6 Geletterdheid: schrijven
2 van 19 Schrijven Motorische vaardigheid: schrijfletters op papier krijgen Stelvaardigheid: gedachten, gevoelens en bedoelingen op papier zetten Spelvaardigheid: foutloos spellen (een onderdeel van taalverzorging)
3 van 19 Schrijven Overeenkomsten tussen spreken en luisteren Verschillen tussen spreken en luisteren
4 van 19 Kennis over schrijven Declaratieve kennis: o feitenkennis met betrekking tot het onderwerp waarover je schrijft Procedurele kennis: o functies van schriftelijk taalgebruik o schrijven binnen communicatieve situaties o taalkundige aspecten o het schrijfproces
5 van 19 Kennis over schrijven Functies van schriftelijk taalgebruik o communicatieve functie o conceptualiserende functie o expressieve functie
6 van 19 Kennis over schrijven: taalkundige aspecten Fonologische component Lexicale component Syntactische component Morfologische component Tekstuele component Pragmatische component Orthografische component
7 van 19 Kennis over schrijven: aspecten van de boodschap Zakelijk aspect Expressief aspect Relationeel aspect Appellerend aspect
8 van 19 Kennis over schrijven: schrijfdoelen Voor andere lezers: o informatief o persuasief o directief o diverterend Voor de schrijver zelf: o conceptualiserend o reflectief
9 van 19 Kennis over schrijven: het schrijfproces Een gecompliceerd proces dat bestaat uit drie deelprocessen: o plannen o formuleren o reviseren Met daarbij metacognitieve operaties: o recursiviteit o monitoring
10 van 19 Schrijfstrategieën Oriënteren op: o inhoud o vorm o eigen kennis Afstemmen van de aanpak op schrijfdoel en lezerspubliek Bepalen of het doel bereikt is en de aanpak (indien nodig) bijstellen Evalueren van de tekst en (zo nodig) reviseren Reflecteren op de gehanteerde aanpak
11 van 19 Ontwikkelingslijnen van schrijven Wettelijk kader o kerndoelen o referentieniveaus Beginnende geletterdheid in groep 1 en 2 Beginnende geletterdheid in groep 3 en 4 Gevorderde geletterdheid in groep 5 tot en met 8
12 van 19 Visies op schrijfonderwijs Traditionele visie Interactieve visie Taakgericht taalonderwijs Taal bij andere vakken
13 van 19 Aanpak door de leraar van schrijven Groep 1 en 2 –plezier ontwikkelen in taal –informeren –eigen schrijfsels Groep 3 (en 4) –nadruk op technische aspecten van het schrijven Groep 4 tot en met 8 –contextualisering –schrijvend leren –schrijfstrategieën –schrijfplan
14 van 19 Didactisch fasenmodel voor schrijven 1Oriëntatiefase (taakomgeving) 2Opdracht formuleren (planningsproces) 3Eerste tekst schrijven en hulp geven tijdens het schrijven (omzettingsproces) 4Bespreken en herschrijven (reviseerproces) 5Verzorgen en publiceren (reviseerproces)
15 van 19 Evaluatie van schrijven Portfolio’s Klassieke evaluatie Schaalbeoordeling
16 van 19 Spelling Grondregels o standaarduitspraak o gelijkvormigheid o etymologie Punt van discussie: de spellingvernieuwing o leerbaarheid o bruikbaarheid
17 van 19 Ontwikkelingslijnen van spelling Ontluikende geletterdheid (voorschoolse periode) o objectivatie o ontdekken relatie tussen klanken en letters o spontaan schrijven Beginnende geletterdheid (groep 1 t/m 4) o auditieve vaardigheden o visuele vaardigheden o temporele ordening o elementaire spellinghandeling en elementaire schrijfhandeling Gevorderde geletterdheid (groep 5 t/m 8) o spellingregels en spellingpatronen o werkwoordspelling
18 van 19 Spellingdidactiek Spellingdidactiek voor de groepen 4 tot en met 8 o denkregels o instructieprincipes o werkwoordspelling Instructieprincipes o luisterprincipe (je schrijft het woord zoals je het hoort) o analogieprincipe (je vergelijk het te spellen woord met een ander woord) o algoritmisch principe (je past een regel toe op het te spellen woord o inprentingsprincipe (de spelling van dit woord moet je gewoon onthouden)
19 van 19 Evaluatie en omgaan met verschillen Productevaluatie o methodegebonden toetsen o methodeonafhankelijke toetsen Procesanalyse Dyslexie o dyslexieprotocol o vier mogelijke interventies