Bevorderen van gezond bewegen bij kinderen: Hoe pak je dit aan? Prof. Dr. Jan Seghers Onderzoeksgroep Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid Departement Bewegingswetenschappen Jan.Seghers@faber.kuleuven.be
Beweegnorm Fysieke activiteit Sedentair gedrag (zitten) Frequentie = dagelijks Intensiteit = matig tot intens ( 5 MET) Tijd = 60 minuten (blokken van minstens 10 minuten) Type = activiteiten aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind Sedentair gedrag (zitten) het aantal sedentaire (o.a. scherm-gereletareerde) activiteiten tijdens de vrije tijd beperken tot maximaal 2 uur per dag
Beweegcontinuum 0.9 MET 1.0 – 1.5 MET 2.5 - 4 MET 5 - 7 MET 8 MET Slapen Sedentair gedrag Licht intense fysieke activiteit Matige intense fysieke activiteit Zwaar intense fysieke activiteit 0.9 MET 1.0 – 1.5 MET 2.5 - 4 MET 5 - 7 MET 8 MET MET-waarde (Metabolic Equivalent) = de verhouding van het energieverbruik tijdens een activiteit ten opzichte van het energieverbruik in rust (MET = 1) Ridley et al., 2008, Development of a Compendium of Energy Expenditures for Youth, IJBNPA, 5: 45.
Beweegnorm - Fysieke activiteit % jongeren die 1u/dag matig tot intens bewegen 25% 20% 15% 10%
Beweegnorm – Sedentair gedrag % jongeren die 2u/dag TV kijken
Evolution of Man versus TV
Bewegingspromotie Het proces waarbij individuen in staat worden gesteld om controle te verwerven over de determinanten van beweging om zo hun eigen beweeggedrag te verbeteren Gedragsverandering Hoe jongeren motiveren om meer te bewegen?
Motivatie om te bewegen Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000) Intrinsieke motivatie Motivatiecontinuum Geïdentificeerde regulatie Geïntrojecteerde regulatie Externe regulatie Amotivatie Amotivatie Gecontroleerde motivatie “moeten” bewegen Autonome motivatie “willen” bewegen
Amotivatie Persoon ziet totaal geen reden of nut om fysiek actief te zijn Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000)
Gecontroleerde motivatie Persoon is fysiek actief vanuit een externe (straf, beloning, sociale druk) of interne (schuldgevoel, schaamte) druk Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000)
Autonome motivatie Persoon is fysiek actief vanuit een persoonlijke overtuiging, identiteit of omdat het gewoon leuk, opwindend en uitdagend is. They just couldn't believe that somebody would do all that running for no reason Reporter: Why are you doing this? Forrest Gump: I just felt like running Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000)
Motivatie om te bewegen Hoe komt je tot autonome motivatie? Bevrediging van drie (psychologische) basisbehoeften (ABC) Autonomie: een gevoel van “vrijheid” en keuze VerBondenheid : positieve sociale relaties hebben Competentie: het gevoel iets “goed” te kunnen Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000)
Motivatie om te bewegen Sociale Omgeving Persoon Nood-ondersteunende omgeving Bevrediging van 3 basisnoden (ABC) Autonome motivatie Volgehouden fysieke activiteit Controlerende omgeving Onderdrukking van 3 basisnoden (ABC) Gecontrolleerdemotivatie Drop out Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000)
Motivatie om te bewegen Noodondersteunend klimaat tijdens de les LO Autonomie-ondersteuning Tijd voorzien om zelfstandig te werken (experimenteren) Aanmoedigen Keuzes aanbieden (binnen bepaalde grenzen) Competentie-ondersteuning Taakgericht klimaat in plaats van prestatiegericht klimaat Optimaal uitdagende leerstof (differentiatie) Procesevaluatie Positieve feedback Verbondenheid-ondersteuning Respect voor en door anderen Groepsopdrachten Samenwerkend leren (partnerleren) Empathische uitdrukkingen Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000)
Ecologisch Model (Sallis & Owen, 1999) Benadrukt hoe de omgeving en het gedrag elkaar beïnvloeden. Neemt volgende factoren in acht: Individuele factoren Sociale factoren Omgevingsfactoren Beleidsfactoren
Ecologisch Model (Sallis & Owen, 1999) Gedrag Normaal Abnormaal target the person Normaal Omgeving target the environment Abnormaal
Bewegingspromotie via schoolsetting Ecologisch model Inspelen op intrapersoonlijke, sociale en fysische omgevingsfactoren 6 pijlers Kwaliteitsvolle en voldoende lessen L.O. Gezondheidseducatie met betrekking tot beweging (vakoverschrijdend) Promotie van middagsport Creëren van een actieve speelplaats Bevorderen van “actieve” verplaatsing van en naar school Naschools (extra-curriculair) sport- en beweegaanbod
Bewegingspromotie via schoolsetting In welke mate worden 6 pijlers toegepast? Pijlers % van scholen (n=236) 1. Wekelijkse lessen L.O. 100% 2. Beweging als thema in andere schoolvakken 86% 3. Actieve speelplaats (o.a. sport- en spelmateriaal) 72% 4. Middagsport 57% 5. Aanmoediging actieve verplaatsing 42% 6. Naschoolse sport en beweging 31% Cardon, G., Van Acker, R., Seghers, J., De Martelaer, K., Haerens, L., De Bourdeaudhuij, I. (2012). Physical activity promotion in schools: which strategies do schools (not) implement and which socio-ecological factors are associated with implementation? Health Education Research, 27(3), 470-483.
Actieve verplaatsing naar school Omgeving werkt vaak tegen
Actieve verplaatsing naar school
Actieve verplaatsing naar school criterion distances could be set at two kilometers for walking and eight kilometers for cycling Distance (home-school) (kilometers) Huygen, 2012
Actieve Naschoolse Opvang Pilootprojecten in regio Roeselare onder impuls van SPORTAKUS vzw Basisprincipes Laagdrempelig en gericht naar de minder sportief getalenteerde kinderen Aansluitend op schooluren Basisonderwijs Veiligheid Activiteiten afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het kind Kwalitatieve begeleiding (leraar L.O. of klasleraar) Aanbod op de school zelf geen verplaatsingen Promotie aansluiten sportclub Naschools sport- en beweegaanbod Doorstroom Doorstroom Reguliere sportclub Buurtsport
Dank U Prof. Dr. Jan Seghers Departement Bewegingswetenschappen Tervuursevest 101 3001 Leuven Jan.Seghers@faber.kuleuven.be 016/32.90.48