 Ontspan, doe je ogen dicht en denk aan die ene klas waar je les aan geeft.  Je staat voor de klas, je kijkt rond, je kijkt de leerlingen een voor een.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoogbegaafdheid: Een Uitdaging!
Advertisements

Precht 2 Blz 53 t/m 101.
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Ontwikkelingstraject kinderen
samenhang Resultaten Processen Persoon Wat het oplevert Wat je doet:
Workshop Relationele en seksuele vorming
Een lessenserie van drie lessen
Trends Research Medmec01-5 les 2 Thema: Rubriceren
Media en Creativiteit 6 - Identiteit Hogeschool – Media aan de Maas Jaar 2 – Periode 2 – Les 4 Ik, wij en de rest Jij in het grotere geheel.
Thema 2 Deel 1 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek
Methodische vaardigheden
Coachen Maandag 14 juni 2006.
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
18 november 2011.
PRESENTEREN KUN JE LEREN
Het begint bij het jonge kind
Dossier Empowerment.
‘NLP Basiscursus Je ongekende vermogens’
OFC28 mediawijsheid les 2. Toetsopdracht voor deze week was: Beantwoord de volgende vragen (je levert ze in bij je docent en bewaart ze in een aparte.
‘NLP Basiscursus Je ongekende vermogens’
Volksuniversiteit Zwolle
De Week van de seksuele diversiteit ILS HAN 20 tot 24 april 2015.
Weerbaarheid en zelfredzaamheid vergroten
Thema 2 Bijeenkomst oktober 2015.
Opvoeden.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Week 7 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.
Solliciteren: wat wil ik?
Opvoeding en pedagogiek
Les 5 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
Week 2.  Theoretische inleiding vaardigheden  Bespreken van de verdiepende leervraag  Oefenen met vaardigheden  Laatste uur: zelfstandig oefenen.
Lezen: doe het goed voor
Thema jongeren en de publieke ruimte : social media/de digitale leefwereld.
opvoeden en pedagogiek
Reguleren van motivatie: Do It Yourself! 28 oktober Deventer.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Levenslooppsychologie werkcollege 6
Levenslooppsychologie werkcollege 3 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Opgroeien adolescent Les 2 schpa. Programma les Bespreken opdracht 1 Theorie behandelen Subgroepen sociologen.
Sowebatraining bovenbouw. Doel van de Sowebalessen! Het aanleren van sociaal competent gedrag en de daarbij behorende vaardigheden Het aanleren van sociale.
Waarom? Iedereen heeft sterke en zwakke punten. Met je sterke punten kun je heel ver komen en het is dan ook van belang om deze in te zetten.
Een duurzame en langzame verandering VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk September 2015.
Waar blijft de tijd Sociale media in jouw leven. Waar blijft de tijd Intro Je hoorde het verhaal van Marijke. Reageer eens op haar situatie. Sociale media.
Filmpje: e.com/watch?v=nEx pvLXap1U.
Consumentengedrag Beslissen
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Ontwikkelingspsychologie 23 september
Begeleiden van een zorgvrager
Sociaal Maatschappelijke Dimensie – 1.1 Jezelf zijn
Ontwikkelingspsychologie 1.2
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
Verhage, H. (2005). Coachend opvoeden. Soest: Uitgeverij Nelissen.
Coachtraining DOEN?! DAG 2
Ontwikkeling van de adolescent Identiteitsontwikkeling
RÜYA Bijeenkomst 1 Meiden.
Doelgroepen Adolescentie
Bijeenkomst 2 Identity Authenticiteit als docent
Adolescentenpsychologie en leerlingbegeleiding
ADL Les 1.
Eigenaarschap.
Ontwikkelingspsychologie
ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
B1 – k1- w2 Vertrouwensrelatie en persoonlijke verzorging Sem 1.
Transcript van de presentatie:

 Ontspan, doe je ogen dicht en denk aan die ene klas waar je les aan geeft.  Je staat voor de klas, je kijkt rond, je kijkt de leerlingen een voor een aan …  Wat valt je op aan de leerlingen die zich in jouw lokaal bevinden?  Verzamel die informatie in je geheugen.  Je mag weer ‘wakker’ worden.  Schrijf de voor jou opvallende zaken in steekwoorden op. 2

Wat maakt deze mensen tot een persoonlijkheid? jijzelf in groepen 5”

BIG FIVE (persoonlijkheid als stabiele factor)  mate van extraversie  mate van altruÏsme  mate van zorgvuldigheid  mate van emotionele stabiliteit  mate van openheid voor nieuwe ervaringen en ideeën  Hoe passen de ‘persoonlijkheden’ van dia 3 hierbij?  Gebruik pagina 55 uit het boek (in groepen / 5“)

Freud: een uitleg (H2.2) DRIE KRACHTEN  Es (Het / Id) > biologische driften  Ich (Ik / Ego) > geweten  Über-Ich (Boven-Ik / Super-Ego) > waarneming en verstand

DEFINITIE Lichamelijke en persoonlijke kenmerken die blijvend bij iemand waar te nemen zijn.

Erik Erikson, 1902 – Inleidende toelichting: waar gaan we het over hebben? 7

Het gevoel van identiteit:  continuïteit  herkenning en erkenning  besef vrijheid in afhankelijkheid  besef van een zinvolle toekomst H2.3

Besef van continuïteit  Betekent dat je je in vele verschillende situaties en omstandigheden dezelfde persoon blijft voelen. Dat je geen speelbal bent van je omgeving.  Wie ben ik nu eigenlijk écht gezien de vele rollen die ik speel? 9

Besef van herkenning en erkenning  Het is belangrijk om door je omgeving erkend te worden. Vooral door mensen om wie je geeft (ouders, vrienden). Als je denkt een persoonlijkheid gevonden te hebben, is het belangrijk daarin herkend en erkend te worden door anderen.  Herken ik mijzelf in het beeld dat de ander van mij heeft? 10

Besef van vrijheid in afhankelijkheid  Ontdekken van mogelijkheden en beperkingen.  Sociale, materiële, seksuele en fysieke grenzen.  Acceptatie van onmogelijkheden en beperkingen. Anders frustratie/boosheid. 11

Besef van een zinvolle toekomst  Het hebben van doelen, het nastreven van idealen. 12

bron: 13

Fase 1 Baby Basic trust. Conflict tussen vertrouwen en wantrouwen. Daaruit ontwikkelt zich hoop. Fase 2 Peuter Autonomie. Conflict tussen zelf handelen en zich laten leiden. Daaruit ontwikkelt zich wilskracht.

Fase 3 Kleuter Initiatief. Conflict tussen initiatief nemen en krijgen van schuldgevoel. Daaruit ontwikkelt zich doelgerichtheid. Fase 4 Schoolkind Constructiviteit. Conflict tussen constructiviteit en gevoel van minderwaardigheid. Daaruit ontwikkelt zich bekwaamheid.

Fase 5 Adolescent Gevoel van identiteit. Conflict tussen gevoel van identiteit en alle veranderingen => identiteitscrisis. Daaruit ontwikkelt zich trouw. Fase 6 Volwassen Intimiteit. Conflict tussen intimiteit en eigen identiteit. Daaruit ontwikkelt zich liefde.

Fase 7 Generativiteit. Zorgdragen. Conflict tussen maatschappelijk actief zijn en stagnatie. Daaruit ontwikkelt zich zorg. Fase 8 Ouderdom Integriteit. Conflict tussen wanhoop, wrok, spijt en aanvaarding levensloop. Daaruit ontwikkelt zich wijsheid.

Lezen voor bijeenkomst 3.4 hoofdstuk 2.5 Heb je de aantekeningen van het denkexperiment nog? die heb je volgende week nodig bij de afsluiting. Denk de komende twee weken eens na, wat je met de informatie tot nu toe zou moeten en/of zou kunnen in het onderwijs.

bijeenkomst 3.4 eerst een toelichting dan een opdracht

1. Foreclosure Zelfverzekerd, star, gevoelig voor autoriteit 2. Moratorium Uitstel aan plicht tot volwassenheid, erg bezig met zoeken naar eigen identiteit. 3. Identiteitsverwarring Ingrijpende veranderingen op meerdere gebieden.

4. Negatieve identiteit Reactie op niet kunnen voldoen aan eisen uit de omgeving en van zichzelf. 5. Kunstmatige identiteit Identiteit inruilen voor de zekerheid van het lidmaatschap van een groep. 6. Identity achievement Eigen identiteit bereikt.

a. Tijdsverwarring paniek, niet kunnen plannen. Docent: feedback op tijdsbesteding. Persoonlijke idealen en hoop die te bereiken. b. Verlegenheid Pijnlijk zelfbewust zijn. Docent: Succes ervaringen, versterken van zelfvertrouwen. c. Rolfixatie Niet meer experimenteren. Faalangst. Docent: groepsactiviteit.

d. Werkverlamming Minderwaardigheid. Geen gebruik van eigen vaardigheden. Docent: samenwerken stimuleren. e. Bi-seksuele verwarring Gevoelens die niet passen bij het beeld van mannelijkheid en vrouwelijkheid die ze hebben. Extreem gedrag. Docent: normen en waarden die op school gelden. f. Autoriteitsverwarring Niet kunnen functioneren in hiërarchisch systeem. Docent: taak om rol van de docent te aanvaarden en over te brengen op de leerlingen. g. Verwarring van waarden Normloosheid. Docent: democratische sfeer in de klas hanteren. Identiteitsverwarring

Conclusie: Gevoel van identiteit:  continuïteit: zelfbeeldverheldering dmv tests. Bewustwording.  herkenning en erkenning: Respect voor leerling als individu. Flexibiliteit in je les aangepast aan de leerlingen.  besef vrijheid in afhankelijkheid: speelruimte in combinatie met spelregels.  besef van een zinvolle toekomst: ondersteunen.

25 WAT HOORT WAARBIJ? (15 minuten) 1.Je krijgt een casus toegewezen (Talinda of Marijke). 2.Lees de casus. 3.Bespreek in je subgroep: A.Welke aspecten van het gevoel van identiteit je herkent. B.Idem ontwikkelingsfasen. C.Idem vormen van identiteitsontwikkeling. 4.Welke argumenten hanteer je voor jullie conclusies? 5.Bespreek jullie resultaat met een andere subgroep. 6.We sluiten kort plenair af.

 Welke keuzes heb jij tijdens je adolescentie tot nu toe moeten maken en waarom?  Welke invloed hebben deze keuzes (gehad) op jouw identiteit, zowel in het algemeen als met betrekking tot je docentrol? 26

 Ga terug naar het denkexperiment.  Wat vind jij nu opvallend / kenmerkend aan jouw leerlingen?  Welke aspecten uit de theorie over de identiteitsontwikkeling zie je in jouw klas?  Wat kun je met de kennis uit deze bijeenkomst als docent in de klas? 27

lezen voor bijeenkomst 3.5 hoofdstuk 2.6 tot pagina 115.