 Hier worden leningen of kredieten verstrekt 2 deelmarkten: Geldmarkt: Kortlopende kredieten (1 a 2 jr) Kapitaalmarkt: Langlopende kredieten (langer.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het prijs- of marktmechanisme Deel II
Advertisements

Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
G E L D.
Hoofdstuk 2 Inkomen en inflatie
Marketing 1.2 de consument 19 november 2012.
Margin Call - Introductie Floris Heukelom
Presentaties 12 juni 10 minuten per presentatie Powerpoint beschikbaar
stijging van het algemeen prijspeil
Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen
Internationale handel
Inkomen verdienen.
Inflatiepiek in 2001: BTW verhoging Bron: CBS, statline.cbs.nl.
Management & Organisatie Lesbrief: Welvaart VWO 4 Les 11 – Indexcijfers deel 2 Datum: 23 september 2010 Docent: Henk Douna.
8.8 Conjunctuurpolitiek Anticyclisch begrotingsbeleid
Inflatie oftewel stijging van het algemeen prijspeil
Inkomen les 19 Begrippen & 92 t/m 99
HAVO 4: Jong & Oud Hoofdstuk 2: De jeugd
Hoofdstuk 5: Het huishouden
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 4: Loonvorming in de praktijk
Prijsindexcijfer Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
Stimulerende monetaire politiek
Nominaal versus reëel inkomen
Hoofdstuk 1 Waar blijft je geld?
Herhaling Hoofdstuk 1.
§1.4 Waar kies je voor? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
Inflatie en deflatie Door Jochem Jansen.
§2.2 Hoe spaar je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Sparen
Overzicht Inflatie Twee soorten: Deflatie Daling algemeen prijsniveau
Met gebruik van een verhoudingstabel
Verkoopcijfers H3 Indexcijfers Eerste verkoper. Indexcijfers zijn verhoudingscijfers die een bepaalde daling of stijging laten zien ten opzichte van een.
Aantekeningen Hoofdstuk 1
Rekenen met rente Jnw, september 2015.
Basisboek Marketing Hoofdstuk 10 Inkomenselasticiteit.
WAT IS HET BBP (3/3)? Les 3 1. WAT IS HET BBP? inflatie = stijging van het algemeen prijspeil >>> impact op berekening bbp 2.
Indexcijfers Meervoudig indexcijfer Gewogen indexcijfer.
Uitwerkingen hoofdstuk 1. Antwoorden Jaar inkomen Hugo € 2600 x 12 = € Jaar inkomen Alice € 2053 x 12 = € Vakantiegeld € Spaargeld.
Presenteren van gegevens Retailmarketing hoofdstuk 3, paragraaf nominaal of reëel.
1 CCM - Mod FIN B&P FIN: Beslissingen en Planning H6. Duration Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT.
SPAREN EN LENEN. SPAREN  Enkelvoudige interest ( rente)  Samengestelde interest ( rente)
Antwoorden oefenvragen stencil 2 2 Brutoloon € 2600 Inkomensafhankelijke bijdrage zvw€ 100 – Loonheffing€ 500 – Werknemersdeel werknemersverzekeringen.
Beleggen en financiële markten Hoofdstuk 1 Beleggen en de vermogensmarkt 1.1 De vermogensmarkt Financieringssaldi Financiële titels Financiële markten.
Aantekeningen hoofdstuk 2. Arbeidsovereenkomst 4.3 Wat moet je doen? Om in Nederland aan het werk te mogen is het verplicht om een arbeidsovereenkomst.
Hoofdstuk 11 Vreemd vermogen (11.1 t/m 11.4) 11.1 behoefte aan Vreemd vermogen 11.2 vreemd vermogen 11.3 indeling naar looptijd 11.4 Vreemd vermogen op.
Domein Verhoudingen 11 Rente van spaartegoeden 2 Rente van spaartegoeden Als je geld op een spaarbankrekening stort en voor langere tijd laat staan,
Interest berekeningen
Economische crisis Samenvatting. Hoofdstuk 1: kredietcrisis Huizen: – Om in te wonen (hypotheek – langdurige lening met onroerend goed als onderpand;
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Een prijzendashboard voor Nederland
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Welkom Havo 5..
H3 Financiering van een bedrijf
Welkom Havo 5..
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
TECHNISCHE FICHE : De schaal berekenen.
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom 4 Havo..
Welkom Havo 5..
Welkom 4 Havo..
Welkom Havo 5..
Economisch bekeken Mavo 4
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Werk, Hoofdstuk 1 en 2: Het aanbod van arbeid
5 weken les van mevrouw stals
Centrale bank (ecb / dnb)
Je hebt niet altijd geld te besteden
Inflatie en koopkracht
Indexcijfers en omzetprognose
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
Transcript van de presentatie:

 Hier worden leningen of kredieten verstrekt 2 deelmarkten: Geldmarkt: Kortlopende kredieten (1 a 2 jr) Kapitaalmarkt: Langlopende kredieten (langer dan 2jr)

 Kortlopend of langlopend  Risico  De inflatie op dat moment

 Stijging algemeen prijspeil  Geldontwaarding  Indexcijfer noemen we het cpi: consumentenprijsindex

 Nominaal is wat je ziet.  Reëel is gecorrigeerd door de inflatie Berekening Reële cijfers Indexcijfer nominaal CPI* 100

Stel het nominale inkomen stijgt met 5% en de prijzen met 4%. Met hoeveel procent stijgt/daalt het reële inkomen? Antwoord: 105 / 104 x 100% = 100,96. Dus het reële inkomen stijgt met 100,96 – 100 = 0,96% Stel het nominale inkomen stijgt met 4,5% en de prijzen met 7%. Met hoeveel procent stijgt/daalt het reële inkomen? Antwoord: 104,5 / 107 x 100% = 97,66. Dus het reële inkomen daalt met 100 – 97,66 = 2,34%

Nominale rente bestaat uit:  Vergoeding uitstel consumptie  Vergoeding risico dat gelopen wordt  Vergoeding voor inflatie (prijsstijging) De eerste twee punten vormen de reële rente. Je ziet bij een bank staan: rente 4,6% Dit is de nominale rente 1 investeringsopbrengst / investering x 100%

Nominale rente 4,5% Inflatie 2,5% Dus de reëele rente is 104,5 / 102,5 *100 = 101,95 1,95% De reëele rente is: indexcijfer nominale rente / prijsindexcijfer x 100%