Motiverende gespreksvoering Casuïstiek Motiverende gespreksvoering

Casus Johan

  Gegevens uit het dossier: Johan G. is een zogenaamde ‘veelpleger’, die vanwege het hardnekkige karakter van zijn deliquent gedrag is veroordeeld tot 3 maanden met een jaar voorwaardelijk, met verplichte reclassering. Hij heeft een lange reeks van kleinere vergrijpen op zijn naam staan variërend van straatroof, zakkenrollerij en winkeldiefstal tot joy-riding en vernieling. Johan is 23 jaar en woont nog bij zijn moeder. Hij heeft op 13-jarige leeftijd zonder diploma een technische opleiding verlaten en ook bemiddeling naar andere scholen is mislukt. Johan is moeilijk bemiddelbaar voor werk. Johan is een wat nerveuze, onzekere jongen en heeft de neiging om naar drank en drugs te grijpen, om zich wat zekerder te gaan voelen. Hij zegt dat hij de meeste vergrijpen ook gepleegd heeft onder invloed van drank of drugs. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij 10 jaar was en Johan is daarna bij zijn moeder blijven wonen. Zijn vader is alcoholist en hij heeft geen contact meer met hem. Zijn moeder werkt als interieurverzorgster. Zij is ook erg nerveus en slikt veel tranquillizers. Johan heeft een jongere zus van 19 jaar. Zijn zus woont ook nog thuis, maar gaat over een paar maanden trouwen en het huis uit.

Situatie: Je hebt als verslavingszorgmedewerker Johan nu 3 maanden in begeleiding. In die tijd is Johan je gaan vertrouwen en is hij langzamerhand wat mededeelzamer geworden over zichzelf en zijn verleden. Er is een zekere vertrouwensband ontstaan en Johan wil die niet kwijt. Hij dreigt ook te afhankelijk te worden van de RW-er. Nu wil je hem in een groep plaatsen om zijn neiging tot verslaving onder controle te krijgen en te leren wat assertiever en zelfstandiger te worden. Op langere termijn, in een vervolgtraject, zou het goed zijn voor Johan om een opleiding af te maken en begeleid te worden naar werk.

Casus familie de Vries

Willie de Vries (10 jaar) zit in groep 5 op een speciale school voor basisonderwijs. Op school zijn zorgen over Willie omdat hij erg stil en teruggetrokken is. Hij zoekt geen aansluiting bij klasgenoten. Willie's ouders zijn 3 jaar geleden gescheiden. Willie woont samen met zijn broer Henk (14) bij zijn moeder. Moeder heeft sinds een jaar een vriend, Rob, die bij hen inwoont. Rob heeft kortgeleden in de gevangenis gezeten omdat hij iemand in elkaar heeft geslagen in een café. Moeder is een 44jarige nerveuze vrouw die verslaafd is aan medicijnen. Ze is hiervoor onder behandeling van het RIAGG. Willie en moeder zijn erg close met elkaar. Willie is een moederskindje en hangt erg aan haar. Thuis zijn er weinig problemen met Willie. Ze is verbaasd dat er op school problemen zijn. Willie is juist degene met wie alles goed gaat. Volgens haar is hij gewoon een rustige jongen en heeft hij er genoeg aan alles wat hem bezig houdt met haar te bespreken. Hij gaat niet graag naar school. Hij blijft het liefst thuis. Televisie kijken, lezen en op zijn kamer spelen. Hij speelt wel eens met andere kinderen, maar deze zijn altijd jonger dan hem. Moeder praat veel met hem en praat met alles over hem. Ook over ernstige zaken, zoals een oom die vermoord is. Ook spreekt ze met hem over haar oma die een jaar geleden is overleden. Hier heeft ze veel verdriet van. Ze is door haar oma grootgebracht. .

Volgens moeder heeft Willie haar vriend geaccepteerd Volgens moeder heeft Willie haar vriend geaccepteerd. Met zijn biologische vader heeft Willie amper contact. Soms moet Willie naar hem toe, maar dan gaat hij met grote tegenzin. De afspraak is dat hij een keer in de twee weken een weekend naar hem toegaat. In de praktijk is dat een keer in de vier weken. Zijn broer Henk gaat elk weekend naar vader en mag daar juist graag zijn. Broer Henk geeft veel problemen in het gezin. Hij zet zich af tegen Rob en maakt veel ruzie als hij thuis is. Hij gebruikt hasj. Wegens vernieling is hij in aanraking geweest met de politie. Hij maakt deel uit van een groep hangjongeren. Henk zit op het VMBO en het gaat niet goed op school. Henk doet vaak agressief tegen Willie en plaagt hem dat hij een watje is. Henk luistert niet naar moeder en doet brutaal. Moeder is blij dat hij elk weekend naar zijn vader is. Hij is ook precies zijn vader, net zo'n lompe boer, zegt ze. Zowel moeder als Rob werken niet. Moeder is huisvrouw, Rob zit in de WW. Hij rommelt wat bij huis en verdient zwart bij door tuinmeubels te maken. Ze hebben het financieel krap, maar redden zich wel. Moeder zit veel thuis. Ze heeft weinig contact met de familie. Ze heeft een moeilijke jeugd gehad. Haar vader heeft ze nooit gekend. Haar moeder, die 10 jaar geleden overleden is, was alcoholist en zorgde slecht voor haar en haar broer en zus. Gelukkig was oma er om hun op te vangen. Met haar broer is het contact na ruzie verbroken. Alleen met haar zus heeft ze nog contact. Daarnaast heeft ze een goede vriendin, die regelmatig komt. Gesproken wordt over de gevangenisstraf van Rob. Moeder zegt dat hij als hij veel drank op heeft agressief wordt. Zonder drank is het een goede vent, zegt ze. Als hij dronken is, wordt hij vervelend. Ook tegen haar. Dit komt niet vaak voor. Hij heeft beloofd dat het niet nog eens zal gebeuren

Casus André

André is al jaren bekend in de verslavingshulpverlening in verband met alcoholafhankelijkheidsproblemen. Hij heeft daarbij borderline persoonlijkheidstrekken. Hij was opnieuw opgenomen in een kliniek voor klinische detoxificatie. Hoewel het heropnamebeleid alleen voorziet in een korte opname, lukte het André om zijn persoonlijk begeleider te overtuigen dat zij pleitte voor toch een langerdurende klinische behandeling, hetgeen gebeurde. Aangezien André erg dominant aanwezig was in de groep en daardoor veel aanvaringen had met medecliënten, werd hij vaak besproken in het team. Hierbij bleek al snel hoe verschillend de medewerkers tegenover de door André veroorzaakte problemen (terugval, ruzie met andere cliënten, regels overtreden etc.) stonden.