infosessie duurzaamheidsmeter 26/2/2013 omgaan met duurzaamheidscriteria voor gebiedsontwikkeling aanpak case Innovatiepark geel
Innovatiepark Geel?
uitvoering PRUP Woonwerkpark (wetenschapspark – bedrijventerrein) samenwerking tussen: - Stad Geel (lokaal beleid) - IOK (bedrijvenzone) - Hogeschool HIKempen Stichting/Thomas More (wetenschapspark) -gemeenschappelijke aspecten (ontsluiting, functionele samenwerking, toewijzingsbeleid) -opmaak 1 globaal masterplan (3D inrichtingsplan, + draaiboek duurzaamheid voor ontwikkelaar en bedrijven): uitvoeringsgericht afwegingskader voor vergunningen en duurzaamheid -Hogeschool: specifieke aandacht voor (internationale) positionering en profilering wetenschapspark (bijv. t.o.v. regio Eindhoven- Maastricht – Hasselt) kwaliteit (label)
Breeam NL gebiedsontwikkeling 6 criteria … 46 subcriteria …. x-aantal criteria-eisen per subcriterium + bewijsmateriaal per criteria-eis (kwantitatief)
Breeam NL gebiedsontwikkeling: nagaan of en hoe we hiermee aan de slag kunnen ‘Vertaling credits en creditcriteria naar de specifieke context’ Is (sub)credit relevant voor het project? In welke fase is de credit relevant (ontwerp – realisatie – beheer)? Welke acties werden al ondernomen voor behalen van credit? Welke acties moeten nog ondernomen worden voor behalen credit (instrument, kennis)? Wie is verantwoordelijk voor credit/actie (ontwikkelaar, bedrijf/intern, extern)
conclusie: pragmatisch omgaan met Breeam NL gebiedsontwikkeling ‘specifieke context vereist specifiek aanpak van de criteria, maar niet altijd volgens de geest van Breeam gebiedsontwikkeling’ ‘specifiek maken lukt niet, maar toch duurzaam bezig’ ‘slechte start cf. Breeam (o.w.v. voorgeschiedenis)’
voorgeschiedenis PRUP masterplan Geel-West RVR milieu-effecten-onderzoek mobiliteitsonderzoek ‘slechte start cf. Breeam (o.w.v. voorgeschiedenis)’ (onderzoeken cf. eisen Breeam?) (gericht onderzoek: in zoverre bruikbaar voor ontwerp, realisatie, beheer)
stadsontwikkeling - ‘hoofdfunctie’ blijft behouden - stedelijke functies (wonen, met wonen verweefbaar, horeca) economische gebiedsontwikkeling: - ‘harde’ bestemmingswijziging - economische functies (bedrijven, wetenschapspark) uitgangspunt Breeam: ‘stimuleren ontwikkeling in verstedelijkt gebied en benutten braakliggend en/of bebouwd terrein’ ‘co-creatie, betrekken huidige gebruikers’ ≠ ‘slechte start cf. Breeam (o.w.v. voorgeschiedenis)’
- maximaal integreren - campusmodel - link met stad/omgeving aanpak Innovatiepark Geel: - goede aanpak, maar slechte start cf. Breeam (aspecten ruimtelijke ordening, mobiliteit) - sowieso aspecten waarop slecht/niet gescoord wordt ‘slechte start cf. Breeam (o.w.v. voorgeschiedenis)’
‘omgaan met onzekerheden (eigen aan een economische ontwikkeling)’ voorbeeld 1: mobiliteit - mobiliteit werd uitgebreid onderzocht: bereikbaarheid niet optimaal - oplossingsscenario’s zijn gekend (structurele infrastructuuraanpassingen + modal split) - wie: gewest, VMM De Lijn, NMBS, Thomas More en stad Geel (fietsbeleid) conclusie: realisatie oplossing zelf niet in handen aanpak innovatiepark Geel: KT: voorlopig stapsgewijs, focus op fiets, ‘gebruikelijk overleg’ MLT: zoeken naar overlegstructuur, uitzetten specifiek traject LT: van overlegstructuur naar stuurgroep? ‘specifiek maken lukt niet, maar toch goed (duurzaam) bezig’ ‘overeenstemming duurzaamheidsniveau ‘ontwerp’ en duurzaamheidsniveau ‘in use’
voorbeeld 2: energie wetenschapspark (bedrijvenzone) ontwikkelt volgens eigen wetmatigheden: - organische groei - over lange periode consequenties: - stedenbouwkundig en functioneel programma? - energiebehoefte? warmtevraag/warmteoverschot? - energieaanbod? ‘specifiek maken lukt niet, maar toch goed (duurzaam) bezig’ mogelijkheid tot anticiperen op toekomstige ontwikkelingen?
-certificering is geen must -Breeam: leidraad/checklist duurzaamheid zet het ambitieniveau stuurt het onderzoek en ontwerp conclusie voor Innovatiepark Geel ‘specifiek aanpak van de criteria, maar niet altijd volgens de geest van Breeam gebiedsontwikkeling’