De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ken de detailhandel paragraaf 1.5 distributievormen

Verwante presentaties


Presentatie over: "ken de detailhandel paragraaf 1.5 distributievormen"— Transcript van de presentatie:

1 ken de detailhandel paragraaf 1.5 distributievormen
hoezo distributievorm

2 winkelverkoop speciaalzaak zelfbedieningszaak warenhuis hypermarkt
distributievormen speciaalzaak zelfbedieningszaak warenhuis hypermarkt

3 speciaalzaak een winkel met een gespecialiseerd assortiment.
distributievormen assortiment van een speciaalzaak is smal en diep. een winkel met een gespecialiseerd assortiment.

4 opbouw assortiment assortimentsgroep artikelgroep artikelsoort
distributievormen assortimentsgroep artikelgroep artikelsoort artikelvariëteit Alle artikelen in een winkel samen, noemen we het assortiment. Het assortiment kun je verdelen in een aantal assortimentsgroepen. In een assortimentsgroep vind je artikelen die door de klant voor eenzelfde doel worden aangeschaft. Een doel voor aanschaf wordt ook wel consumentenbehoefte genoemd. Elke assortimentsgroep kun je verder verdelen in meerdere artikelgroepen. In een artikelgroep vind je artikelen die ongeveer dezelfde kenmerken en eigenschappen hebben. Een artikelgroep kun je weer verder verdelen in meerdere artikelsoorten. Een artikelsoort is een artikel met een zeer bepaald doel. Een artikelsoort kun je tenslotte verdelen in meerdere artikelvariëteiten. Een artikelvariëteit is de uitvoering waarin je het artikel in de winkel aantreft. Het zijn de artikelvariëteiten waar je mee werkt en waarin gehandeld wordt.

5 assortimentsbreedte smal er worden weinig artikelgroepen aangeboden
distributievormen assortimentsbreedte smal er worden weinig artikelgroepen aangeboden breed er worden veel artikelgroepen aangeboden De breedte van het assortiment in een winkel wordt bepaald door het aantal assortiments- en artikelgroepen dat de winkel zijn klanten aanbiedt. Een breed assortiment betekent relatief veel artikelgroepen. Het tegenovergestelde van breed is smal. In een smal assortiment worden relatief weinig artikelgroepen gevoerd. Een zaak in basic-vrijetijdskleding verkoopt: spijkerbroeken, spijker­jacks, spijkerrokken, T-shirts, sweaters, jacks, truien en overhemden. Een supermarkt verkoopt: aardappelen, groeten, fruit, vlees en vleeswaren, brood en banket, zuivel en zuivelproducten, droge kruidenierswaren, bloemen en planten, vis, wild en gevogelte, buiten­landse kaas, noten, non-food, enzovoort. Een breedpakketzaak verkoopt: ijzerwaren en ge­reed­schap­pen, vloer- en wandtegels, tuinartikelen, sanitair, sanitairaccessoires, hout, verf en wand­decoratie, elektra, isolatie, kasten, keukens, bouwmaterialen, plaatmateriaal, klimmateriaal, verlichting en automaterialen.

6 distributievormen assortimentsdiepte diep van iedere artikelgroep worden veel artikelsoorten of artikelvariëteiten aangeboden = keuze ondiep van iedere artikelgroep worden weinig artikelsoorten of artikelvariëteiten aangeboden = weinig keuze De diepte van het assortiment in een winkel wordt bepaald door het aantal verschillende artikelen en artikelvariëteiten binnen een bepaalde artikelsoort. Een diep assortiment betekent relatief veel artikelen en artikelvariëteiten per artikelsoort; ondiep betekent relatief weinig artikelen en artikelvariëteiten binnen een bepaalde artikelsoort. Binnen de artikelsoort “korte broeken” kan de winkelbezoeker kiezen uit diverse modellen, kleuren, maten, kwaliteiten. Binnen de artikelsoort “toetjes” kan de winkelbezoeker kiezen uit dertig verschillende smaken. Binnen de artikelsoort “wandtegels” kan de winkelbezoeker kiezen uit diverse kleuren, hardheden, merken en maten. Met de assortimentsafmetingen breedte en diepte kunnen vier standaard assortimentsindelingen gemaakt worden. Deze vier assortimentsindelingen typeren het assortiment van een winkelorganisatie. Worden de twee dimensies gecombineerd, dan ontstaan de volgende indelingen: breed en diep breed en ondiep smal en diep smal en ondiep Als van een winkel gezegd wordt dat er een breed en diep assortiment wordt gevoerd, dan betekent dit dat die winkel veel artikelgroepen en per artikelgroep veel keus heeft. V&D, Bijenkorf, Albert Heijn, C&A, Praxis, Gamma. Heeft een winkel een breed en ondiep assortiment, dan voert de winkel veel artikelgroepen, maar is de keus per artikelsoort beperkt. Hema, Aldi, Hubo. Met name speciaalzaken voeren een smal en diep assortiment. Kenmerkend hierbij is dat er weinig artikelgroepen worden aangeboden, maar dat er per artikelsoort veel keus is. de jeansspeciaalzaak, de telefoonwinkel, de cd-shop, de stropdassenspeciaalzaak. Smal en ondiep komt in de detailhandel niet vaak voor. Er is immers sprake van weinig artikelgroepen en per artikelsoort weinig keus. De marktkoopman met één artikel: bijvoorbeeld bananen.

7 verder specialiseren één doelgroep één artikelgroep
distributievormen verder specialiseren één doelgroep één artikelgroep gebruiksverwante artikelen één of enkele merk(en) Als de winkelier in zijn winkel nog verder wil specialiseren (dus nog minder artikelgroepen en nog meer variëteiten per artikel), dan kan hij kiezen voor specialisatie in: een doelgroep Als de winkelier bij het samenstellen van zijn assortiment rekening houdt met de wensen van een zeer beperkte groep consumenten, dan is er sprake van specialisatie in een doelgroep. De winkels van High and Mighty en Tineke Mode. Het assortiment van bijvoorbeeld de The Bodyshop is afgestemd op de consument die alleen maar geïnteresseerd is in milieuvriendelijke cosmetica één artikelgroep In het geval van specialisatie in één artikelgroep, streeft de winkelier ernaar om alle artikelvariëteiten van die artikelgroep in het assortiment op te nemen. Je spreekt in dit verband van superspecialisatie. mode: de lingeriezaak, de speciaalzaak in kleinvakartikelen, sportartikelen: de speciaalzaak in paardensportartikelen, de speciaalzaak in loopschoenen, schoenen: de speciaalzaak in kinderschoenen, food de bonbonnerie; de snoepspeciaalzaak, de notenspeciaalzaak, diversen: de speciaalzaak in wenskaarten. gebruiksverwante artikelen Bij specialisatie in gebruiksverwante artikelen worden in één winkel alléén maar artikelen verkocht, die uit oogpunt van de consument, bij elkaar horen. Je spreekt in dit verband van een combinatieconcept. een speciaalzaak in huwelijksmode waar bruid en bruidegom kleding, schoenen en modeaccessoires kunnen kopen, een beddenspeciaalzaak, waar een consument alles kan kopen voor in de slaapkamer. één of enkele merk(en) Bij specialisatie in één of enkele merk(en) bestaat het assortiment van de winkel uit artikelen die onder één of enkele merk(en) vallen. Benetton, Esprit, Cacharel, Kookaï, Kid Cool en Levi’s Store in de textieldetailhandel, Yves Rocher in de parfumeriedetailhandel, Kipling in de lederwarendetailhandel, Miele keukenstudio in de keukenbranche. Als een winkelier kiest voor één van de hiervoor genoemde manieren van specialiseren, dan past hij de nichestrategie toe. Bij nichestrategie voert een winkelier een beperkt assortiment dat primair een bepaalde groep kwaliteitsbewuste klanten aanspreekt.

8 zelfbedieningszaak zelfbedieningswinkel supermarkt discounter
distributievormen zelfbedieningszaak een winkel waarin de klant zichzelf bedient zelfbedieningswinkel supermarkt discounter verbruikersmarkt hypermarkt megastore

9 warenhuis traditioneel variety store cataloguswinkel hypermarkt
distributievormen warenhuis traditioneel variety store cataloguswinkel hypermarkt In de meeste warenhuizen worden de volgende artikelgroepen verkocht: elektrisch huishoudelijke artikelen, huishoudelijke artikelen, mode, cosmetica, sieraden en bijouterie-artikelen, brood en banket, chocolaterie, boeken en tijdschriften, geluidsdragers, lederwaren en reisartikelen, kantoor- en schrijfartikelen. In de meeste gevallen omvat een afdeling één artikelgroep. In het traditionele warenhuis wordt steeds meer de nadruk gelegd op mode en mode-verwante artikelen, waardoor een zekere mate van specialisatie is ontstaan. is een winkel met een breed assortiment van verschillende, niet noodzakelijk samenhangende artikelgroepen die in afzonderlijke afdelingen worden verkocht.

10 hypermarkt een winkeloppervlakte van ± 2.500 m²
distributievormen hypermarkt een winkeloppervlakte van ± m² een scherpe prijsstelling een goede bereikbaarheid; de meeste hypermarkten liggen aan de buitenrand van een winkelgebied of van een stad veel parkeerruimte centrale afrekenpunten Een hypermarkt of een zelfbedieningswarenhuis (superstore) is een distributievorm met een breed en een ondiep assortiment food en non-food artikelen. Breed duidt op veel verschillende artikelgroepen; ondiep duidt op weinig variëteiten per artikel. De hypermarkt wordt gekenmerkt door: een winkeloppervlakte van ± m², een scherpe prijsstelling, een goede bereikbaarheid; de meeste hypermarkten liggen aan de buitenrand van een winkelgebied of van een stad, veel parkeerruimte, centrale afrekenpunten. In de literatuur worden supermarkten met een winkeloppervlakte van meer dan m² ook hypermarkten genoemd. Grootschalige speciaalzaken met meer dan m² winkeloppervlakte noemt men megastores. IKEA, Correct (RTV-artikelen), Foka (foto-artikelen), Roller Meubelmarkten, Welcome (baby- en kleuterartikelen), Blumen Risse, en sommige vestigingen van Intratuin (bloemen- en plantenbranche), Wirich, Gamma, Karwei, Praxis, Hornbach en Marktkauf (DHZ-artikelen).

11 niet-winkelverkoop persoonlijk onpersoonlijk ambulante handel
distributievormen niet-winkelverkoop persoonlijk ambulante handel directe verkoop onpersoonlijk homeshopping postorder e-commerce

12 directe verkoop colportage verkoop op de werkplek multilevel marketing
distributievormen colportage verkoop op de werkplek multilevel marketing colportage Onder colportage verstaat men het verkopen van goederen of diensten aan de consument bij de consument aan de deur. Ook kan de consument per telefoon benaderd worden met een ongevraagde aanbieding. Bij colportage ligt het initiatief dus bij de verkoper. De Colportagewet verstaat onder andere ook onder colportage: Partyverkoop Eenderde van de totale omzet van de directe verkoop geschiedt via de partyverkoop, ook houseparty’s genoemd. Partyverkoop is vooral succesvol bij cosmetica, lingerie, schoonmaakmiddelen, boeken en huishoudelijke artikelen. In Nederland zijn de houseparty’s van Tupperware overal bekend. ontspanningstochten waaraan de verkoop van artikelen gekoppeld wordt. De verkoop vindt dan plaats in het buitenland om de wet te omzeilen; telefonische verkoop In Nederland is deze vorm van verkoop nog van weinig betekenis. Sportartikelen, abonnementen op kranten en tijdschriften, verzekeringen, spaarvormen, wijnen en zuivelproducten worden op deze wijze verkocht. verkoop op de werkplek Directe verkoop op de werkplek is een distributievorm die betrekkelijk nieuw is. Deze vorm kan in een behoefte gaan voorzien bij de “drukke” consument. Op dit moment wordt onder andere schoeisel op deze wijze aangeboden. multilevel marketing Multilevel marketing (MLM) is een vorm van directe verkoop waarbij gewerkt wordt met distributeurs die op hun beurt weer nieuwe distributeurs werven (piramideverkoop of network marketing). Onder andere huishoudelijke artikelen, schoonmaakartikelen, cosmetica worden op deze wijze aan de man/vrouw gebracht.

13 distributievormen Carlo Meulenhoff in zijn mobiele winkel vol sandalen en pantoffels. De pantoffels komen naar je toe Van de 27-jarige Carlo Meulenhoff hoeven senioren niet meer het huis uit om pantoffels te kopen. Hij zoekt hen zelf op in de Limburgse verzorgingshuizen.


Download ppt "ken de detailhandel paragraaf 1.5 distributievormen"

Verwante presentaties


Ads door Google