Wij zijn God zomaar ontrouw Maar God wil je terug …

Presentatie over: "Wij zijn God zomaar ontrouw Maar God wil je terug …"— Transcript van de presentatie:

1 Wij zijn God zomaar ontrouw Maar God wil je terug …

2 “Vette vruchtbare aarde, een overvloed van koren en wijn” Gen. 27:28

3 God bestuurt ons leven.

4 Maar je maakt je eigen plannen

5 Toen de jongens opgegroeid waren, werd Esau een uitstekend jager, iemand die altijd buiten was, terwijl Jakob een rustig man was, die het liefst bij de tenten bleef. Gen. 27: 27

6 Hij kende God.

7 ‘Twee volken zijn er in je schoot, volken die uiteengaan nog voor je hebt gebaard. Het ene zal machtiger zijn dan het andere, de oudste zal de jongste dienen.’ Gen. 25: 23

8

9 ‘Doordat de HEER, úw God, alles zo gunstig voor me liet verlopen.’ Gen. 27: 20

10 Het begin van ongeloof…

11 En er ontstaat een drama.

12 God houdt de regie

13 “De oudste zal de jongste dienen” Gen 25: 23

14 “Maar voor Kaïns offer had Hij geen oog” Gen 4: 5

15 “Alleen de nakomelingen van Isaak zullen gelden als jouw nageslacht” Gen 21: 12

16 “De oudste zal de jongste dienen” Gen 25: 23

17 “Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.” Mat 19: 30

18

19 “Wat kan ik nog voor je doen, mijn zoon” Gen (27: 37)

20 “Ver van de vette grond zul je wonen, je zult dienstbaar zijn aan je broer” Gen 27: 39-40

21 Esau’s tranen doen Isaak pijn.

22 “Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat.” Rom. 9: 13

23 God heeft de regie. En niet wij.

24 En van Hem komt de zegen.

25 Jakob heeft met God gestreden

26 Troost en Verlossing

27 “Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen “ Fil. 3: 7-8

28 Dat is Gods zegen.