De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 3: De arbeidsvoorwaarden

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 3: De arbeidsvoorwaarden"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 3: De arbeidsvoorwaarden

2 §3.1 De arbeidsovereenkomst blz. 38
Individuele arbeidsovereenkomst/contract Arbeidsovereenkomst tussen één werkgever & één werknemer. In een individuele arbeidsovereenkomst staan de arbeidsvoorwaarden  Bepalingen die van kracht zijn volgens de wet en/of een (collectieve) arbeidsovereenkomst Het is belangrijk dat je zo’n arbeidsovereenkomst opstelt, zodat er later geen misverstanden kunnen ontstaan.

3 §3.2 De organisaties van werknemers en werkgevers blz. 39
Primaire arbeidsvoorwaarden Secundaire arbeidsvoorwaarden - Loon - Vakantieregelingen - Normale arbeidstijd - Duur van de middagpauze - Reiskostenvergoedingen - Kinderopvang - Scholing - Auto van de zaak - etc.

4 §3.2 De organisaties van werknemers en werkgevers blz. 39
Collectieve arbeidsovereenkomst Overeenkomst tussen vakbonden en werkgeversbonden óf 1 werkgever voor groepen werknemers & werkgevers (bedrijfstak) In een collectieve arbeidsovereenkomst staan de rechten en plichten van de werkgevers en werknemers. Vakantie, pensioen, overuren, data loonsverhoging. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan een CAO voor een gehele bedrijfstak geldend verklaren  algemeen verbindend verklaren

5 §3.2 De organisaties van werknemers en werkgevers blz. 39
Zo lang een CAO loopt, geldt er een vredesplicht. De werknemers mogen niet staken voor verdere verbetering van de afgesproken arbeidsvoorwaarden.

6 http://www. fnvbondgenoten

7 §3.2 De organisaties van werknemers en werkgevers blz. 39
Stichting van Arbeid Overlegorgaan van de centrales van werkgevers & werknemers Werknemerscentrales Werkgeverscentrales Overkoepelende organisatie van vakbonden. Overkoepelende organisatie van werkgeversbonden. FNV, CNV, MHP & AVC MKB, LTO, VNO/NCW Vakbonden Werkgeversbonden Organisatie van werknemers (meestal per bedrijfstak). Organisatie van werkgevers (meestal per bedrijfstak). Werknemers Werkgevers

8 §3.2 De organisaties van werknemers en werkgevers blz. 39
Stichting van Arbeid Centraal overleg Werknemerscentrales Werkgeverscentrales Centraal akkoord Landelijk Vakbonden CAO Bedrijfstak/bedrijf Werkgeversbonden Individuele arbeidsovereenkomst Individuele werknemer Werknemers Werkgevers

9 §3.2 De organisaties van werknemers en werkgevers blz. 39
Organisatiegraad Het percentage van werknemers (of werkgevers) dat is aangesloten bij een erkende vakbond (of werkgeversbond).

10 §3.3 De overheid in het overleg blz. 41
Poldermodel Uitvoerig overleg tussen de sociale partners, waarbij ook de overheid steeds nauw is betrokken. Het overleg gaat vaak net zolang door tot de partijen een overeenstemming hebben bereikt.

11 §3.3 De overheid in het overleg blz. 41
Sociaal Economische Raad (SER) Een adviesorgaan van de regering op het gebied van de sociale en economische politiek. SER bestaat uit 3 geledingen: 1. Afgevaardigden door werkgeverscentrales 2. Afgevaardigden door werknemerscentrales 3. Afgevaardigden gekozen door regering

12 Jaarlijkse overlegcyclus:
§3.4 De overlegcyclus blz. 42 Jaarlijkse overlegcyclus: 1. CPB voorspelt in mei de verdere ontwikkeling van de economie in dat jaar. 2. Werknemers- en werkgeversorganisaties bereiden overleg voor. 3. Prinsjesdag, regering maakt bekend welk sociaal-economisch beleid ze willen gaan voeren. Financiële plannen staan samengevat in de miljoenennota. 4. Macro-economische Verkenning van het CPB. (op Prinsjesdag) Belangrijke economische variabelen; nationaal product, arbeidsproductiviteit, inflatie & koopkracht.

13 Jaarlijkse overlegcyclus:
§3.4 De overlegcyclus blz. 42 Jaarlijkse overlegcyclus: 5. Centrale organisaties van werknemers raadplegen achterban & publiceren centrale arbeidsvoorwaardennota. 6. Centrales van werkgevers en werknemers praten met elkaar in Stichting van arbeid (okt/nov) 7. Hoofdlijnen van arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd in centraal akkoord. 8. Onderhandelingen per bedrijf(stak) dec-mei 9. Centraal akkoord wordt uitgewerkt in CAO’s.

14 §3.5 Het onderhandelingsresultaat blz. 43
Loon 3 soorten loonstijgingen: - Prijscompensatie Stijging van het loon gelijk aan de inflatie zodat de koopkracht van het loon gelijk blijft. - Initiële loonstijging Algemene stijging van de reële lonen (= koopkracht) voortvloeiende uit een stijging van de arbeidsproductiviteit Bovenop de prijscompensatie nog een algemene loonstijging, waardoor koopkracht stijgt. - Incidentele loonstijging Loonstijging door promotie, periodiek erbij.

15 §3.5 Het onderhandelingsresultaat blz. 43
Loonstijgingen Nominale loonstijging De stijging van het loon zonder dat deze stijging is gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling. Reële loonstijging De loonstijging (bruto of netto) gecorrigeerd voor prijsstijgingen. Koopkracht

16 §3.5 Het onderhandelingsresultaat blz. 43
Loonruimte De maximale loonstijging die niet leidt tot een aantasting van de winst van de bedrijven. = de som van de procentuele stijging van de arbeidsproductiviteit en de procentuele prijsstijging. Berekenen loonruimte: Prijsindexcijfer x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100 Loonmatiging Als de loonstijging kleiner is dan de loonruimte.

17 §3.5 Het onderhandelingsresultaat blz. 43
Arbeidsduurverkorting (adv) Een algemene verkorting van de tijd die men beroepsmatig actief/productief is. Adv kan op de volgende manieren: 1. Werkuren per week (werkweekverkorting) 2. Werkdagen per jaar (vakantie & studieverlof) 3. Werkjaren per leven (later beginnen met werken & eerder met pensioen)

18 §3.5.2 De collectieve sector: Loon en overheidsfinanciën blz. 43
De overheid als werkgever: - Streeft naar normalisatie vd arbeidsvoorwaarden = zoveel mogelijk dezelfde arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden als in het bedrijfsleven. Stijging van de CAO-lonen in de marktsector kan gevolgen hebben voor: - Personeelsuitgaven overheid. - Minimumloon stijgt, door koppeling met CAO-lonen Contractloon Loon dat in de CAO’s is overeengekomen.

19 §3.5.2 De collectieve sector: Loon en overheidsfinanciën blz. 43
i/a ratio Verhouding tussen het aantal inactieven en het aantal actieven. Geeft de betaalbaarheid van de Sociale Zekerheid weer. Inactieven Personen met een uitkering; WW, Bijstand, AOW, ANW. Actieven Deel van de beroepsbevolking dat een primair inkomen ontvangt en dus premies betaalt. Aantal inactieven i/a ratio= Aantal actieven

20 §3.5.3 Arbeidsconflicten blz. 43
Als de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden vastlopen. Werkstaking door werknemers: Het werk neerleggen tot de eisen zijn ingewilligd.

21 §3.5.3 Arbeidsconflicten blz. 43
Soorten stakingen: - Prikstaking Enige tijd wordt een klein onderdeel van het bedrijf stil gelegd. - Stiptheidsactie Werknemers nemen een overdreven nauwkeurige werkhouding aan en zorgen voor werkvertraging. - Selectieve staking Vitale delen van een bedrijf worden stilgelegd, zodat de rest van het bedrijf ook niet meer kan functioneren. - Speerpuntacties Een belangrijk bedrijf wordt als doelwit gekozen. - Bedrijfsbezetting Werknemers nemen de controle van het bedrijf over

22 §3.5.3 Arbeidsconflicten blz. 43
Acties van werkgevers tegen stakingen: - Uitsluiting De werkwilligen naar huis sturen zonder loon. - Stakers collectief ontslaan - Kort geding aanspannen tegen de bonden Zodat de rechter de staking kan verbieden.


Download ppt "Hoofdstuk 3: De arbeidsvoorwaarden"

Verwante presentaties


Ads door Google