De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De eeuw van het oude Samenvatting Examen Nederlands Havo 2004 2 e tijdvak.

Verwante presentaties


Presentatie over: "De eeuw van het oude Samenvatting Examen Nederlands Havo 2004 2 e tijdvak."— Transcript van de presentatie:

1 De eeuw van het oude Samenvatting Examen Nederlands Havo 2004 2 e tijdvak

2 Om te beginnen Eerst lees je de tekst globaal

3 Om te beginnen Eerst lees je de tekst globaal, daarna lees je de tekst intensief.

4 Om te beginnen Eerst lees je de tekst globaal, daarna lees je de tekst intensief. En ja: dat kost tijd!! Veel leestijd. Voordat je ook maar een woord of zin op papier zet.

5 Om te beginnen Eerst lees je de tekst globaal, daarna lees je de tekst intensief. En ja: dat kost tijd!! Veel leestijd. Voordat je ook maar een woord of zin op papier zet. Want als het goed is, heb je die tijd.

6 Na het lezen van de tekst Ken je de tekst zo goed, dat je weet waar wat staat en …

7 Na het lezen van de tekst lees je de opdracht goed.

8 De opdracht Maak een goedlopende samenvatting in correct Nederlands van maximaal 180 woorden van de tekst De eeuw van het oude. Zorg ervoor dat je samenvatting begrijpelijk is voor iemand die de oorspronkelijke tekst niet kent. Uit je samenvatting moet duidelijk worden: zhoe men vandaag de dag tegen het verschijnsel ‘oud’ en ‘jong’ aankijkt, welke ontwikkeling wordt verwacht en welk probleem zich daarbij voordoet; zwelke belangrijke veranderingen zich in het denken over het verschijnsel ‘oud’ hebben voorgedaan in de loop der tijd; zwelke paradox zich voordoet met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’ en welke maatschappelijke problemen daaruit zouden kunnen voortvloeien; zhoe deze maatschappelijke problemen kunnen worden voorkomen

9 4 verschillende opdrachten dus: maak 4 alinea’s!

10 Alinea 1 (1 e punt) A. hoe men vandaag de dag tegen het verschijnsel ‘oud’ en ‘jong’ aankijkt, B. welke ontwikkeling wordt verwacht en C. welk probleem zich daarbij voordoet;

11 Alinea 2 (2 e punt) D. welke belangrijke veranderingen zich in het denken over het verschijnsel ‘oud’ hebben voorgedaan in de loop der tijd;

12 Alinea 3 (3 e punt) E. welke paradox zich voordoet met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’ F. en welke maatschappelijke problemen daaruit zouden kunnen voortvloeien;

13 Alinea 4 (4 e punt) G. hoe deze maatschappelijke problemen kunnen worden voorkomen.

14 Na het lezen van de opdracht gaan we de inhoud van die vier alinea’s (de vier punten) eens nader bekijken.

15 Alinea 1 A. hoe men vandaag de dag tegen het verschijnsel ‘oud’ en ‘jong’ aankijkt, B. welke ontwikkeling wordt verwacht en C. welk probleem zich daarbij voordoet;

16 Alinea 1, 1 e vraag: A A. hoe men vandaag de dag tegen het verschijnsel ‘oud’ en ‘jong’ aankijkt,

17 Alinea 1, 1 e vraag: A A.hoe men vandaag de dag tegen het verschijnsel ‘oud’ en ‘jong’ aankijkt, LET OP: er staat ‘oud’ en ‘jong’, niet ‘oud en jong’, dus begin je antwoord met: Vandaag de dag kijkt men aan tegen oud… en jong …

18 Begin van alinea 1 (A): Vandaag de dag kijkt men aan tegen oud… en jong …

19 Zoek in de juiste alinea’s naar de kernzinnen. En het antwoord van de eerste vraag staat in de eerste alinea’s! 1 Oud. Oud en der dagen zat. Wie durft er nog trots op te zijn dat iets oud is, dat hij of zij zélf oud is? Natuurlijk, we koesteren onze oude schilderijen en onze oude boerderijen, we zwelgen nostalgisch in onze oude Gouden Eeuw. En de historische feesten, waarbij even in de Middeleeuwen gegriezeld of Romeintje gespeeld kan worden, mogen zich in de belangstelling van het grote publiek verheugen. Het verleden, het oude en voorbije, wordt in ere gehouden, al was het maar voor de toeristen-industrie. Nederlanders gaan graag naar Rome om het Forum te bezoeken; omgekeerd komen Italianen echt niet naar Nederland om een treurigstemmende nieuwbouwwijk in Zoetermeer-Oost te bekijken. 2 Maar voor het overige? Voor het overige staat ‘oud’ al snel voor achterlijk en achterhaald. Een oude gedachte, een oude opvatting, een oude methode van lesgeven, een oude manier om een bedrijf te runnen? Ajakkes, nee! Oude Politiek, er schijnt sinds het volksopstootje bij de verkiezingen van vorig jaar niets gruwelijkers te zijn dan dat. Kennis en ervaring zijn uit: hoe minder je van vroeger weet, hoe minder je ook door al die kennis gehinderd kunt worden bij het onbevangen beoordelen van de problemen van de maatschappij.

20 Zoek in de juiste alinea’s naar de kernzinnen 1 Oud. Oud en der dagen zat. Wie durft er nog trots op te zijn dat iets oud is, dat hij of zij zélf oud is? Natuurlijk, we koesteren onze oude schilderijen en onze oude boerderijen, we zwelgen nostalgisch in onze oude Gouden Eeuw. En de historische feesten, waarbij even in de Middeleeuwen gegriezeld of Romeintje gespeeld kan worden, mogen zich in de belangstelling van het grote publiek verheugen. Het verleden, het oude en voorbije, wordt in ere gehouden, al was het maar voor de toeristen-industrie. Nederlanders gaan graag naar Rome om het Forum te bezoeken; omgekeerd komen Italianen echt niet naar Nederland om een treurigstemmende nieuwbouwwijk in Zoetermeer-Oost te bekijken. 2 Maar voor het overige? Voor het overige staat ‘oud’ al snel voor achterlijk en achterhaald. Een oude gedachte, een oude opvatting, een oude methode van lesgeven, een oude manier om een bedrijf te runnen? Ajakkes, nee! Oude Politiek, er schijnt sinds het volksopstootje bij de verkiezingen van vorig jaar niets gruwelijkers te zijn dan dat. Kennis en ervaring zijn uit: hoe minder je van vroeger weet, hoe minder je ook door al die kennis gehinderd kunt worden bij het onbevangen beoordelen van de problemen van de maatschappij.

21 Begin van alinea 1 (A): Vandaag de dag kijkt men aan tegen oud… staat ‘oud’ al snel voor achterlijk en achterhaald en jong …

22 Begin van alinea 1 (A): Vandaag de dag staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong …

23 En wat zegt de tekst over ‘jong’? 3 Jong en nieuw: dat zijn de trefwoorden waardoor in deze flitsende tijden de harten sneller gaan kloppen. Jong staat voor spannend en dynamisch, voor verandering, voor het zoeken van nieuwe uitdagingen en het verbreden van de horizon. Nu nog nieuwer! Volledig vernieuwd! Dat schreeuwen niet alleen de wasmiddelenfabrikanten van de daken, maar ook de politici. 4 Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, en dus wil iedereen jong lijken, en wat oud is, moet daarom zo jeugdig mogelijk worden verpakt. Ook degenen die niet meer zo jong zijn, kleden zich jong, gedragen zich jong en hun taalgebruik passen zij eveneens aan dat van de jongeren aan. Veelzeggend is de opeenvolgende reeks termen die in de afgelopen decennia werden gehanteerd: ouden van dagen, bejaarden, zestigplussers, ouderen, senioren. De jeugd bleef daarentegen gewoon de jeugd. Elke nieuwe term moest vergeefs verhullen wat de vorige evenmin verhullen kon: het feit dat het leven eindig is en mensen van zeventig nu eenmaal gemiddeld wat dichter bij de dood staan. Vraag niet naar de leeftijd van een vrouw, en als je die moet raden, gok dan altijd laag, want zij is dodelijk beledigd als je vijftig zegt, terwijl ze pas negenenveertig is.

24 En wat zegt de tekst over ‘jong’? 3 Jong en nieuw: dat zijn de trefwoorden waardoor in deze flitsende tijden de harten sneller gaan kloppen. Jong staat voor spannend en dynamisch, voor verandering, voor het zoeken van nieuwe uitdagingen en het verbreden van de horizon. Nu nog nieuwer! Volledig vernieuwd! Dat schreeuwen niet alleen de wasmiddelenfabrikanten van de daken, maar ook de politici. 4 Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, en dus wil iedereen jong lijken, en wat oud is, moet daarom zo jeugdig mogelijk worden verpakt. Ook degenen die niet meer zo jong zijn, kleden zich jong, gedragen zich jong en hun taalgebruik passen zij eveneens aan dat van de jongeren aan. Veelzeggend is de opeenvolgende reeks termen die in de afgelopen decennia werden gehanteerd: ouden van dagen, bejaarden, zestigplussers, ouderen, senioren. De jeugd bleef daarentegen gewoon de jeugd. Elke nieuwe term moest vergeefs verhullen wat de vorige evenmin verhullen kon: het feit dat het leven eindig is en mensen van zeventig nu eenmaal gemiddeld wat dichter bij de dood staan. Vraag niet naar de leeftijd van een vrouw, en als je die moet raden, gok dan altijd laag, want zij is dodelijk beledigd als je vijftig zegt, terwijl ze pas negenenveertig is.

25 Begin van alinea 1 CA): Vandaag de dag staat ‘oud’ al snel voor achterlijk en achterhaald en jong …Jong staat voor spannend en dynamisch

26 Begin van alinea 1 (A): Vandaag de dag staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch.

27 Begin van alinea 1 (A): Vandaag de dag staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch. Het kan misschien nog iets korter:

28 Begin van alinea 1 (A): Tegenwoordig staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch.

29 En wat zegt het antwoordmodel?

30 Het antwoordmodel: (hoe men vandaag de dag tegen het verschijnsel ‘oud’ en ‘jong’ aankijkt) A ‘Oud’ staat (doorgaans) (al snel) voor achterlijk/achterhaald / Kennis en ervaring zijn ‘uit’ 1 tegenwoordig / vandaag de dag / in onze tijd / in onze samenleving 1 ‘Jong’ en ‘nieuw’ is ‘in’ / staat voor spannend/dynamisch / voor vooruitgang 1

31 Onze tekst:Antwoordmodel: Tegenwoordig staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch. A (3) ‘Oud’ staat (doorgaans) (al snel) voor achterlijk/achterhaald / Kennis en ervaring zijn ‘uit’ 1 tegenwoordig / vandaag de dag / in onze tijd / in onze samenleving 1 ‘Jong’ en ‘nieuw’ is ‘in’ / staat voor spannend/dynamisch / voor vooruitgang 1

32 Herinnering: in alinea 1 moesten drie punten komen. A. hoe men vandaag de dag tegen het verschijnsel ‘oud’ en ‘jong’ aankijkt, B. welke ontwikkeling wordt verwacht en C. welk probleem zich daarbij voordoet;

33 Alinea 1, punt B B. welke ontwikkeling wordt verwacht

34 Alinea 1, punt B B. welke ontwikkeling wordt verwacht De ontwikkeling die wordt verwacht is… of direct korter: Men verwacht dat …

35 Alinea 1, punt B B. welke ontwikkeling wordt verwacht Men verwacht dat …

36 Je zoekt nu in de volgende alinea(’s) Alinea 1, 2, 3 en 4 had je al gehad, dus:

37 Je zoekt nu in de volgende alinea(’s) naar een ontwikkeling die men verwacht 5 De twintigste eeuw was in het Westen de eeuw van de jongeren, maar er is reden om aan te nemen dat de eenentwintigste die van de ouderen zal zijn. Van hen zijn er de komende decennia namelijk steeds meer. Jeugd wordt straks in Europa schaars, en wie niet op grote schaal jeugd van elders wil importeren, moet zich instellen op een vergrijsde maatschappij. De toekomst is niet aan het skateboard maar aan de rollator. De ouderen zullen zich minder makkelijk als uitgerold aan de kant laten schuiven.

38 Je zoekt nu in de volgende alinea(’s) naar een ontwikkeling die men verwacht 5 De twintigste eeuw was in het Westen de eeuw van de jongeren, maar er is reden om aan te nemen dat de eenentwintigste die van de ouderen zal zijn. Van hen zijn er de komende decennia namelijk steeds meer. Jeugd wordt straks in Europa schaars, en wie niet op grote schaal jeugd van elders wil importeren, moet zich instellen op een vergrijsde maatschappij. De toekomst is niet aan het skateboard maar aan de rollator. De ouderen zullen zich minder makkelijk als uitgerold aan de kant laten schuiven.

39 Alinea 1, punt B B. welke ontwikkeling wordt verwacht Men verwacht dat … er is reden om aan te nemen dat de eenentwintigste die van de ouderen zal zijn

40 Alinea 1, punt B B. welke ontwikkeling wordt verwacht Men verwacht dat de eenentwintigste eeuw de eeuw van de ouderen zal zijn.

41 Alinea 1, punt B B. welke ontwikkeling wordt verwacht Men verwacht dat de eenentwintigste eeuw de eeuw van de ouderen zal zijn. Antwoordmodel: (verwachte ontwikkeling) B (2 ) De eenentwintigste eeuw zal (naar het zich laat aanzien) de eeuw van de ouderen zijn / De samenleving/Europa zal vergrijzen / Het aantal ouderen zal (relatief) toenemen / Het aantal jongeren zal (relatief) afnemen / wordt schaars 1

42 Alinea 1, punt C C. welk probleem zich daarbij voordoet;

43 Alinea 1, punt C C. welk probleem zich daarbij voordoet; Het volgende probleem doet zich daarbij voor:

44 Je zoekt nu in de volgende alinea(’s) naar een probleem dat zich daarbij voordoet 6 Door de huidige overwaardering van nieuw en jong lijkt de samenleving mentaal nog niet goed voorbereid op die onvermijdelijke vergrijzing. De grote vraag is namelijk welk effect dit toenemende getalsmatige overwicht van ouderen in cultureel opzicht zal hebben. Wat wordt het ijkpunt en criterium? Wordt jeugdigheid door de toenemende schaarste aan echte jeugd nog gewilder? Of zal in plaats van de diskjockey van de Amsterdamse club iT de dia-avondpresentator uit het Willem Dreeshuis sterallures verwerven? Wordt oud de nieuwste trend? Nu nog ouder! Volledig verouderd! Welke pr-functionaris durft deze slogan straks als eerste aan? Zal de belangrijkste mentale vernieuwing van de komende decennia niet juist blijken te zijn dat de waardering voor het oude in het Westen weer terugkomt?

45 Je zoekt nu in de volgende alinea(’s) naar een probleem dat zich daarbij voordoet 6 Door de huidige overwaardering van nieuw en jong lijkt de samenleving mentaal nog niet goed voorbereid op die onvermijdelijke vergrijzing. De grote vraag is namelijk welk effect dit toenemende getalsmatige overwicht van ouderen in cultureel opzicht zal hebben. Wat wordt het ijkpunt en criterium? Wordt jeugdigheid door de toenemende schaarste aan echte jeugd nog gewilder? Of zal in plaats van de diskjockey van de Amsterdamse club iT de dia-avondpresentator uit het Willem Dreeshuis sterallures verwerven? Wordt oud de nieuwste trend? Nu nog ouder! Volledig verouderd! Welke pr-functionaris durft deze slogan straks als eerste aan? Zal de belangrijkste mentale vernieuwing van de komende decennia niet juist blijken te zijn dat de waardering voor het oude in het Westen weer terugkomt?

46 Alinea 1, punt C C. welk probleem zich daarbij voordoet; Het volgende probleem doet zich daarbij voor: lijkt de samenleving mentaal nog niet goed voorbereid op die onvermijdelijke vergrijzing

47 Alinea 1, punt C C. Het probleem is dat de samenleving mentaal niet goed voorbereid lijkt op die onvermijdelijke vergrijzing.

48 Alinea 1, punt C C. Het probleem is dat de samenleving mentaal niet goed voorbereid lijkt op die onvermijdelijke vergrijzing. (probleem) C (2) De maatschappij lijkt nog niet goed voorbereid op de naderende vergrijzing 1 in mentaal opzicht 1

49 Alinea 1 (punt A, B, C) Tegenwoordig staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch. Men verwacht dat de eenentwintigste eeuw de eeuw van de ouderen zal zijn. Het probleem is dat de samenleving mentaal niet goed voorbereid lijkt op die onvermijdelijke vergrijzing.

50 Alinea 1 kan misschien nog iets korter: Tegenwoordig staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch. Men verwacht dat de eenentwintigste eeuw de eeuw van de ouderen zal zijn. Het probleem is dat de samenleving daarop mentaal niet goed voorbereid lijkt.

51 Alinea 2 (2 e punt) D. welke belangrijke veranderingen zich in het denken over het verschijnsel ‘oud’ hebben voorgedaan in de loop der tijd;

52 Alinea 2 (2 e punt) D. welke belangrijke veranderingen zich in het denken over het verschijnsel ‘oud’ hebben voorgedaan in de loop der tijd; Belangrijke veranderingen die zich in het denken over het verschijnsel ‘oud’ hebben voorgedaan in de loop der tijd:

53 Je zoekt in de volgende alinea’s naar veranderingen in de loop der tijd.

54 Veranderingen in de loop der tijd 7 Want inderdaad zal er dan van een terugkeer sprake zijn: ooit stond ook in Europa de ouderdom in hoog aanzien, of het nu om een mens,een opvatting of een stuk huisraad ging. In de Middeleeuwen was jeugdigheid beslist geen pre, en het nieuwe was onbekend en eng. Het begrip ‘ouderwets’ had een positieve lading; ‘modern’ bezat als bijvoeglijk naamwoord een ongunstige ondertoon en dat betekende dat vernieuwingen vooral niet als verníeuwingen moesten worden gepresenteerd. 8 Tot de Franse Revolutie werden vrijwel alle kerkelijke en staatkundige veranderingen als vormen van restauratie gezien, als herstel van het oude, van een gelukzalige oertoestand die door latere gebeurtenissen was gecorrumpeerd. De Nederlandse opstand tegen Spanje: dat was in feite een reactionair geïnspireerd verzet tegen de moderne absolutistische eenheidsstaat die Filips II bezig was uit de grond te stampen. Het ging de opstandelingen niet om iets nieuws, maar om behoud van het oude, om behoud van hun traditionele, middeleeuwse vrijheden, en hun strijd tegen de Spaanse koning werd derhalve met een beroep op een geïdealiseerd verleden, niet op een geïdealiseerde toekomst gelegitimeerd. 9 Aan het einde van de 18e eeuw vindt echter een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Deze omslag in het denken valt samen met een toegenomen historisch besef: het besef dat het heden niet alleen wezenlijk anders dan het verleden is, maar ook dat het verleden niet herhaalbaar is en dat er dus geen eeuwigdurende vaste orde bestaat. Dit besef van wezenlijke verandering – waarbij die verandering dan bovendien als vooruitgang wordt opgevat – behelst de notie dat de manier van leven van vorige generaties afweek van die in de eigen tijd. De eigen tijd is niet meer met vroegere tijden inwisselbaar en daarmee verliezen ook de lessen uit het verleden een deel van hun tot dan toe dominante betekenis. Verandering werd in plaats van iets engs iets positiefs, en de toenemende afstand tot het voorheen bestaande relativeerde het belang van de ervaring en kennis van eerdere generaties, omdat die oude kennis vaak gebaseerd was op verkeerde veronderstellingen: van de ontkenning van de omloop van de aarde om de zon tot die van de omloop van het bloed. Naarmate men de wereld en het eigen lichaam beter begon te begrijpen en meer enge ziekten wist te helen en men dankzij de stoomboot en de trein ook in ruimtelijke zin wat sneller voorwaarts kwam, raakte het Westen in de negentiende eeuw in de ban van een bijna onverwoestbaar optimisme: morgen wordt alles beter, morgen is iedereen rijker, achter de horizon gloort het ochtendrood van vrijheid, gelijkheid en broederschap.

55 Veranderingen in de loop der tijd 7 Want inderdaad zal er dan van een terugkeer sprake zijn: ooit stond ook in Europa de ouderdom in hoog aanzien, of het nu om een mens,een opvatting of een stuk huisraad ging. In de Middeleeuwen was jeugdigheid beslist geen pre, en het nieuwe was onbekend en eng. Het begrip ‘ouderwets’ had een positieve lading; ‘modern’ bezat als bijvoeglijk naamwoord een ongunstige ondertoon en dat betekende dat vernieuwingen vooral niet als verníeuwingen moesten worden gepresenteerd. 8 Tot de Franse Revolutie werden vrijwel alle kerkelijke en staatkundige veranderingen als vormen van restauratie gezien, als herstel van het oude, van een gelukzalige oertoestand die door latere gebeurtenissen was gecorrumpeerd. De Nederlandse opstand tegen Spanje: dat was in feite een reactionair geïnspireerd verzet tegen de moderne absolutistische eenheidsstaat die Filips II bezig was uit de grond te stampen. Het ging de opstandelingen niet om iets nieuws, maar om behoud van het oude, om behoud van hun traditionele, middeleeuwse vrijheden, en hun strijd tegen de Spaanse koning werd derhalve met een beroep op een geïdealiseerd verleden, niet op een geïdealiseerde toekomst gelegitimeerd. 9 Aan het einde van de 18e eeuw vindt echter een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Deze omslag in het denken valt samen met een toegenomen historisch besef: het besef dat het heden niet alleen wezenlijk anders dan het verleden is, maar ook dat het verleden niet herhaalbaar is en dat er dus geen eeuwigdurende vaste orde bestaat. Dit besef van wezenlijke verandering – waarbij die verandering dan bovendien als vooruitgang wordt opgevat – behelst de notie dat de manier van leven van vorige generaties afweek van die in de eigen tijd. De eigen tijd is niet meer met vroegere tijden inwisselbaar en daarmee verliezen ook de lessen uit het verleden een deel van hun tot dan toe dominante betekenis. Verandering werd in plaats van iets engs iets positiefs, en de toenemende afstand tot het voorheen bestaande relativeerde het belang van de ervaring en kennis van eerdere generaties, omdat die oude kennis vaak gebaseerd was op verkeerde veronderstellingen: van de ontkenning van de omloop van de aarde om de zon tot die van de omloop van het bloed. Naarmate men de wereld en het eigen lichaam beter begon te begrijpen en meer enge ziekten wist te helen en men dankzij de stoomboot en de trein ook in ruimtelijke zin wat sneller voorwaarts kwam, raakte het Westen in de negentiende eeuw in de ban van een bijna onverwoestbaar optimisme: morgen wordt alles beter, morgen is iedereen rijker, achter de horizon gloort het ochtendrood van vrijheid, gelijkheid en broederschap.

56 Veranderingen in de loop der tijd 7 Want inderdaad zal er dan van een terugkeer sprake zijn: ooit stond ook in Europa de ouderdom in hoog aanzien, of het nu om een mens,een opvatting of een stuk huisraad ging. In de Middeleeuwen was jeugdigheid beslist geen pre, en het nieuwe was onbekend en eng. Het begrip ‘ouderwets’ had een positieve lading; ‘modern’ bezat als bijvoeglijk naamwoord een ongunstige ondertoon en dat betekende dat vernieuwingen vooral niet als verníeuwingen moesten worden gepresenteerd. 8 Tot de Franse Revolutie werden vrijwel alle kerkelijke en staatkundige veranderingen als vormen van restauratie gezien, als herstel van het oude, van een gelukzalige oertoestand die door latere gebeurtenissen was gecorrumpeerd. De Nederlandse opstand tegen Spanje: dat was in feite een reactionair geïnspireerd verzet tegen de moderne absolutistische eenheidsstaat die Filips II bezig was uit de grond te stampen. Het ging de opstandelingen niet om iets nieuws, maar om behoud van het oude, om behoud van hun traditionele, middeleeuwse vrijheden, en hun strijd tegen de Spaanse koning werd derhalve met een beroep op een geïdealiseerd verleden, niet op een geïdealiseerde toekomst gelegitimeerd. 9 Aan het einde van de 18e eeuw vindt echter een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Deze omslag in het denken valt samen met een toegenomen historisch besef: het besef dat het heden niet alleen wezenlijk anders dan het verleden is, maar ook dat het verleden niet herhaalbaar is en dat er dus geen eeuwigdurende vaste orde bestaat. Dit besef van wezenlijke verandering – waarbij die verandering dan bovendien als vooruitgang wordt opgevat – behelst de notie dat de manier van leven van vorige generaties afweek van die in de eigen tijd. De eigen tijd is niet meer met vroegere tijden inwisselbaar en daarmee verliezen ook de lessen uit het verleden een deel van hun tot dan toe dominante betekenis. Verandering werd in plaats van iets engs iets positiefs, en de toenemende afstand tot het voorheen bestaande relativeerde het belang van de ervaring en kennis van eerdere generaties, omdat die oude kennis vaak gebaseerd was op verkeerde veronderstellingen: van de ontkenning van de omloop van de aarde om de zon tot die van de omloop van het bloed. Naarmate men de wereld en het eigen lichaam beter begon te begrijpen en meer enge ziekten wist te helen en men dankzij de stoomboot en de trein ook in ruimtelijke zin wat sneller voorwaarts kwam, raakte het Westen in de negentiende eeuw in de ban van een bijna onverwoestbaar optimisme: morgen wordt alles beter, morgen is iedereen rijker, achter de horizon gloort het ochtendrood van vrijheid, gelijkheid en broederschap.

57 Veranderingen in de loop der tijd 7 Want inderdaad zal er dan van een terugkeer sprake zijn: ooit stond ook in Europa de ouderdom in hoog aanzien, of het nu om een mens,een opvatting of een stuk huisraad ging. In de Middeleeuwen was jeugdigheid beslist geen pre, en het nieuwe was onbekend en eng. Het begrip ‘ouderwets’ had een positieve lading; ‘modern’ bezat als bijvoeglijk naamwoord een ongunstige ondertoon en dat betekende dat vernieuwingen vooral niet als verníeuwingen moesten worden gepresenteerd. 8 Tot de Franse Revolutie werden vrijwel alle kerkelijke en staatkundige veranderingen als vormen van restauratie gezien, als herstel van het oude, van een gelukzalige oertoestand die door latere gebeurtenissen was gecorrumpeerd. De Nederlandse opstand tegen Spanje: dat was in feite een reactionair geïnspireerd verzet tegen de moderne absolutistische eenheidsstaat die Filips II bezig was uit de grond te stampen. Het ging de opstandelingen niet om iets nieuws, maar om behoud van het oude, om behoud van hun traditionele, middeleeuwse vrijheden, en hun strijd tegen de Spaanse koning werd derhalve met een beroep op een geïdealiseerd verleden, niet op een geïdealiseerde toekomst gelegitimeerd. 9 Aan het einde van de 18e eeuw vindt echter een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Deze omslag in het denken valt samen met een toegenomen historisch besef: het besef dat het heden niet alleen wezenlijk anders dan het verleden is, maar ook dat het verleden niet herhaalbaar is en dat er dus geen eeuwigdurende vaste orde bestaat. Dit besef van wezenlijke verandering – waarbij die verandering dan bovendien als vooruitgang wordt opgevat – behelst de notie dat de manier van leven van vorige generaties afweek van die in de eigen tijd. De eigen tijd is niet meer met vroegere tijden inwisselbaar en daarmee verliezen ook de lessen uit het verleden een deel van hun tot dan toe dominante betekenis. Verandering werd in plaats van iets engs iets positiefs, en de toenemende afstand tot het voorheen bestaande relativeerde het belang van de ervaring en kennis van eerdere generaties, omdat die oude kennis vaak gebaseerd was op verkeerde veronderstellingen: van de ontkenning van de omloop van de aarde om de zon tot die van de omloop van het bloed. Naarmate men de wereld en het eigen lichaam beter begon te begrijpen en meer enge ziekten wist te helen en men dankzij de stoomboot en de trein ook in ruimtelijke zin wat sneller voorwaarts kwam, raakte het Westen in de negentiende eeuw in de ban van een bijna onverwoestbaar optimisme: morgen wordt alles beter, morgen is iedereen rijker, achter de horizon gloort het ochtendrood van vrijheid, gelijkheid en broederschap.

58 Veranderingen in de loop der tijd 7 Want inderdaad zal er dan van een terugkeer sprake zijn: ooit stond ook in Europa de ouderdom in hoog aanzien, of het nu om een mens,een opvatting of een stuk huisraad ging. In de Middeleeuwen was jeugdigheid beslist geen pre, en het nieuwe was onbekend en eng. Het begrip ‘ouderwets’ had een positieve lading; ‘modern’ bezat als bijvoeglijk naamwoord een ongunstige ondertoon en dat betekende dat vernieuwingen vooral niet als verníeuwingen moesten worden gepresenteerd. 8 Tot de Franse Revolutie werden vrijwel alle kerkelijke en staatkundige veranderingen als vormen van restauratie gezien, als herstel van het oude, van een gelukzalige oertoestand die door latere gebeurtenissen was gecorrumpeerd. De Nederlandse opstand tegen Spanje: dat was in feite een reactionair geïnspireerd verzet tegen de moderne absolutistische eenheidsstaat die Filips II bezig was uit de grond te stampen. Het ging de opstandelingen niet om iets nieuws, maar om behoud van het oude, om behoud van hun traditionele, middeleeuwse vrijheden, en hun strijd tegen de Spaanse koning werd derhalve met een beroep op een geïdealiseerd verleden, niet op een geïdealiseerde toekomst gelegitimeerd. 9 Aan het einde van de 18e eeuw vindt echter een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Deze omslag in het denken valt samen met een toegenomen historisch besef: het besef dat het heden niet alleen wezenlijk anders dan het verleden is, maar ook dat het verleden niet herhaalbaar is en dat er dus geen eeuwigdurende vaste orde bestaat. Dit besef van wezenlijke verandering – waarbij die verandering dan bovendien als vooruitgang wordt opgevat – behelst de notie dat de manier van leven van vorige generaties afweek van die in de eigen tijd. De eigen tijd is niet meer met vroegere tijden inwisselbaar en daarmee verliezen ook de lessen uit het verleden een deel van hun tot dan toe dominante betekenis. Verandering werd in plaats van iets engs iets positiefs, en de toenemende afstand tot het voorheen bestaande relativeerde het belang van de ervaring en kennis van eerdere generaties, omdat die oude kennis vaak gebaseerd was op verkeerde veronderstellingen: van de ontkenning van de omloop van de aarde om de zon tot die van de omloop van het bloed. Naarmate men de wereld en het eigen lichaam beter begon te begrijpen en meer enge ziekten wist te helen en men dankzij de stoomboot en de trein ook in ruimtelijke zin wat sneller voorwaarts kwam, raakte het Westen in de negentiende eeuw in de ban van een bijna onverwoestbaar optimisme: morgen wordt alles beter, morgen is iedereen rijker, achter de horizon gloort het ochtendrood van vrijheid, gelijkheid en broederschap.

59 Veranderingen in de loop der tijd In de Middeleeuwen stond in Europa de ouderdom in hoog aanzien, Aan het einde van de 18e eeuw vindt echter een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Het besef dat het heden niet alleen wezenlijk anders dan het verleden is, maar ook dat het verleden niet herhaalbaar is en dat er dus geen eeuwigdurende vaste orde bestaat. Verandering werd in plaats van iets engs iets positiefs, en de toenemende afstand tot het voorheen bestaande relativeerde het belang van de ervaring en kennis van eerdere generaties. In de negentiende eeuw raakte het Westen in de ban van een bijna onverwoestbaar optimisme. In de Middeleeuwen stond in Europa de ouderdom in hoog aanzien. Aan het einde van de 18e eeuw vindt een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Men besefte dat het heden wezenlijk anders dan het verleden is en dat het verleden niet herhaalbaar is. Verandering werd iets positiefs, en het belang van ervaring en kennis van eerdere generaties werd minder. In de negentiende eeuw raakte het Westen in de ban van het optimisme.

60 Alinea 2 van je samenvatting In de Middeleeuwen stond in Europa de ouderdom in hoog aanzien. Aan het einde van de 18e eeuw vindt een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Men besefte dat het heden wezenlijk anders dan het verleden is en dat het verleden niet herhaalbaar is. Verandering werd iets positiefs, en het belang van ervaring en kennis van eerdere generaties werd minder. In de negentiende eeuw raakte het Westen in de ban van het optimisme.

61 Alinea 2 van je samenvatting In de Middeleeuwen stond in Europa de ouderdom in hoog aanzien. Aan het einde van de 18e eeuw vindt een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Men besefte dat het heden wezenlijk anders dan het verleden is en dat het verleden niet herhaalbaar is. Verandering werd iets positiefs, en het belang van ervaring en kennis van eerdere generaties werd minder. In de negentiende eeuw raakte het Westen in de ban van het optimisme. (veranderingen in denken) D (8) Ooit/Vroeger/In de Middeleeuwen/Tot de Franse Revolutie stond (in Europa) ouderdom in hoog aanzien 1 Eind 18e eeuw/Na de Franse revolutie/Later vindt verandering in denken plaats 1 over (relatie tussen) heden en verleden: 1 ‘nieuw’ werd ‘goed’ / ‘oud’ werd ‘achterhaald’ 1 verleden achtte men niet herhaalbaar / men liet eeuwigdurende vaste orde los 1 belang van kennis en ervaring (van ouderen) gerelativeerd 1 verandering niet langer eng / verandering is positief/vooruitgang 1 er ontstaat (bijna onverwoestbaar) optimisme (in de toekomst) 1

62 Alinea 3 (3 e punt) E. welke paradox zich voordoet met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’ F. en welke maatschappelijke problemen daaruit zouden kunnen voortvloeien;

63 Alinea 3 (1 e deel, punt E) E. welke paradox zich voordoet met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’ De volgende paradox doet zich voor met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’:

64 Alinea 3 (1 e deel, punt E) E. welke paradox zich voordoet met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’ De volgende paradox doet zich voor met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’: Tsja, je moet wel weten wat een ‘paradox’ is (heb je in de 4 e geleerd!!)

65 Paradox??? Is een schijnbare tegenstelling (een onmogelijke tegenstelling, een tegenstelling die geen echte tegenstelling is).

66 Paradox??? Is een schijnbare tegenstelling (een onmogelijke tegenstelling, een tegenstelling die geen echte tegenstelling is). Je zoekt dus in de volgende alinea(‘s) naar een tegenstelling.

67 Zoeken naar een tegenstelling Een methode om te zoeken naar een tegenstelling (of in een andere tekst naar een verschil, een overeenkomst, een …) is om te kijken naar signaalwoorden. Maar hoe nodig is dat in dit geval?

68 Een paradox zoeken In de volgende alinea(‘s):

69 Een paradox zoeken: 10 Wie het voorafgaande overziet, stuit op een merkwaardige paradox. Enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, van ervaring en traditie: naarmate er minder jeugd is, zet deze minder de toon. ‘Oud’ wordt ‘in’, en geen regering kan daar onderuit. Anderzijds is sinds de verlichting ‘nieuw’ en ‘jeugdig’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen, en is het streven naar vernieuwing de bron van onze welvaart. Als men stagnatie wil vermijden, zal het oude dus nooit te zeer bejubeld kunnen worden: de regering die de jeugd heeft, heeft de toekomst, en de toekomst kan slechts beter worden door experimenteerruimte voor de jeugd.

70 Kernzin(nen)?

71 Een paradox zoeken: 10 Wie het voorafgaande overziet, stuit op een merkwaardige paradox. Enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, van ervaring en traditie: naarmate er minder jeugd is, zet deze minder de toon. ‘Oud’ wordt ‘in’, en geen regering kan daar onderuit. Anderzijds is sinds de verlichting ‘nieuw’ en ‘jeugdig’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen, en is het streven naar vernieuwing de bron van onze welvaart. Als men stagnatie wil vermijden, zal het oude dus nooit te zeer bejubeld kunnen worden: de regering die de jeugd heeft, heeft de toekomst, en de toekomst kan slechts beter worden door experimenteerruimte voor de jeugd.

72 Alinea 3 (1 e deel, punt E) De volgende paradox doet zich voor met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’: Enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, van ervaring en traditie: naarmate er minder jeugd is, zet deze minder de toon. ‘Oud’ wordt ‘in’, en geen regering kan daar onderuit. Anderzijds is sinds de verlichting ‘nieuw’ en ‘jeugdig’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen, en is het streven naar vernieuwing de bron van onze welvaart. 75 woorden!

73 Alinea 3 (1 e deel, punt E) 75 woorden is erg lang. Kan het beknopter??

74 Alinea 3 (1 e deel, punt E) De volgende paradox doet zich voor met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’: Enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom Anderzijds is sinds de verlichting ‘nieuw’ en ‘jeugdig’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen. 41 woorden!

75 Alinea 3 (1 e deel, punt E) De volgende paradox doet zich voor: enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, anderzijds is sinds de verlichting ‘jong’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen. 33 woorden

76 Alinea 3 (1 e deel, punt E) De volgende paradox doet zich voor: enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, anderzijds is sinds de verlichting ‘jong’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen. (paradox) E (2) Enerzijds dwingt vergrijzing tot herwaardering ouderdom/ervaring/traditie 1 Anderzijds is ‘nieuw’/ ‘jeugdigheid’ fundament voorsprong Westen / is streven naar vernieuwing bron van welvaart 1

77 Alinea 3 bestond uit 2 delen: E. welke paradox zich voordoet met betrekking tot het verschijnsel ‘oud’ F. en welke maatschappelijke problemen daaruit zouden kunnen voortvloeien;

78 Alinea 3 deel 2 (punt F) F. en welke maatschappelijke problemen daaruit zouden kunnen voortvloeien;

79 Alinea 3 deel 2 (punt F) F. en welke maatschappelijke problemen daaruit zouden kunnen voortvloeien; De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn:

80 Alinea 3 deel 2 (punt F) De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn:

81 Alinea 3 deel 2 (punt F) De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn: En weer zoeken in…

82 Alinea 3 deel 2 (punt F) De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn: En weer zoeken in… de volgende alinea(‘s)

83 Maatschappelijke problemen? z11 Feit is evenwel dat de menselijke flexibiliteit met het ouder worden afneemt: er komt een grens aan de bereidheid omwille van de vooruitgang wéér een nieuwe verandering te verinnerlijken. Hoezeer de overheid ook op de wenselijkheid van intensief e-mailverkeer tussen negentigplussers zou hameren, bij de meeste negentigplussers is die behoefte niet meer zo groot: het zal hun tijd wel duren. Dat houdt in dat ook als er alles aan gedaan wordt ouderen geestelijk jong te laten blijven, bij een afnemend aantal jongeren de totale maatschappelijke innovatiekracht toch onvermijdelijk slijt. z12 Dat betekent dat de vergrijzing Europa op achterstand zal zetten ten opzichte van die delen van de wereld die (door immigratie of hoger geboortepeil) jonger en dus onstuimiger zijn en waar een hoge waardering voor jeugdigheid en vernieuwing bestaat, met andere woorden een Westers waardepatroon dominant is. En dat is allereerst in Amerika het geval. De voorsprong van de Verenigde Staten zal steeds groter worden, tenzij Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen. Van landen waar dat Westerse waardepatroon ontbreekt en dus ‘oud’ als waardevol, ‘modern’ als verwerpelijk geldt, heeft Europa weinig te vrezen: daar zet stilstand nog veel meer de toon. De kans dat Nederland, hoe grijs ook, in welvaartspeil binnenkort door het jeugdige Afghanistan gepasseerd wordt, is dan ook gering.

84 Maatschappelijke problemen? z11 Feit is evenwel dat de menselijke flexibiliteit met het ouder worden afneemt: er komt een grens aan de bereidheid omwille van de vooruitgang wéér een nieuwe verandering te verinnerlijken. Hoezeer de overheid ook op de wenselijkheid van intensief e-mailverkeer tussen negentigplussers zou hameren, bij de meeste negentigplussers is die behoefte niet meer zo groot: het zal hun tijd wel duren. Dat houdt in dat ook als er alles aan gedaan wordt ouderen geestelijk jong te laten blijven, bij een afnemend aantal jongeren de totale maatschappelijke innovatiekracht toch onvermijdelijk slijt. z12 Dat betekent dat de vergrijzing Europa op achterstand zal zetten ten opzichte van die delen van de wereld die (door immigratie of hoger geboortepeil) jonger en dus onstuimiger zijn en waar een hoge waardering voor jeugdigheid en vernieuwing bestaat, met andere woorden een Westers waardepatroon dominant is. En dat is allereerst in Amerika het geval. De voorsprong van de Verenigde Staten zal steeds groter worden, tenzij Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen. Van landen waar dat Westerse waardepatroon ontbreekt en dus ‘oud’ als waardevol, ‘modern’ als verwerpelijk geldt, heeft Europa weinig te vrezen: daar zet stilstand nog veel meer de toon. De kans dat Nederland, hoe grijs ook, in welvaartspeil binnenkort door het jeugdige Afghanistan gepasseerd wordt, is dan ook gering.

85 Alinea 3 deel 2 (punt F) De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn: bij een afnemend aantal jongeren de totale maatschappelijke innovatiekracht toch onvermijdelijk slijt. dat de vergrijzing Europa op achterstand zal zetten ten opzichte van die delen van de wereld

86 Alinea 3 deel 2 (punt F) De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn: bij een afnemend aantal jongeren de totale maatschappelijke innovatiekracht toch onvermijdelijk slijt. dat de vergrijzing Europa op achterstand zal zetten ten opzichte van die delen van de wereld Bij een afnemend aantal jongeren slijt de maatschappelijke innovatiekracht. De vergrijzing zet Europa op achterstand.

87 Alinea 3 deel 2 (punt F) De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn dat bij een afnemend aantal jongeren de maatschappelijke innovatiekracht slijt en dat de vergrijzing Europa op achterstand zet.

88 Alinea 3 deel 2 (punt F) De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn dat bij een afnemend aantal jongeren de maatschappelijke innovatiekracht slijt en dat de vergrijzing Europa op achterstand zet. (maatschappelijke problemen) F (3) (Maatschappelijke) Problemen: 1 vernieuwing blijft uit / innovatiekracht/experimenteerruim te/vernieuwing slijt/stagneert (door vergrijzing / door afname jeugd) 1 vergrijzing/stagnatie zet Europa op achterstand (ten opzichte van andere landen die een hoge waardering kennen voor jeugd en vernieuwing en geen/minder vergrijzing kennen, zoals Amerika) / voorsprong van Amerika zal groter worden 1

89 Alinea 3 (E en F) De volgende paradox doet zich voor: enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, anderzijds is sinds de verlichting ‘jong’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen. De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn dat bij een afnemend aantal jongeren de maatschappelijke innovatiekracht slijt en dat de vergrijzing Europa op achterstand zet.

90 Alinea 4 (punt F) G. hoe deze maatschappelijke problemen kunnen worden voorkomen.

91 Alinea 4 (4 e punt: G) G. hoe deze maatschappelijke problemen kunnen worden voorkomen. Deze problemen kunnen worden voorkomen …

92 Voorkomen problemen 12 Dat betekent dat de vergrijzing Europa op achterstand zal zetten ten opzichte van die delen van de wereld die (door immigratie of hoger geboortepeil) jonger en dus onstuimiger zijn en waar een hoge waardering voor jeugdigheid en vernieuwing bestaat, met andere woorden een Westers waardepatroon dominant is. En dat is allereerst in Amerika het geval. De voorsprong van de Verenigde Staten zal steeds groter worden, tenzij Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen. Van landen waar dat Westerse waardepatroon ontbreekt en dus ‘oud’ als waardevol, ‘modern’ als verwerpelijk geldt, heeft Europa weinig te vrezen: daar zet stilstand nog veel meer de toon. De kans dat Nederland, hoe grijs ook, in welvaartspeil binnenkort door het jeugdige Afghanistan gepasseerd wordt, is dan ook gering.

93 Voorkomen problemen 12 Dat betekent dat de vergrijzing Europa op achterstand zal zetten ten opzichte van die delen van de wereld die (door immigratie of hoger geboortepeil) jonger en dus onstuimiger zijn en waar een hoge waardering voor jeugdigheid en vernieuwing bestaat, met andere woorden een Westers waardepatroon dominant is. En dat is allereerst in Amerika het geval. De voorsprong van de Verenigde Staten zal steeds groter worden, tenzij Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen. Van landen waar dat Westerse waardepatroon ontbreekt en dus ‘oud’ als waardevol, ‘modern’ als verwerpelijk geldt, heeft Europa weinig te vrezen: daar zet stilstand nog veel meer de toon. De kans dat Nederland, hoe grijs ook, in welvaartspeil binnenkort door het jeugdige Afghanistan gepasseerd wordt, is dan ook gering.

94 Alinea 4 (4 e punt: G) G. hoe deze maatschappelijke problemen kunnen worden voorkomen. Deze problemen kunnen worden voorkomen … Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen

95 Alinea 4 (4 e punt: G) Deze problemen kunnen worden voorkomen als Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen.

96 Alinea 4 (4 e punt: G) Deze problemen kunnen worden voorkomen als Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen. (oplossing) G (2) Oplossing: 1 Europa overwint immigratieangst / laat nieuw talent / jongeren binnen 1

97 De samenvatting in zijn geheel Tegenwoordig staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch. Men verwacht dat de eenentwintigste eeuw de eeuw van de ouderen zal zijn. Het probleem is dat de samenleving daarop mentaal niet goed voorbereid lijkt. In de Middeleeuwen stond in Europa de ouderdom in hoog aanzien. Aan het einde van de 18e eeuw vindt een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Men besefte dat het heden wezenlijk anders dan het verleden is en dat het verleden niet herhaalbaar is. Verandering werd iets positiefs, en het belang van ervaring en kennis van eerdere generaties werd minder. In de negentiende eeuw raakte het Westen in de ban van het optimisme. De volgende paradox doet zich voor: enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, anderzijds is sinds de verlichting ‘jong’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen. De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn dat bij een afnemend aantal jongeren de maatschappelijke innovatiekracht slijt en dat de vergrijzing Europa op achterstand zet. Deze problemen kunnen worden voorkomen als Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen.

98 De samenvatting in zijn geheel (dit zijn 198 woorden!!) Tegenwoordig staat oud al snel voor achterlijk en achterhaald en jong voor spannend en dynamisch. Men verwacht dat de eenentwintigste eeuw de eeuw van de ouderen zal zijn. Het probleem is dat de samenleving daarop mentaal niet goed voorbereid lijkt. In de Middeleeuwen stond in Europa de ouderdom in hoog aanzien. Aan het einde van de 18e eeuw vindt een belangrijke verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed en oud werd achterhaald. Men besefte dat het heden wezenlijk anders dan het verleden is en dat het verleden niet herhaalbaar is. Verandering werd iets positiefs, en het belang van ervaring en kennis van eerdere generaties werd minder. In de negentiende eeuw raakte het Westen in de ban van het optimisme. De volgende paradox doet zich voor: enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, anderzijds is sinds de verlichting ‘jong’ het fundament onder de enorme maatschappelijke voorsprong van het Westen. De maatschappelijke problemen die daaruit kunnen voortvloeien zijn dat bij een afnemend aantal jongeren de maatschappelijke innovatiekracht slijt en dat de vergrijzing Europa op achterstand zet. Deze problemen kunnen worden voorkomen als Europa zijn fortuynistische immigratieangst voor nieuw talent laat overwinnen.

99 De samenvatting in zijn geheel kan wel iets korter dan die 198 woorden (want dat is het absolute maximum. In de opdracht stond: maximnaal 180 woorden en er is altijd een marge van 10%: oftewel 180 + 18 is nog net mogelijk zonder puntenaftrek. Dit zegt het correctiemodel: Regeling met betrekking tot woordgrensoverschrijding van de samenvatting1) Voor de eerste overschrijding met 18 woorden dienen geen scorepunten te worden afgetrokken. Voor elke volgende overschrijding dienen per 5 woorden steeds 2 scorepunten te worden afgetrokken tot een maximum van 16 scorepunten. De toepassing van de aftrekregeling kan nooit leiden tot een negatieve score bij deze samenvattingsopgave. De minimumscore voor de opdracht is 0 punten. Schematisch: 181 - 198: 0 scorepunten aftrek; 199 - 203: 2 scorepunten aftrek; 204 - 208: 4 scorepunten aftrek; 209 - 213: 6 scorepunten aftrek; 214 - 218: 8 scorepunten aftrek; enz. tot een maximale aftrek van 16 punten

100 De samenvatting in zijn geheel (dit zijn 166 woorden) Tegenwoordig staat oud al snel voor achterhaald en jong voor spannend. Men verwacht dat de eenentwintigste eeuw die van de ouderen zal zijn. Het probleem is dat de samenleving daarop mentaal niet goed voorbereid lijkt. In de Middeleeuwen stond in Europa ouderdom in hoog aanzien. Aan het einde van de 18e eeuw vindt een verandering in het denken over heden en verleden plaats: nieuw werd goed, oud achterhaald. Men besefte dat het heden anders dan het verleden is en dat het verleden niet herhaalbaar is. Verandering werd positief, en het belang van ervaring en kennis van eerdere generaties minder. In de negentiende eeuw ontstond er optimisme. De paradox is: enerzijds dwingt de toenemende vergrijzing tot een herwaardering van de ouderdom, anderzijds is sinds de verlichting ‘jong’ het fundament onder de voorsprong van het Westen. Maatschappelijke problemen kunnen daaruit voortvloeien: bij een afnemend aantal jongeren slijt de innovatiekracht en de vergrijzing zet Europa op achterstand. Dat kan worden voorkomen als Europa zijn immigratieangst voor nieuw talent overwint.


Download ppt "De eeuw van het oude Samenvatting Examen Nederlands Havo 2004 2 e tijdvak."

Verwante presentaties


Ads door Google