De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Goedemorgen H3b.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Goedemorgen H3b."— Transcript van de presentatie:

1 Goedemorgen H3b

2 Lesprogramma Balans, basis Veranderingen op de balans
Kosten, opbrengsten en winst Oefenen kosten, opbrengsten en winst HW opdr. 19 t/m 21 (SO 4 maart(!) t/m opdr. 26!)

3 Basisbegrippen 1. Activa 2. Rekening-courant 3. Crediteuren 4. Debiteuren 6. Balans 7. Creditzijde (balans) 8. Debetzijde (balans) 9. Eigen vermogen 10. Inventaris 11. Liquide middelen 12. Vlottende activa 13. Hypothecaire lening 14. Vreemd vermogen 15. Vaste activa 16. Schulden op korte termijn (kort vreemd vermogen) 17. Schulden op lange termijn (lang vreemd vermogen)

4 BalanS

5 Balans begin en eind van het jaar
wat kan er allemaal zijn veranderd? Wat betekent…: Goederen verkocht op rekening? v.g. daalt, want je hebt jouw spullen verkocht. Die heb je niet meer op je balans staan Op rekening, dus je hebt het geld nog niet ontvangen! Dat zijn dus debiteuren.

6 Balans Wat betekent…: Goederen verkocht per bank voor € De inkoopprijs bedroeg €1.500 v.g. daalt, want je hebt jouw spullen verkocht. Die heb je niet meer op je balans staan (- €1.500). €1.500, omdat dat de waarde was van jouw goederen. Per bank, dus je ontvangt het geld op jouw bankrekening (+€2.000). Dit ontvang je. Verschil inkoopprijs en verkoopprijs is €500. Dit is (bruto)winst! Dus EV +€500

7 Kosten, opbrengsten en winst
Opbrengst: aantal verkochte producten*verkoopprijs (Je verkoopt 5 stoelen van €600 dus jouw opbrengst is €3.000!) Kosten: geldbedrag wat je uitgeeft ivm gebruikte middelen om te produceren. (je betaalt loon uit aan een werknemer, rente voor een lening, huur voor een pand etc.) Bruto bedrijfsresultaat: Opbrengsten-inkoopwaarde (zie vorige sheet als voorbeeld) Netto bedrijfsresultaat: Opbrengst – alle kosten (kosten: huur, rente, loon, reclame, inkoopwaarde etc.)

8 Voorbeeld: Bakkerij Lekkernij
De bakker verkoopt deze maand 1000 broden van €2. De inkoopwaarde voor het maken van brood was €500. Daarnaast heeft de bakker de volgende kosten: -huur van €200 -loon van €150 -algemeen van €60 Reken de bruto en netto bedrijfsresultaat uit van deze bakker.

9 Voorbeeld: Bakkerij Lekkernij
De bakker verkoopt deze maand 1000 broden van €2. De inkoopwaarde voor het maken van brood was €500. Daarnaast heeft de bakker de volgende kosten: -huur van €200 -loon van €150 -algemeen van €60 Bruto bedrijfsresultaat: Opbrengsten-inkoopwaarde Opbrengst: 1000* €2= €2.000 Inkoopwaarde: €500 Dus € €500= €1.500 Netto bedrijfsresultaat: Opbrengsten-alle kosten Kosten: €500+ €200+ €150+ €60= €910 Dus € €910= €1.090

10 Resultatenrekening De resultatenrekening geeft een overzicht weer van de inkomsten en uitgaven van je onderneming over een bepaalde periode Opbrengsten>Kosten? Kostenkant aanvullen met saldo winst van €2.000 WINST! Opbrengsten<kosten? Opbrengstenkant aanvullen met saldo verlies…. VERLIES! Kosten Opbrengsten Loonkosten €10.000 €20.000 Algemene kosten € 3.000 Rentekosten € 5.000 (saldo) Totaal €18.000

11 Opdrachten maken Opdracht 19 t/m 21 maken!
Als je klaar bent stel je je eigen balans op, morgen meenemen en bespreken. (goede herhalingsopdrachten: opdr. 3/6/10/13/15/16)


Download ppt "Goedemorgen H3b."

Verwante presentaties


Ads door Google