Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMark Thys Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
1 Samenlevingsopbouw
2
2 zHandboek: Baert, H., De Bie, M., Desmet, A., Hellinckx, L. & Verbeke, L. (1999). Handboek samenlevingsopbouw in Vlaanderen. Brugge: die keure. + transparanten; eigen nota’s (gastcolleges) zIndividuele oefening zEvaluatie
3
3 Samenlevingsopbouw = zGeheel van sociaal-agogische interventies zwaarbij lokale samenlevingsverbanden zworden gemobiliseerd zom een bijdrage te leveren tot de aanpak van zcollectieve problemen
4
4 Samenlevingsopbouw= verzamelbegrip: zopbouwwerk zbuurtwerk zprogramma’s armoedebestrijding zprogramma’s sociale vernieuwing zinspraakinitiatieven en -begeleiding zsociale acties en sociale bewegingen
5
5 Probleemdefinitie in samenlevingsopbouw: sociaal probleem criteria sociaal probleem (Jamrozik & Nocella, 1998) zduidelijke sociale oorsprong zprobleembewustzijn bij significant deel bevolking zbeoordeling situatie als onwenselijk (referentiekader) zovertuiging van veranderbaarheid situatie
6
6 Probleemdefinitie in samenlevingsopbouw: onderscheid feitelijk sociaal probleem - maatschappelijk erkend sociaal probleem 5 fasenmodel (Blumer, 1970) zdiscrepantie wenselijkheid - werkelijkheid zstrijdig met waardepatroon betekenisvolle actoren zmaatschappelijke mobilisatie voor aanpak zopstellen en uitvoeren actieplan zevaluatie effecten
7
7 Probleemdefinitie in samenlevingsopbouw: sociale problemen: zfeitelijke sociale problemen zmaatschappelijk erkende sociale problemen z“herontdekte” sociale problemen z“geherdefinieerde” sociale problemen selectiemechanismen tussen feitelijk en maatschappelijk erkend sociaal probleem eigen aanpak samenlevingsopbouw
8
8 Eigen aanpak samenlevingsopbouw zlokale aanpak zparticipatie zvier kerntaken: yop gang brengen en aanmoedigen burgerinitiatief ybevorderen probleembewustzijn ybegeleiden organisatieontwikkeling yondersteuning veranderingsstrategieën inclusief scheppen van leerkansen voor burgers
9
9 Eigen aanpak samenlevingsopbouw zbelangenbehartiging zlaboratoriumfunctie erkenning verschillen in/ concurrentie tussen welzijnsdefinities
10
10 Eigen aanpak samenlevingsopbouw basisvragen: zWelke welzijnsproblemen worden door wie t.a.v. welke bevolkingsgroepen op welk moment gedefinieerd? zWelke positie kiest de samenlevingsopbouw in dit proces van benoemen en ingrijpen? participatiedebat ! maatschappelijke betekenis samenlevingsopbouw
11
11 Maatschappelijke betekenis s.o. zBijdrage tot sociale probleemkennis: verbinding wetenschappelijke kennis en ervaringskennis zBijdrage tot democratisering samenleving: verbinding integratie, participatie, emancipatie zBijdrage tot culturele ontwikkeling samenleving : verbinding individuele en maatschappelijke verantwoording zBijdrage tot reflexieve ontwikkeling samenleving : kritische analyse vigerende verhoudingen en ontwikkelingen
12
12 Historische ontwikkeling s.o. (1) z1950-1977: (erkend) buurtwerk z1960-1977: maatschappelijk opbouwwerk of streekopbouwwerk; gemeentelijk opbouwwerk z1977-1982: samenlevingsopbouw: yterritoriaal (streek; gemeente; buurt) opbouwwerk ycategoriaal opbouwwerk yfunctioneel opbouwwerk z1975- …: inspraak in overheidsbeleid: yadviesraden in diverse beleidsdomeinen; yinspraakprocedures
13
13 Historische ontwikkeling s.o. (2) z1983: herstructureringsdebat decreet maatschappelijk opbouwwerk (1991) z1983-…: niet erkend buurtwerk als multifunctionele voorziening z1990-…: participatieve planning (JWP; SIF: WOP …) z1991-…: lokale opbouwwerkprojecten i.k.v. regionale of grootstedelijke planning
14
14 Buurtwerk (1) ° 1949 vanuit “parochiehuizen” zbeweging vanuit individuele hulpverlening naar probleemveld toe zgebaseerd op uitgangshouding, nl. geloof in mogelijkheden van “gewone mensen” zweinig gesystematiseerd; informeel; mix individuele hulpverlening, animatie en recreatie zvan waardering volkse buurten naar stimulering zelfbewustzijn buurtbewoners (cf. pedagogiseringsproces !)
15
15 Buurtwerk (2) 1972-1973 zonderscheid “buurtwerk” en “buurtopbouwwerk” zwelzijnsmodel >< politiserend model zpolitiserend model: yaandacht structurele bepaaldheid buurtproblemen ynadruk op noodzakelijke structurele aanpak ontwikkeling “kansarmoede”- begrip nadruk op bewustwording en sociale actie
16
16 Buurtwerk (3) Spanning buurtwerk - buurtopbouwwerk zaandacht voor voorwaarden aansluiting bij doelgroep, namelijk: vertrouwensrelatie zbuurtwerk als multifunctionele voorziening, ruimtelijk en cultureel dicht bij woon- en leefwereld bewoners zintegratie hulpverlening, animatie, recreatie, vorming en bewonersorganisatie door opbouwwerk zstreven naar geïntegreerde methodiek
17
17 Buurtwerk (4) Streven naar geïntegreerde methodiek zbeleidsmatige indeling bij “territoriaal opbouwwerk” >< praktijk: handhaven informele circuits binnen buurten zontwikkeling (niet erkend) buurtwerk als multifunctionele welzijn svoorziening
18
18 Streekopbouwwerk (1) ° omstreeks 1960 vanuit sociaal-cultureel werk (inz. regionale comités Stichting Lodewijk De Raet: streven naar gemeenschapsopbouw en persoonlijke ontplooiing) zaandacht achterstand Vlaamse Gemeenschap als geheel en bepaalde streken in het bijzonder znadruk op eenzijdigheid regionale economische expansie en noodzaak ook sociaal culturele ontwikkeling: werken aan mentaliteitsverandering en actieve betrokkenheid bevolking
19
19 Streekopbouwwerk (2) zInvloed Amerikaanse “community organisation” via Ned., nl. yStichting Opbouw Drenthe yNa WO II: door overheid in kader van de wederopbouw opgerichte provinciale opbouworganen methodisch organiseren van samenlevingsverbanden i.s.m. zelfwerkzame vertegenwoordigers van bevolkingsgroepen z1965-1966: opbouwwerk Heuvelland (Jan Hardeman) zoverheidsinitiatief beperkt tot provinciebestuur Limburg ruime verscheidenheid initiatieven accent op “gedocumenteerde gesprekstafels”
20
20 Territoriaal opbouwwerk zbuurtwerk zstreekopbouwwerk + alternatieve initiatieven: coöperatieven, communes, “wereldscholen” spanning beleidsmatige benadering- praktijkontwikkeling
21
21 Categoriaal opbouwwerk zWelzijnsbevordering gemarginaliseerde groepen: woonwagenbewoners, thuislozen, ex-psychiatrische patiënten, jongeren … diversiteit doelgroepen zCombinatie van directe hulp en begeleiding met vorming en sociale actie ”kleinschaligheidsbeweging”
22
22 Functioneel opbouwwerk zCoördinatie van initiatieven in de welzijnszorg, teneinde tot een efficiëntere hulpverlening in een bepaald gebied te komen (vgl. community organisation) z°1977: “oproep tot samenlevingsopbouw in de welzijnszorg” ontwikkeling “welzijnsraden” z1983: overheveling, samen met categoriaal opbouwwerk, naar departement welzijn
23
23 “Sector samenlevingsopbouw” z° ontstaan na herstructurering projectmatig werken VIBOSO RISO’s actueel: 5 provinciale RISO’s + 3 grootstedelijke RISO’s zoverheveling sector van “cultuur” naar “welzijn” nadruk op rol opbouwwerk in bestrijding kansarmoede nadruk op “welzijnsmodel”?
24
24 Samenlevingsopbouw actueel zruimer dan sector znadruk op participatieve planning in diverse beleidsdomeinen inschakeling in debat “bestuurlijke vernieuwing” in aansluiting met “inspraakbewegingen” ontstaan vanaf ‘70 aandacht betekenis “lokale samenleving” taakstelling samenlevingsopbouw op spanningsveld tussen “eigen belang” en “maatschappelijk belang”
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.