De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid

Verwante presentaties


Presentatie over: "VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid"— Transcript van de presentatie:

1 VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid

2 Officiële (geregistreerde) werkloosheid  CBS
§4.2 Wie telt mee? Blz. 56 Officiële (geregistreerde) werkloosheid  CBS 15 tot en met 64 jaar < 12 uur per week werken Werk zoeken voor minimaal 12 uur per week Ingeschreven bij het CWI Direct beschikbaar (binnen 2 weken aan de slag kunnen)

3 Werkloosheid die niet in de officiële cijfers tot uitdrukking komt.
§4.2 Wie telt mee? Blz. 57 Verborgen werklozen Werkloosheid die niet in de officiële cijfers tot uitdrukking komt. Bijv. doordat personen zich niet laten inschrijven bij het arbeidsbureau, maar ook de werkloosheidscomponent in de arbeidsongeschiktheid.

4 Werkloosheidspercentage
§4.2 Wie telt mee? Blz. 57 Werkloosheidspercentage Aantal geregistreerde werklozen Beroepsbevolking x 100%

5 §4.3 Oorzaken van werkloosheid blz. 59
Soorten werkloosheid: Conjunctuurwerkloosheid Structuurwerkloosheid o Kwalitatief o Kwantitatief Frictiewerkloosheid Seizoenswerkloosheid Gebruik voor uitleg het ingevulde stencil uit de les…

6 §4.3.1 Conjuncturele werkloosheid blz. 59
Effectieve vraag De totale vraag naar alle goederen en diensten die een land produceert in een periode. EV= C + I + O + E C= Consumptie door gezinnen I = Investeringen door bedrijven O= Overheidsbestedingen E= Export

7 §4.3.1 Conjuncturele werkloosheid blz. 59
Productiecapaciteit Maximale hoeveelheid goederen en diensten die een bedrijf of een land per tijdseenheid (meestal een jaar) kan voortbrengen.  De productie is meestal lager dan de productiecapaciteit door een te kleine vraag of omdat de productiefactoren niet volledig inzetbaar zijn: ziekte werknemers, onderhoud machines enz. Bezettingsgraad Werkelijke productie Productiecapaciteit x 100%

8

9 Hoogconjunctuur kan leiden tot hoge inflatie.
Laagconjunctuur kan leiden tot hoge werkloosheid.

10 Bij hoogconjunctuur zal de overheid de economie afremmen door;
overheidbestedingen te laten dalen & de belastingen te verhogen. Bij laagconjunctuur zal de overheid de economie stimuleren door; overheidbestedingen te laten stijgen & de belastingen te verlagen.

11

12  Loonkosten per product   Prijzen 
§4.4 hier of daar blz. 60  Loonkosten per product   Prijzen  Concurrentiepositie tov het buitenland verslechtert Export  & Import   Productie   Werkgelegenheid  Door loonstijgingen in Nederland zal productie worden verplaatst naar het buitenland  massa-ontslagen  Werkloosheid in Nederland zal flink  Voor landen is het daarom gunstig zich toe te leggen op productie van goederen waar ze het goedkoopst zijn. Welvaart groeit door toegenomen export!

13 §4.5 Hoge lonen, meer bestedingen blz. 57
Lonen stijgen sneller dan stijging prijzen  Koopkracht gezinnen  Consumptie gezinnen  Bestedingen   Productie   Werkgelegenheid  Als alle lonen zouden dalen, zodat we een betere concurrentiepositie krijgen tov het buitenland is er een PROBLEEM… De werknemers hebben te weinig koopkracht om geproduceerde goederen te kopen!

14 §4.5 Hoge lonen, meer bestedingen blz. 57
Vragers van goederen en diensten zijn; - Gezinnen - Bedrijven - Overheid - Buitenland

15 §4.5 Hoge lonen, meer bestedingen blz. 57
Breedte-investering Diepte-investering Investeringen in dezelfde (soort) kapitaalgoederen waardoor de arbeidsproductiviteit gelijk blijft. Investeringen in modernere kapitaalgoederen waardoor er minder mensen nodig zijn om evenveel of zelfs meer goederen te maken Arbeidsproductiviteit = Arbeidsproductiviteit  Werkgelegenheid  Werkgelegenheid  Uitbreidingsinvestering en/of vervangingsinvestering Uitbreidingsinvestering of vervangingsinvestering


Download ppt "VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid"

Verwante presentaties


Ads door Google