De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

HAVO 5: Inkomen en groei Hoofdstuk 3: Het nationaal inkomen

Verwante presentaties


Presentatie over: "HAVO 5: Inkomen en groei Hoofdstuk 3: Het nationaal inkomen"— Transcript van de presentatie:

1 HAVO 5: Inkomen en groei Hoofdstuk 3: Het nationaal inkomen

2 §3.1 & 3.2 Welvaart in enge zin & ruime zin blz. 37-44
De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien. Welvaart in enge zin Welvaart in ruime zin - Koopkracht Kwaliteit gezondheidszorg Kwaliteit onderwijs Werkomstandigheden Vrije tijd Leefmilieu Veilig voelen op straat

3 §3.1 & 3.2 Welvaart in enge zin & ruime zin blz. 37-44
Welvaart in ruime zin Absoluut Relatief Gemiddelde koopkracht in een land. Niveau/mate van behoeftebevrediging. Reële nationaal inkomen per hoofd van de bevolking. Welvaart in enge zin + de mate waarin de allerlei niet in geld uit te drukken verlangens worden vervuld Extra productie kan dus de welvaart in enge zin doen stijgen, maar de welvaart in ruime zin laten dalen als bijvoorbeeld de luchtverontreiniging zwaarder weegt voor iemand dan het extra inkomen dat hij/zij verdient.

4 §3.1 & 3.2 Welvaart in enge zin & ruime zin blz. 37-44
Materiële welvaart Immateriële welvaart Welvaart in enge zin Welzijn Hoeveelheid goederen en diensten die iemand tot zijn beschikking heeft . De hoeveelheid niet-economisch vervulbare behoeften die vervuld worden. Gelukkig voelen Of je gezond bent. Liefde Vriendschap

5 § 3.1 Economische groei blz. 38
Welvaart in enge zin  Gemeten productiegroei Welvaart in ruime zin  Toename van de behoeftebevrediging voor zover daarbij beslag gelegd wordt op schaarse middelen.

6 § 3.1 Economische groei blz. 43
Externe effecten Bijkomende gevolgen voor de welvaart van anderen door consumptie & productie die niet in de prijs van de producten worden doorberekend. Negatieve externe effecten Positieve externe effecten Maatschappelijke kosten Maatschappelijke baten Milieuvervuiling Stank van fabriek Afvalwater in rivier Geluidsoverlast Renovatie van gebouw Bloemen in bloei Aanleggen park

7 § 3.1 Economische groei blz. 38
Economische groei & externe effecten Wie een eng materieel welvaartsbegrip hanteert zal zonder meer zeggen dat uitbreiding van een luchthaven de welvaart vergroot. Omdat immers de toename van het personen- en vrachtverkeer en de werkgelegenheid ruimschoots het teruglopen van de waarde van de omliggende huizen zal overtreffen. Dan wordt evenwel voorbij gegaan aan de negatieve externe effecten van geluidhinder, landschapvervuiling, stress enzovoort bij omwonenden. Men kan vervolgens proberen deze effecten in euro's uit te drukken, maar dit zal een benadering blijven van het feitelijk effect op de behoeftebevrediging van de betrokken subjecten. Ontvangen van "

8 §3.2 Welvaart gemeten blz. 39-40
Informele economie Niet-geregistreerd Zwart werken Huishouden Klussen Verzorgen Geldeconomie Geldstroom Parallelle economie Géén geldstroom Werken in loondienst Vrijwilligerswerk Formele economie Geregistreerd

9 §3.2 Welvaart gemeten blz. 39-40
Geldeconomie Parallelle economie Alle activiteiten die de welvaart laten toenemen én waarbij geldstromen op gang komen. Alle activiteiten die de welvaart laten toenemen én waarbij géén geldstromen op gang komen. Huishoudelijke arbeid Zorgarbeid In natura Vrijwilligerswerk Werken in loondienst Zwart werken

10 §3.2 Welvaart gemeten blz. 39-40
Formele economie Informele economie De economische activiteiten die in de cijfers van het CBS tot uitdrukking komen. De niet-officieel geregistreerde economie, omdat er geen geld mee gemoeid is of omdat de geldstroom niet geregistreerd wordt. Werken in loondienst (Vrijwilligerswerk) Zwart werken Huishoudelijke arbeid Zorgarbeid In natura

11 §3.3 Factoren die het nationaal inkomen bepalen Blz. 42
Schaarste Beschikbare middelen zijn ontoereikend tov de menselijke behoeften. Als er productiefactoren nodig zijn om een goed te produceren zijn ze schaars… Productiefactoren Alle middelen die gebruikt worden bij het produceren. KANO Natuur Kapitaal Arbeid Ondernemerschap

12 §3.3.1 De productiecapaciteit blz. 42
Kapitaal De fabrieken, machines, gereedschappen, grondstoffen & voorraden eindproduct die bij productie worden ingezet. Rente & Huur

13 §3.3.1 De productiecapaciteit blz. 42
Breedte-investering Diepte-investering Investeringen in dezelfde (soort) kapitaalgoederen waardoor de arbeidsproductiviteit gelijk blijft. Investeringen in modernere kapitaalgoederen waardoor er minder mensen nodig zijn om evenveel of zelfs meer goederen te maken Arbeidsproductiviteit = Arbeidsproductiviteit  Werkgelegenheid  Werkgelegenheid  Uitbreidingsinvestering en/of vervangingsinvestering Uitbreidingsinvestering of vervangingsinvestering Kapitaalintensiever Arbeid wordt vervangen door kapitaal.

14 §3.3.1 De productiecapaciteit blz. 42
Arbeid Alle lichamelijke en geestelijke inspanning van mensen die beschikbaar is om in het productieproces te worden ingeschakeld. Loon Arbeidsproductiviteit wordt beinvloed door: - Mate van scholing - Technische ontwikkeling Efficiëntie (doelmatigheid) van de organisatie bij bedrijven en overheid. - Arbeidsmentaliteit

15 §3.3.1 De productiecapaciteit blz. 42
Natuur Natuurlijke omgeving en natuurlijke hulpbronnen. Grond en delfstoffen. Pacht Natuurlijke omstandigheden bepalen deels het soort productie in een land. Een heel heet klimaat kan de arbeidsproductiviteit negatief beïnvloeden. Ondernemersschap Combineren van de productiefactoren Winst

16 Nationaal inkomen Y= C+I+O+E-M
De totale waarde van de beloningen van de productiefactoren (= toegevoegde waarde) die zijn aangewend bij de overheid en het bedrijfsleven. Is gelijk aan het nationaal product. Som van alle in het land verdiende primaire inkomens (loon, huur, pacht, rente, winst). Y= C+I+O+E-M Consumptie Investeringen Overheidsbestedingen Export Import 16

17 Economische kringloop

18

19 O Goederen en diensten > Geldstromen

20

21

22

23

24 Neem het plaatje over in je schrift en zet bij de geldstromen de volgende symbolen:
Y, C, I, O, E, M, S, B, (O-B)

25

26 Nationaal product W= C + I + O + E - M Nationaal inkomen kan besteed worden aan: Y= C + S + B W = Y C + I + O + E – M = C + S + B Spaarsaldo = ( I – S) Saldo overheidsfinancien = (O – B) Uitvoersaldo = (E – M) (I – S) + (O – B) + (E – M) = 0

27

28 §2.5 Van Micro naar Meso blz. 25
Nationaal product De waarde van alle productie die door inwoners van een land is voortgebracht (ongeacht waar die productie heeft plaatsgevonden). Toegevoegde waarde van bedrijven + toegevoegde waarde overheid. Binnenlands product De waarde van alle productie die binnen de landsgrenzen is geproduceerd (ongeacht door wie het geproduceerd is). Productiewaarde van de bedrijven in de marktsector + Productie waarde van de overheid. 28

29 §2.7 Het officieuze circuit blz. 30
Officiele circuit Het deel van de productie en inkomen waarover belasting wordt betaald. Witte circuit Officieuze circuit Het deel van de productie en inkomen waarover géén belasting wordt betaald. Zwarte circuit 29

30 §4.2 Verschuivingen in de werkgelegenheid blz. 53
Innovatie Het vernieuwen van producten en productieprocessen §4.3 Mens of machine blz. 54 Investeren Het kopen van kapitaalgoederen door bedrijven en overheid. machines, gebouwen, transportmiddelen, computers

31 Arbeidsproductiviteit
§4.3 Mens of machine blz. 54 Arbeidsproductiviteit Micro: De productie per persoon per tijdseenheid (b.v. uur of arbeidsjaar) Macro: nationale productiewaarde per jaar gedeeld door (werkzame) beroepsbevolking (in personen). Productiecapaciteit De maximale omvang van de productie die een bedrijf of land in een bepaalde periode met de volledige benutting van beschikbare productiemiddelen kan voortbrengen.

32 Kosten per product dalen als de productieomvang stijgt
§4.3 Mens of machine blz. 54 Schaalvoordelen Kosten per product dalen als de productieomvang stijgt Als met een machine meer producten gemaakt worden, kunnen de kosten van de machine worden verdeeld over meerdere producten.

33 Arbeidsintensief Kapitaalintensief
§4.3 Mens of machine blz. 54 Arbeidsintensief Kapitaalintensief Productie waarbij in verhouding veel arbeid in verhouding tot kapitaal wordt ingeschakeld. Productie waarbij in verhouding veel kapitaal en weinig arbeid wordt gebruikt.


Download ppt "HAVO 5: Inkomen en groei Hoofdstuk 3: Het nationaal inkomen"

Verwante presentaties


Ads door Google