De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Voorganger:br. E. Wagenaar.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Voorganger:br. E. Wagenaar."— Transcript van de presentatie:

1 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Voorganger:br. E. Wagenaar Organist:br. Beamist:br. P. Wiltjer Welkom Opmerkingen kunt u melden bij de leden van het BeamTeam: Karel Moes, Derk Rouwhorst, Sandra Spriensma en Pieter Wiltjer. De Bijbelteksten in deze presentatie zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004, tenzij anders vermeld. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Voor vrijdag 18.00 uur mailen naar: beamer‑haulerwijk@hotmail.com.

2 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Agenda aanstaande week 1/2

3 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Agenda aanstaande week 2/2

4 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 JCH

5 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

6 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Votum en zegengroet On-zehulpisindenaamvandeHE-RE, diehe-melenaar-dege-maaktheeft.A-men.

7 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

8 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 1Mijn hart is, Heer, in U gerust. Uw lof te zingen is mijn lust. Maakt, harp en luit, den Here groot. Mijn lied begroet het morgenrood. Ik breng mijn lof, o HEER, U toe onder de volken en ik doe in ieder land mijn psalm weerklinken, daar 'k hemelhoog uw trouw zie blinken. Psalm 108: 1, 2, 4

9 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 2Ja, hoger dan het hemels blauw is, HEER, uw goedheid en uw trouw. Verhef U, dat uw aangezicht de hemel met zijn glans verlicht. Op aarde blink' uw heerlijkheid. Gord uw geliefden tot de strijd. Ten zege zij uw hand geheven, hoor mij, o Heer, wil antwoord geven. Psalm 108: 1, 2, 4

10 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 4Wie voert mij met een vaste hand tot in het hart van 's vijands land? O God, die ons verstoten had, trek met ons uit, wijs ons het pad, want mensenhulp is ijdelheid. Nu God ons bijstaat in de strijd is elke heldendaad te wagen. De vijand wordt door Hem verslagen. Psalm 108: 1, 2, 4

11 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

12 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 1 De Filistijnen bereidden opnieuw een oorlog voor. Ze verzamelden zich in Socho in Juda en sloegen hun kamp op in Efes-Dammim, tussen Socho en Azeka. 2 Saul riep het leger van Israël op en sloeg zijn kamp op in de Terebintenvallei. Daar stelden ze zich op tegenover de Filistijnen: 3 op de ene helling stonden de Filistijnen en op de andere de Israëlieten; het dal lag tussen hen in. 4 Uit de gelederen van de Filistijnen trad een kampvechter naar voren, een zekere Goliat uit Gat, een man van ruim zes el lang. Lezen 1 Samuël 17: 1-16

13 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 5 Hij had een bronzen helm op zijn hoofd en droeg een bronzen schubbenpantser dat wel vijfduizend sjekel woog. 6 Ook zijn scheenplaten waren van brons, evenals het kromzwaard dat over zijn schouder hing. 7 De schacht van zijn lans was zo dik als de boom van een weefgetouw en de punt was gemaakt van zeshonderd sjekel ijzer. Een schildknecht ging voor hem uit. Lezen 1 Samuël 17: 1-16

14 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 8 In het dal bleef de Filistijn staan en riep de Israëlieten toe: ‘Waarom zouden jullie optrekken en slag leveren? Ik ben een vrije Filistijn, en jullie zijn maar slaven van Saul! Kies iemand uit jullie midden en laat hem hier beneden komen. 9 Als hij me aankan en me verslaat, zullen wij aan jullie onderworpen zijn, maar als ik hem aankan en hem versla, zullen jullie aan ons onderworpen zijn en ons als slaven dienen. 10 Hierbij daag ik het leger van Israël uit om me iemand te sturen met wie ik een tweegevecht kan houden.’ Lezen 1 Samuël 17: 1-16

15 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 11 Bij het horen van deze woorden stonden Saul en het leger van Israël verlamd van schrik. 12 David was een zoon van Isaï uit Betlehem, dat in de streek Efrata in Juda ligt. Deze Isaï had acht zonen. Hijzelf was in de tijd van Saul al te oud om nog onder de wapenen te gaan, 13 maar zijn drie oudste zonen trokken met Saul ten strijde. De oudste heette Eliab, de tweede Abinadab en de derde Samma. 14 David was de jongste. Zijn drie oudste broers waren met Saul ten strijde getrokken, Lezen 1 Samuël 17: 1-16

16 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 15 en hij ging heen en weer tussen het kamp van Saul en Betlehem, waar hij de kudde van zijn vader hoedde. 16 Ondertussen trad de Filistijn elke ochtend en elke avond naar voren, veertig dagen lang, en bleef dan staan wachten. Lezen 1 Samuël 17: 1-16

17 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

18 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 26 David vroeg aan de soldaten die in zijn buurt stonden: ‘Wat gebeurt er met degene die die Filistijn daar verslaat en Israël van deze schande bevrijdt? Wat denkt die onbesneden Filistijn wel, dat hij de gelederen van de levende God durft te beschimpen!’ 27 De soldaten herhaalden tegen hem wat ze zojuist gezegd hadden. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

19 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 28 Toen Davids oudste broer Eliab hem met de soldaten hoorde praten, viel hij woedend uit: ‘Wat doe je hier eigenlijk? Hoor jij niet in de woestijn op je schapen te passen? Echt iets voor jou, om met je brutale neus vooraan te willen staan als er gevochten gaat worden.’ 29 ‘Wat doe ik nu weer verkeerd?’ antwoordde David. ‘Ik vraag het toch alleen maar!’ 30 Hij draaide zijn broer de rug toe en legde zijn vraag nog aan anderen voor, en kreeg weer hetzelfde antwoord. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

20 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 31 Davids vragen bleef niet onopgemerkt. Men vertelde het aan Saul, en die liet hem bij zich komen. 32 David zei tegen Saul: ‘We hoeven om die Filistijn toch niet de moed te verliezen, heer. Ik zal met hem het gevecht aangaan.’ 33 ‘Maar je kunt hem toch onmogelijk aan,’ wierp Saul tegen. ‘Jij bent nog maar een jongen en hij is al van jongs af aan gewend om te vechten.’ Lezen 1 Samuël 17: 26-54

21 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 34 ‘Ik heb altijd de kudde van mijn vader gehoed,’ antwoordde David. ‘Wanneer er een leeuw of een beer kwam om een schaap of een geit uit de kudde te stelen, 35 ging ik erachteraan, overmeesterde hem en redde het dier uit zijn muil. En als hij me wou aanvallen greep ik hem bij zijn kaken en sloeg ik hem dood. 36 Leeuwen en beren heb ik verslagen en die onbesneden Filistijn zal het net zo vergaan, omdat hij de gelederen van de levende God heeft beschimpt! Lezen 1 Samuël 17: 26-54

22 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 37 De HEER, die me gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren, zal me ook redden uit de handen van deze Filistijn.’ ‘Ga dan,’ zei Saul tegen David, ‘en moge de HEER je bijstaan.’ 38 Hij gaf hem zijn eigen uitrusting en hielp hem die aan te doen: een bronzen helm voor op zijn hoofd en een borstkuras. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

23 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 39 Ten slotte gordde David het zwaard om en probeerde een paar passen te lopen, omdat hij aan zo’n zware uitrusting niet gewend was. ‘Ik kan hier niet mee lopen,’ zei hij tegen Saul, ‘ik ben dat niet gewend.’ En hij deed de uitrusting weer af. 40 Hij pakte zijn stok, zocht vijf ronde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af, zijn slinger in de hand. 41 Met zware stappen kwam de Filistijn op David af, voorafgegaan door zijn schildknecht. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

24 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 42 Hij nam David, een knappe jongen met rossig haar, geringschattend op 43 en zei: ‘Ben ik soms een hond, dat je met een stok op me afkomt?’ En hij vervloekte David in de naam van zijn goden. 44 ‘Kom maar op,’ zei hij, ‘dan maak ik jou tot aas voor de gieren en de hyena’s.’ 45 ‘Jij daagt me uit met je zwaard en je lans en je kromzwaard,’ antwoordde David, ‘maar ik daag jou uit in de naam van de HEER van de hemelse machten, de God van de gelederen van Israël, die jij hebt beschimpt. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

25 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 46 Maar vandaag zal de HEER je aan mij uitleveren: ik zal je verslaan en je hoofd afhouwen, en ik zal de lijken van de Filistijnen aan de aasgieren en de hyena’s ten prooi geven, zodat de hele wereld weet dat Israël een God heeft. 47 Dan zal iedereen hier beseffen dat de HEER geen zwaard of lans nodig heeft om te overwinnen, want hij is degene die de uitslag van de strijd bepaalt en hij zal jullie aan ons uitleveren.’ Lezen 1 Samuël 17: 26-54

26 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 48 Toen kwam de Filistijn op David af en wilde tot de aanval overgaan, maar David was hem te snel af. Hij rende hem tegemoet, 49 stak zijn hand in zijn tas en haalde er een steen uit, slingerde die weg en trof de Filistijn zo hard tegen het voorhoofd dat de steen naar binnen drong en de Filistijn voorover stortte. 50 Zo overwon David de Filistijn met een slinger en een steen; hij trof hem dodelijk zonder dat hij daar een zwaard bij nodig had. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

27 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 51 Hij rende naar de Filistijn toe, boog zich over hem heen en trok diens zwaard uit de schede. Daarmee gaf hij hem de genadestoot en sloeg hem zijn hoofd af. Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, sloegen ze op de vlucht. 52 Nu sprongen de Israëlieten en Judeeërs op, hieven de strijdkreet aan en achtervolgden hen tot aan Gat en de poorten van Ekron. De hele weg van Saäraïm tot aan Gat en Ekron lag bezaaid met gesneuvelde Filistijnen. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

28 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 53 En toen de Israëlieten van hun achtervolging terugkwamen, plunderden ze het Filistijnse legerkamp. 54 David nam het hoofd van de Filistijn mee om het naar Jeruzalem te brengen; de wapens die hij hem had afgenomen legde hij in zijn tent. Lezen 1 Samuël 17: 26-54

29 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

30 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 1Ik heb U lief van ganser harte, HERE. Gij immers zult het onheil van mij weren. Gij zijt mijn steenrots, mijn bevrijder, Gij, Gij zijt een muur, een vestingwal om mij. Mijn God, mijn schild, mijn schuilplaats in gevaren, mijn rots die mij beschermt en blijft bewaren, o hoorn des heils, U loof ik voor altijd, ik roep het uit, want Gij hebt mij bevrijd. Psalm 18: 1, 8

31 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 8Gij immers zult het arme volk verhogen, en Gij vernedert, HEER, de trotse ogen. Gij zijt mijn licht, de lamp die voor mij schijnt, waarvoor de dichte duisternis verdwijnt. Met U durf ik mij in de strijd te wagen, de legerbenden op de vlucht te jagen. Met U ga ik door water en door vuur, en met mijn God spring ik over een muur. Psalm 18: 1, 8

32 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

33 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 45 ‘Jij daagt me uit met je zwaard en je lans en je kromzwaard,’ antwoordde David, ‘maar ik daag jou uit in de naam van de HEER van de hemelse machten, de God van de gelederen van Israël, die jij hebt beschimpt. Tekst 1 Samuël 17: 45

34 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

35 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Preek

36 David, een jongen met lef. 1. als voorvechter – voor God 2. als voorloper – van Jezus 3. als voorbeeld – voor ons

37 David, een jongen met lef. 1. als voorvechter – voor God

38 “De geest van de Heer had Saul verlaten”

39

40 Zoals David er van zong: “met U durf ik mij in de strijd te wagen, de legerbenden op de vlucht te jagen, met U ga ik door water en door vuur en met mijn God spring ik over een muur”. Psalm 18

41

42 David, een jongen met lef. 2. als voorloper – van Jezus

43

44 David, een jongen met lef. 3. als voorbeeld – voor ons

45 Ben jij een held, hebt u lef?

46 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

47 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 1Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser. Niet eenzaam ga ik op de vijand aan. Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming. Ik bouw op U en ga in uwen Naam. Sterk in uw kracht, gerust in uw bescherming. Ik bouw op U, en ga in uwen Naam. Gezang 163: 1,2, 3

48 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 2Gelovend ga ik, eigen zwakheid voelend. En telkens meer moet ik uw kracht verstaan. Toch rijst in mij een lied van overwinning. Ik bouw op U en ga in uwen Naam. Toch rijst in mij een lied van overwinning. Ik bouw op U en ga in uwen Naam. Gezang 163: 1,2, 3

49 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 3Ik bouw op U, mijn schild en mijn Verlosser. Gij voert de strijd, de huld' is U gewijd. In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid. In 't laatste uur zal 'k zegevierend ingaan in rust met U die mij hebt voortgeleid. Gezang 163: 1,2, 3

50 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

51 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 4Ja, 'k geloof en daarom zing ik, daarom zing ik, U ter eer, 's werelds Heiland, Hogepriester, aller heren Opperheer. Zoon van God en Zoon des mensen, o, kom spoedig in uw kracht op des hemels wolken weder! Kom, Heer Jezus, kom, ik wacht. Gezang 162: 4

52 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

53 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Zending & VSE Collecte

54 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

55 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 1De kerk van alle tijden kent slechts één vaste grond: 't is Christus, die door lijden zijn volk aan zich verbond. Om haar als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af. 't Was Hij die door zijn sterven aan haar het leven gaf. Gezang 119: 1, 2, 5

56 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 2Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één, is zij door Hem herboren, blijft dit haar kracht alleen: één Geest, één vast vertrouwen, één doop, één heilge dis, één Heer, op wie te bouwen haar troost en rijkdom is. Gezang 119: 1, 2, 5

57 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 5Nog weet zij zich verbonden in haar drieëenge Heer met wie zij trouw bevonden, de strijders van weleer. Een wolk van Godsgetuigen omringt ons in de strijd, tot wij met hen ons buigen, gekroond met heerlijkheid. Gezang 119: 1, 2, 5

58 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5

59 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Amen A-men, a-men, a-men.

60 Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5


Download ppt "Liturgie Ps.108: 1, 2, 4 Lz.1Sam. 17: 1-16 Lz.1Sam. 17: 26-54 Ps.18 : 1, 8 T.1Sam. 17:45 Gz.163: 1, 2, 3 Gz.162: 4 Gz.119: 1, 2, 5 Voorganger:br. E. Wagenaar."

Verwante presentaties


Ads door Google