De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De NV H2 Het EV van de NV Nominale waarde van een aandeel = de waarde die op het aandeel staat. Maatschappelijk kapitaal = Maatschappelijk aandelenvermogen.

Verwante presentaties


Presentatie over: "De NV H2 Het EV van de NV Nominale waarde van een aandeel = de waarde die op het aandeel staat. Maatschappelijk kapitaal = Maatschappelijk aandelenvermogen."— Transcript van de presentatie:

1 De NV H2 Het EV van de NV Nominale waarde van een aandeel = de waarde die op het aandeel staat. Maatschappelijk kapitaal = Maatschappelijk aandelenvermogen = het nominale bedrag waarvoor maximaal aandelen uitgegeven kunnen worden (zonder wijziging van statuten). Geplaatst kapitaal = Geplaatst aandelenvermogen = het nominale bedrag dat in werkelijkheid aan aandelen is uitgegeven. Maatschappelijk aandelenvermogen - Aandelen in portefeuille = geplaatst aandelenvermogen

2 De NV H2 Het EV van de NV Het uitgeven van aandelen = emissie
= het uitgeven van aandelen die in portefeuille zitten. Aandelenemissie a pari. Aandelen uitgeven tegen 100% van e nominale waarde. Aandelenemissie boven pari. Aandelen uitgeven boven 100% van de nominale waarde. Aandelen emissie beneden pari. Aandelen uitgeven onder 100% van de nominale waarde Opgave 12 t/m 17

3 De NV H2 Het EV van de NV Winstverdeling bij een NV
Uitkeren aan personeel in de vorm van tantièmes. Zolang er geen uitkering heeft plaats gevonden heeft de NV een schuld op korte termijn onder de post ‘te betalen tantièmes’ Tantièmes zijn kosten en verlagen het resultaat. De fiscus in de vorm van vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting bedraagt 20% over de eerste en 25% over de rest. VB moet worden betaald over de nettowinst (resultaat uit gewone bedrijfsvoering) Zolang de VB niet is afgedragen, heeft de NV een schuld op korte termijn onder de post ‘te betalen VB’ .

4 De NV H2 Het EV van de NV Vervolg Winstverdeling bij een NV
De aandeelhouders krijgen dividend uitgekeerd. Over het dividend moet 15% dividendbelasting worden betaald. Dit doet de NV. De aandeelhouder krijgt alleen nettodividend uitgekeerd. (=brutodividend- dividendbelasting). Er ontstaat een schuld op korte termijn aan de aandeelhouders onder de post ‘te betalen divivend’ (=netto) en een schuld op korte termijn aan de fiscus onder de post ‘ te betalen dividendbelasting’ Dividendpercentage: brutodividend uitgedrukt in % van de nominale waarde van een aandeel: Brutodividend per aandeel/nominale waarde van een aandeel x 100% Totale brutodividend/ nominaal geplaatst aandelenkapitaal x 100% De NV of bv zelf Inhouden/ niet uitkeren van de winst: winstreserves Vaak staat een bedrag/percentage vastgesteld in statuten: statutaire reserves Reserveren met een bepaald doel Overig: algemene reserve

5 De NV H2 Het EV van de NV Cash- en stockdividend
Cashdividend: dividend in de vorm van geld uitgekeerd aan aandeelhouders. Stockdividend: dividend in de vorm van aandelen uitgekeerd aan aandeelhouders. Let op: de dividendbelasting van stockdividend wordt volledig in mindering gebracht op cashdividend. Posten op balans: ‘te betalen dividendbelasting’: schuld op korte termijn aan fiscus ‘te betalen dividend’: nettocashdividend, schuld op korte termijn aan de aandeelhouders ‘uit te reiken aandelen’: stockdividend, schuld op korte termijn aan aandeelhouders; schuld betaald, dan neemt geplaatst aandelenkapitaal toe.

6 De NV H2 Het EV van de NV Cash- en stockdividend
Het Eigen Vermogen (= intrinsieke waarde) verandert door uitreiking van stockdividend NIET: Post ‘geplaatst aandelenkapitaal’ stijgt Post ‘winst’ daalt De intrinsieke waarde per aandeel daalt WEL: het aantal geplaatste aandelen neemt toe.

7 De NV H2 Het EV van de NV De Reserves.
Agioreserve: meerwaarde bij uitgifte van aandelen die worden uitgegeven boven pari. Winstreserve: Uitbreiding (interne financiering) Aflossen van vreemd vermogen Vergroten van weerstandsvermogen Dividendstabilisatie Winstreserves kunnen soms gedeeltelijk verplicht worden gesteld omdat het vastligt in statuten: ‘statutaire reserves’ Opgave 30

8 De NV H2 Het EV van de NV De reserves: Herwaarderingsreserve
rekening houden met prijsstijging van activa waarde kan ook dalen; als er geen reserve meer is wordt het opgevoerd als kosten op de RR. Vervangingswaardetheorie: onderneming moet op tijd de boekwaarde aanpassen aan de nieuwe aanschafprijs. Opgave 33, 34 en 35

9 De NV H3 Het VV van de NV Vormen van Lang Vreemd Vermogen:
Hypothecaire lening Onderhandse lening Achtergestelde lening Vormen van Kort Vreemd Vermogen: Rekening-courant krediet Aflossingen van een langlopende schuld binnen 1 jaar Koop op afbetaling Huurkoop Leverancierskrediet Ontvangen: crediteuren (passiva) Verstrekt: debiteuren (activa) Afnemerskrediet Ontvangen: vooruit ontvangen bedragen (passiva) Verstrekt: vooruit betaalde bedragen (activa)

10 De NV H3 Het VV van de NV Vormen van Lang Vreemd Vermogen:
Hypothecaire lening Onderhandse lening Achtergestelde lening Vormen van Kort Vreemd Vermogen: Rekening-courant krediet Leverancierskrediet Afnemerskrediet Aflossingen van een langlopende schuld binnen 1 jaar Koop op afbetaling Huurkoop Opg 32

11 De NV H3 Het VV van de NV Voorzieningen.
Dit behoort wel tot het Vreemd Vermogen, maar het zijn geen schulden. Voorziening = toekomstige uitgave waarvan de omvang en het tijstip onbekend zijn. Vb. onderhoudsvoorziening (korte termijn) pensioenvoorziening (lange termijn) Opg. 33 en 34

12 De NV H3 Het VV van de NV Obligatielening Obligatie = schuldbewijs
Overeenkomst met aandeel: papier met nominale waarde erop, worden verhandeld op de beurs Verschil aandeel vs obligatie: aandeel is een eigendomsbewijs en obligatie is een schuldbewijs. Obligatiehouder krijgt vaste interestvergoeding. Minder risico met obligatie (= risicomijdendkapitaal) Looptijd (meestal 5-20 jaar) obligatie Voordeel obligatie voor de NV: rente kan worden opgevoerd als kosten ien is dus aftrekbaar voor de belasting. Opg. 35 en 36 D-toets

13 De NV H4 De activa van de NV
Vaste Vlottende Liquide middelen Vaste Activa: geld dat voor langer dan 1 jaar is geïnvesteerd en vastgelegd. er wordt meestal op afgeschreven Materiële Vaste Activa: gebouwen, auto’s, inventaris, machines Immateriële Vaste Activa: Geactiveerde kosten: kosten bij uitgifte van aandelen, vergunningen, goodwill Financiële Vaste Activa: geld wat voor lange termijn wordt uitgeleend aan een ander bedrijf

14 De NV H4 De activa van de NV
Voorkomen van verwarring bij lenen en uitlenen: o/g = opgenomen geld: bedrijf leent zelf geld. Creditzijde Vreemd vermogen u/g = uitgeleend geld: bedrijf leent geld uit aan ander bedrijf Debetzijde Bezitting

15 De NV H5 Interne en Externe verslaggeving
Interne verslaggeving Te gebruiken voor het bedrijf zelf Ieder bedrijf doet dit anders Externe verslaggeving Opgelegd door de overheid Doel: gegevens van verschillende bedrijven met elkaar vergelijken Uniformiteit 2 balansvormen: scrontovorm staffelvorm

16 De NV H5 Interne en Externe verslaggeving
Algemeen model externe balans: Activa Passiva Vaste Activa Eigen Vermogen Materiële vaste activa Geplaatst aandelenkapitaal Immateriële vaste activa Agioreserve Financiële vaste Activa Herwaarderingsreserve Vlottende Activa Wettelijke en statutaire reserves Voorraden overige reserves Vorderingen en overlopende activa onverdeelde winst (nettowinst) Effecten Voorzieningen Liquide middelen Langlopende Schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva TOTAAL

17 De NV H5 Interne en Externe verslaggeving
Wie controleert de cijfers van grote bedrijven? Intern: controller Extern: registeraccountant Jaarrekening bestaat uit: Balans Resultatenrekening Accountantsverklaring Toelichting op de balans Taken van het management: Ontwikkelen van beleid Organiseren Besturen Controleren

18 De NV H6 Beoordeling van het gevoerde beleid
Met behulp van ratio: Liquiditeit: kan onderneming op korte termijn aan haar verplichtingen voldoen? Current ratio: (LA+VLA)/KVV Quick ratio (LA+VLA- voorraden)/KVV Werkkapitaal LA +VLA - KVV Solvabiliteit: Kan onderneming bij liquidatie aan al haar verplichtingen voldoen? TV/VV EV/VV Rentabiliteit: zegt iets over de winstgevendheid van een onderneming REV NW/GEV X 100% RTV NW+IK/GTV X 100% IVV IK/GVV x 100%

19 De NV H6 Beoordeling van het gevoerde beleid
Het hefboomeffect Voorbeeld: RTV = 10%; verschaffers van Eigen Vermogen en Vreemd Vermogen ontvangen voor elke euro die ze in het bedrijf hebben gestoken, 10 eurocent beloning. Wat gebeurt er als je nieuw Vreemd vermogen aantrekt? >10% rente: dit gaat ten koste van het rendement op het Eigen Vermogen <10% rente: dit komt ten goede aan de verschaffers van Eigen Vermogen Dit noem je hefboomeffect: RTV>IVV of REV>RTV = positief/gunstig hefboomeffect: EV vervangen door VV RTV<IVV of REV<RTV = negatief/ongunstig hefboomeffect: VV vervangen door EV Het hoeft niet altijd voordelig te zijn om EV te vervangen door VV. Dit kan gevolgen hebben voor……

20 De NV H6 Beoordeling van het gevoerde beleid
Het hefboomeffect De hefboomformule: REV = RTV + (RTV – IVV)xVV/EV Interestmarge: (RTV-IVV) Hefboomfactor: VV/EV Hefboomeffect: (RTV-IVV)xVV/EV of REV-RTV

21 De NV H6 Beoordeling van het gevoerde beleid
Cashflow Afschrijvingen kunnen een verkeerd beeld geven van de winstgevendheid van een onderneming. Cashflow = nettowinst na belasting + afschrijvingen Cashflow = brutodividend + ingehouden winst + afschrijvingen Opgave 69 t/m 72

22 De NV H6 Beoordeling van het gevoerde beleid
Dividendrendement Dividendrendement = Brutodividend per aandeel/beurskoers per aandeel x 100% Let op: dit is geen dividendpercentage: brutodividend/nominale waarde van 1 aandeel.


Download ppt "De NV H2 Het EV van de NV Nominale waarde van een aandeel = de waarde die op het aandeel staat. Maatschappelijk kapitaal = Maatschappelijk aandelenvermogen."

Verwante presentaties


Ads door Google