Nakijken Opdracht 25.

Presentatie over: "Nakijken Opdracht 25."— Transcript van de presentatie:

1 Nakijken Opdracht 25

2 Opdracht 25a Procent 100 Aantal jongeren

3 Opdracht 25a Procent 100 1 49 Aantal jongeren 171000

4 Opdracht 25a : 100 x 49 Procent 100 1 49 Aantal jongeren 171000 : 100

5 Opdracht 25a : 100 x 49 Procent 100 1 49 Aantal jongeren 171000 1710
83790 : 100 x 49 Dat zijn jongeren

6 Opdracht 25b : 100 x 58 Procent 100 1 58 Aantal jongeren 145000 1450
84100 : 100 x 58 Dat zijn jongeren

7 Opdracht 25c : 100 x 58 Procent 100 1 58 Aantal jongeren 118000 1180
68440 : 100 x 58 Dat zijn jongeren

8 Opdracht 25d 15: 186000 68820 (opdracht 24) 16: 171000 83790 (25a)
TOTAAL MET BIJBAAN 15: (opdracht 24) 16: (25a) 17: (25b) 18: (25c) Totaal: Dat is bijna de helft, de meeste mensen zullen het er dus mee eens zijn dat ruim de helft een bijbaan heeft.

9 1.3 Procenten gevraagd

10 Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer?

11 Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140

12 Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 mm Neerslag

13 Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 mm Neerslag 760

14 Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 ? mm Neerslag 760 140

15 Paragraaf 1.3 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 Procent 100 ? mm Neerslag 760 1 140

16 Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 Procent 100 ? mm Neerslag 760 1 140 : 760

17 Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 Procent 100 0,1315 ? mm Neerslag 760 1 140 : 760

18 Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 x 140 Procent 100 0,1315 ? mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140

19 Paragraaf 1.2 OPDRACHT 28 In Nederland valt gemiddeld 760 mm neerslag per jaar In Zuid Limburg valt zelfs gemiddeld 900 mm per jaar hoeveel procent is dat meer? 900 – 760 = 140 : 760 x 140 Procent 100 0,1315 18,42 mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140 Dat is 18,42 % meer

20 Procentuele toename : 760 x 140 Procent 100 0,1315 18,42 mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140 Absolute toename

21 Procentuele toename : 760 x 140 Procent 100 0,1315 18,42 mm Neerslag 760 1 140 : 760 x 140 Absolute toename Hoeveel komt er in het echt bij?

22 Paragraaf 1.2

23 Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22

24 Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 Procent 100 Neerslag in mm

25 Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 Procent 100 Neerslag in mm 738 1 22

26 Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 : 738 x 22 Procent 100 Neerslag in mm

27 Paragraaf 1.2 a) 760 – 738 = 22 : 738 x 22 Procent 100 2,98
Neerslag in mm 738 1 22 : 738 x 22 Het is met 2,98 % toegenomen

28 Maak opdracht 28 t/m 37 Vanaf blz 19