De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..

Verwante presentaties


Presentatie over: "3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken.."— Transcript van de presentatie:

1 3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken.

2 Instapopgave procenten
3 mavo Instapopgave procenten taart voor € 3,50 taart voor € 7,- “Boni is 100% duurder” “Appie is slechts 50% goedkoper”  Welke uitspraak is juist?

3 Procenten 12 van de 100 vakjes zijn paars Ofwel
3 mavo 12 van de 100 vakjes zijn paars Ofwel 12 procent van de vakjes zijn paars Hoe bereken je 23% van 100? Hoe bereken je 4,5% van 920?

4 Op alle goederen en diensten wordt belasting geheven.
3 mavo BTW Op alle goederen en diensten wordt belasting geheven. Die belasting heet BTW. BTW betekent Belasting Toegevoegde Waarde. In de meeste gevallen is de BTW 21%. Voor veel levensmiddelen is de BTW 6%. Voorbeeld Een spel kost exclusief BTW € 62. De BTW is 21%. Bereken de prijs inclusief BTW. Uitwerking 100% + 21% = 121% prijs incl BTW = 62 : 100 × 121 = € 75,02 : 100 × 121 procent 100 1 121 prijs in € 62 ? : 100 × 121

5 In de tabel zie je dat de neerslag in Nederland steeds toeneemt.
Percentage berekenen 3 mavo In de tabel zie je dat de neerslag in Nederland steeds toeneemt. De stijging van periode II naar periode III is 760 – 738 = 22 mm. Dit is de absolute toename. Vaak wordt de toename in procenten berekend. Dat is de procentuele toename. Voorbeeld Met hoeveel procent is de neerslag in periode III gestegen vergeleken met periode II? Aanpak Bereken de absolute toename in mm. Gebruik een verhoudingstabel om het percentage te berekenen. Je vergelijkt met periode II, dat is dus 100%. Uitwerking absolute toename = 760 – 738 = 22 mm. toename in % = 100 : 738 × 22 = 3,0%. neerslag in Nederland periode neerslag in mm I 718 II 738 III 760 : 738 × 22 procent 100 ? neerslag in mm 738 1 22 : 738 × 22

6 Verhoudingen Met een verhoudingstabel kun je hoeveelheden berekenen. Meng je 1 deel frambozensiroop met 7 delen water, dan krijg je frambozenlimonade. De verhouding van siroop en water is 1 : 7. 1 : 7 spreek je uit als 1 staat tot 7. In totaal heb je = 8 delen limonade. Een verhouding bestaat altijd uit hele getallen. In de tabel zie je: Wil je 160 ml limonade maken, dan gebruik je 20 ml siroop en 140 ml water. Met 15 ml siroop kun je 120 ml limonade maken. Een verhouding kun je omrekenen naar een percentage. Je gebruikt dan ook een verhoudingstabel. Bij totaal zet je dan 100%.

7 Promille Hoe bereken je 23‰ van 1000? Hoe bereken je 4,5‰ van 1920?
3 mavo Hoe bereken je 23‰ van 1000? Hoe bereken je 4,5‰ van 1920?

8 Anneke maakt frambozenlimonade.
Verhoudingen Voorbeeld Anneke maakt frambozenlimonade. Op de fles staat 1 deel siroop aanlengen met 7 delen water. a Anneke maakt 600 ml frambozenlimonade. Hoeveel milliliter siroop en hoeveel milliliter water heeft zij daarvoor nodig? b Hoeveel procent van de limonade is water? Aanpak a Maak een verhoudingstabel en zet de gegevens erin die je weet. b Maak een nieuwe verhoudingstabel. Het totaal is 100%. Uitwerking a siroop = 1 : 8 × 600 = 75 ml water = 7 : 8 × 600 = 525 ml b percentage water = 7 : 8 × 100% = 87,5% : 8 × 600 siroop 1 ? ml water 7 totaal 8 600 ml : 8 × 600 : 8 × 100 water 7 ? % totaal 8 1 100 % : 8 × 100

9 Eenheden gelijk maken: 45 m = 45 000 mm
Hoe vaak moet ik een stuk papier van 0,08 mm dubbelvouwen totdat ik de top van de kerktoren heb bereikt op 45 m? Eenheden gelijk maken: 45 m = mm Fijn Formule ! 0,08 x 2 ^ 10

10 N = 0,08 b . g 2 t de exponent is het aantal keren vouwen
Exponentiële groei de exponent is het aantal keren vouwen Beginhoeveelheid of beginwaarde We beginnen met 0,08 mm exponent (bv tijd) t N = 0,08 b . g 2 De groeifactor is 2 ieder keer verdubbelt de dikte groeifactor (per tijdseenheid)

11 Voorbeeld met rente Stel je zet je spaargeld op de bank om te sparen voor een scooter. De bank geeft 1,5% rente per jaar, je begint met 300 euro. Hoe lang duurt het voordat je van dit bedrag een scooter kan kopen. Na 1 jaar heb je € 300 × 1,015 Na 2 jaar heb je € 300 × 1,015 × 1,015 Na 3 jaar heb je € 300 × 1,015 × 1,015× 1,015 Korter geschreven: € 300 × 1,015t Waarbij je voor t het aantal jaren kan invullen

12 Kruislings vermenigvuldigen
3 mavo A C B D Niet in boek Hoofdstuk 1 Procenten p. 122/123

13 Rekenen met procenten (1)
3 mavo Hoeveel euro is 23% van €4.200??? Manier 1: Manier 2:

14 Kruislings vermenigvuldigen (1)
3 mavo Hoeveel euro is 23% van €4.200??? Manier 1: Manier 2: Kruislings vermenigvuldigen € 4.200 100% x 23% Niet in boek p. 122/123

15 Kruislings vermenigvuldigen (1)
3 mavo Hoeveel euro is 23% van €4.200??? Manier 1: Manier 2: Kruislings vermenigvuldigen € 4.200 100% x 23% Niet in boek p. 122/123

16 Rekenen met procenten (2)
3 mavo Hoeveel procent is €230,- van €4.200 Manier 1:

17 Kruislings vermenigvuldigen (2)
3 mavo Hoeveel procent is €230,- van €4.200 Manier 1: Manier 2: Kruislings vermenigvuldigen € 4.200 100% € 230 y Niet in boek p. 122/123

18 Kruislings vermenigvuldigen (2)
3 mavo Hoeveel procent is €230,- van €4.200 Manier 1: Manier 2: Kruislings vermenigvuldigen € 4.200 100% € 230 y Niet in boek p. 122/123

19 NIEUW en OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een procentuele afname van 35% geldt: Bij een procentuele toename van 48% geldt:

20 NIEUW berekenen met OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een procentuele afname van 35% geldt: Bij een procentuele toename van 48% geldt:

21 NIEUW berekenen met OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een procentuele afname van 35% geldt: Bij een procentuele toename van 48% geldt:

22 NIEUW berekenen met OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een procentuele afname van 35% geldt: Bij een procentuele toename van 48% geldt:

23 NIEUW berekenen met OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een procentuele afname van 35% geldt: Bij een procentuele toename van 48% geldt:

24 NIEUW berekenen met OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een procentuele afname van 35% geldt: Bij een procentuele toename van 48% geldt: Dit getal noemen we de groeifactor g Dit getal heet: groeifactor g Niet in boek

25 NIEUW, OUD en groeifactor g
3 mavo Niet in boek

26 NIEUW, OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een toename van bijvoorbeeld 33% geldt: Niet in boek p. 124/125

27 NIEUW, OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een toename van bijvoorbeeld 33% geldt: Bij een afname van bijvoorbeeld 33% geldt: Niet in boek p. 124/125

28 NIEUW, OUD en groeifactor g
3 mavo Bij een toename van bijvoorbeeld 33% geldt: Bij een afname van bijvoorbeeld 33% geldt: Bij een toename is g > 1 Niet in boek p. 124/125

29 NIEUW, OUD en groeifactor g
Bij een toename van bijvoorbeeld 33% geldt: Bij een afname van bijvoorbeeld 33% geldt: Bij een toename is g > 1 Bij een afname is 0 < g < 1 Niet in boek p. 124/125

30 Rekenen met procenten 12 van de 100 vakjes zijn paars Ofwel
3 mavo 12 van de 100 vakjes zijn paars Ofwel 12 procent van de vakjes zijn paars 10 van de 25 vakjes zijn rood Hoeveel procent is dat?

31 Rekenen met procenten 12 van de 100 vakjes zijn paars Ofwel
3 mavo 12 van de 100 vakjes zijn paars Ofwel 12 procent van de vakjes zijn paars 10 van de 25 vakjes zijn rood Hoeveel procent is dat?

32 Rekenen met procenten In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is
3 mavo In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is 1 leerling is 15 leerlingen is

33 Rekenen met procenten In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is
3 mavo In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is 1 leerling is 15 leerlingen is

34 Rekenen met procenten In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is
3 mavo In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is 1 leerling is 15 leerlingen is

35 Rekenen met procenten In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is
3 mavo In M3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is 1 leerling is 15 leerlingen is

36 Rekenen met procenten In H2b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is
3 mavo In H2b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is 1 leerling is 15 leerlingen is Als niets anders vermeld wordt, moet je procenten afronden op 1 decimaal! Hoofdstuk 1 Procenten

37 Je kunt hiervoor dus ook kruislings vermenigvuldigen gebruiken!!!
Rekenen met procenten 2havo In m3b zitten 23 leerlingen 23 leerlingen is 1 leerling is 15 leerlingen is Je kunt hiervoor dus ook kruislings vermenigvuldigen gebruiken!!!

38 Samenvatting Procentuele toe- en afname
3 mavo Bij een afname geldt: Bij een toename geldt:


Download ppt "3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken.."

Verwante presentaties


Ads door Google