De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

4.1 DE WERKNEMER.

Verwante presentaties


Presentatie over: "4.1 DE WERKNEMER."— Transcript van de presentatie:

1 4.1 DE WERKNEMER

2 ARBEIDSOVEREENKOMST Afspraken tussen werkgever en werknemer over het loon, het aantal vakantiedagen, werktijden en reiskostenvergoedingen. De werknemer verplicht zich om arbeid te verrichten, de werkgever verplicht zich loon uit te betalen. collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) Afspraken over arbeidsvoorwaarden, tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties; meestal per bedrijfstak.

3 AFSPRAKEN Primaire arbeidsvoorwaarden Afspraken over je salaris, vakantie en werktijden. Secundaire arbeidsvoorwaarden Overige arbeidsvoorwaarden, zoals afspraken over scholing of ouderschapsverlof.

4 AFSPRAKEN opzegtermijn Periode tussen het moment van ontslag en het moment dat je kunt stoppen met werken. proeftijd Periode van twee maanden waarin de werkgever en de werknemer de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang kunnen verbreken. bepaalde tijd Een tijdelijke arbeidsovereenkomst. onbepaalde tijd Een arbeidsovereenkomst waarbij geen einddatum is afgesproken.

5 ONTSLAG de werkgever kan de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang verbreken bij: diefstal geweld ongewenste intimiteiten gebruik van alcohol of drugs tijdens het werk

6 WETTEN Wet Minimumloon Je loon mag niet lager zijn dan het bedrag dat in de wet staat. Arbowet/Arbeidsomstandighedenwet Hierin staat hoe werkgevers ervoor moeten zorgen dat werknemers veilig en gezond hun werk kunnen doen. Arbeidstijdenwet Wet waarin voorwaarden staan over arbeidstijden, pauzes en vakanties.

7 4.2 AAN HET WERK

8 ARBEIDSMOTIEVEN Redenen om te willen werken. Geld Status Leren Sociale contacten

9 WERK ZONDER BETALING zwart werk Werken zonder belasting af te dragen over je inkomsten. vrijwilligerswerk Onbetaald werk

10 FUNCTIES IN EEN BEDRIJF
Iemand met een leidinggevende functie organiseert het werk, geeft opdrachten aan het personeel en zorgt ervoor dat zij hun werk goed kunnen uitvoeren. Iemand met een uitvoerende functie doet het werk dat een leidinggevende aan hem opdraagt.

11 WERKGELEGENHEID Alle vacatures en bezette arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid (vraag naar arbeid).

12 ARBEIDSMARKT Vraag naar en aanbod van arbeiders.
aanbod van arbeid Alle werkenden en werklozen (beroepsbevolking). vraag naar arbeid Alle vacatures en bezette arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid. beroepsbevolking Alle mensen in Nederland tussen de 15 en 65 jaar die voor minstens twaalf uur per week willen en kunnen werken (het aanbod van arbeid).

13 ARBEIDSMARKT ruime arbeidsmarkt Veel aanbod van arbeiders en weinig vraag naar arbeiders → er is weinig werk, moeilijk om werk te vinden krappe arbeidsmarkt Veel vraag naar arbeiders en weinig aanbod van arbeiders → er is veel werk, makkelijker om werk te vinden

14 ARBEIDSMARKT De situatie op de arbeidsmarkt is erg gevoelig voor veranderingen in de conjunctuur Ontwikkelingen in de vraagzijde van de economie.

15 CONCURRENTIE internationale concurrentiepositie
Het vermogen van bedrijven om beter of goedkoper te produceren dan bedrijven in andere landen. (Denk aan de 6 P's) Als het goedkoper is om in het buitenland te produceren, verdwijnen bedrijven naar het buitenland → werkloosheid

16 OMGAAN MET VERANDERINGEN
omscholen Voor een ander beroep leren. bijscholen Extra scholing om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen in je eigen vakgebied.

17 4.3 SOORTEN WERKLOOSHEID

18 ARBEIDSMARKT beroepsbevolking Alle mensen van vijftien jaar tot de AOW-leeftijd die ten minste twaalf uur per week willen en kunnen werken. Op de arbeidsmarkt komen de vraag naar en het aanbod van arbeiders bij elkaar. Als er meer aanbod is dan vraag, is er werkloosheid.

19 WERKLOOS Als je werkloos bent, schrijf je je in bij het UWV-werkbedrijf. Dat is een overheidsbedrijf waar je je moet inschrijven als je werkzoekende bent. Zij verzorgen ook de werkloosheidsuitkeringen. verborgen werkgelegenheid Werkgelegenheid die niet geregistreerd is, bijvoorbeeld zwart werk of vrijwilligerswerk. verborgen werkloosheid Werkloosheid die niet geregistreerd is. Mensen die wel een baan zoeken, maar niet ingeschreven zijn bij het UWV.

20 UWV Werkbedrijf Dat is een overheidsbedrijf waar je je moet inschrijven als je werkzoekende bent. Zij verzorgen ook de werkloosheidsuitkeringen. Taken en werkzaamheden van het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV Werkbedrijf): arbeidsbemiddeling werkloosheidsregistratie regelen werkloosheidsuitkering verwijzing naar mogelijke werkgevers ondersteuning bij scholing

21 SOORTEN WERKLOOSHEID Conjuncturele werkloosheid Structurele werkloosheid Seizoenwerkloosheid Frictiewerkloosheid

22 SOORTEN WERKLOOSHEID conjuncturele werkloosheid door afname van de vraag naar goederen en diensten (afname bestedingen). structurele werkloosheid door verandering in het productieproces innovatie mechanisering automatisering verplaatsen van de productie (naar lagelonenlanden) er zijn meer mensen opgeleid voor een bepaald beroep dan er nodig zijn

23 TIJDELIJKE WERKLOOSHEID
seizoenwerkloosheid Werkloosheid die ontstaat doordat er geen werkgelegenheid is in een bepaald seizoen. frictiewerkloosheid Werkloosheid die ontstaat doordat vraag en aanbod elkaar niet kunnen vinden op de arbeidsmarkt.

24 REGIONALE WERKLOOSHEID
Werklozen wonen niet waar werk is. De oplossing is verhuizen van werk of van werkzoekenden.

25 WERKLOOSHEID BESTRIJDEN
4.4 WERKLOOSHEID BESTRIJDEN

26 Wet Werk en Bijstand (WWB)
WERKLOOS WW-uitkering WerkloosheidsWet, uitkering die je krijgt als je werkloos wordt. Wet Werk en Bijstand (WWB) Uitkering die je krijgt als je niet in je eigen onderhoud kunt voorzien.

27 1 WERKLOOSHEID VERMINDEREN
De overheid kan allerlei maatregelen nemen om de werkloosheid te verminderen. Werkloosheid kost de samenleving geld.

28 2 WERKLOOSHEID VERMINDEREN
Conjuncturele werkloosheid verminderen het is nodig dat er meer goederen en diensten worden gekocht. De overheid kan belastingen en sociale premies (premies voor sociale verzekeringen) verlagen vertrouwen vergroten waardoor mensen meer gaan kopen zelf meer geld uitgeven

29 3 WERKLOOSHEID VERMINDEREN
Structurele werkloosheid verminderen het moet voor bedrijven aantrekkelijk zijn om zich in Nederland te vestigen De overheid kan zorgen voor goede infrastructuur zorgen voor goede wetgeving arbeidstijdverkorting, bedrijfstijdverlenging, loonmatiging instellen zorgen voor goedgeschoolde werknemers bijscholing Nieuwe dingen leren, want wat je hebt geleerd is verouderd. omscholing Voor een ander beroep leren.

30 4 WERKLOOSHEID VERMINDEREN
Frictiewerkloosheid verminderen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt moeten elkaar snel kunnen vinden De overheid kan zorgen voor goed erkende arbeidsbureaus zorgen voor een flexibele arbeidsmarkt door bedrijfstijdverlenging Een bedrijf blijft langer open. parttime werk Arbeiders die minder werken dan een volledige baan.


Download ppt "4.1 DE WERKNEMER."

Verwante presentaties


Ads door Google