De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

« La crise imprime les contours de la pauvreté » “De crisis tekent het gezicht van de armoede” Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding.

Verwante presentaties


Presentatie over: "« La crise imprime les contours de la pauvreté » “De crisis tekent het gezicht van de armoede” Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding."— Transcript van de presentatie:

1 « La crise imprime les contours de la pauvreté » “De crisis tekent het gezicht van de armoede” Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Secrétaire d’État à l’Intégration Sociale et à la Lutte contre la pauvreté

2 Présentation Annuaire Pauvreté 2016: Presentatie Jaarboek Armoede 2016:. Isabelle Pannecoucke, POS, Ugent. Willy Lahaye, CeRIS, Université de Mons. Ronan Van Rossem, Sociologie, Ugent em. prof. dr. Jan Vranken

3 “een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen” “un réseau d’exclusions sociales couvrant divers domaines de l’existence individuelle et collective. Il sépare les pauvres des modes de vie généralement acceptés de la société. C’est un fossé que ces personnes ne peuvent combler par leurs seuls moyens” 1. Regards multiples sur la pauvreté

4 1)Indicateur des revenus – risque de pauvreté = Revenu équivalent inférieur à 60 % de la valeur médiane nationale  En 2014 : seuil de pauvreté de 1.085 € pour une personne isolée 2.279 € pour un ménage avec deux enfants  15,5%  15,5% de la population belge court un risque de pauvreté monétaire (2014)  Certains groupes sont plus à risque (18%), (20,4%) (16%) Enfants (18%), jeunes (20,4%) et les +65 ans (16%) (25,8%) (43%) Personnes ayant un faible niveau de formation (25,8%) ou sans emploi (43%) (22,4%) (36,4%) Personnes isolées (22,4%) et familles monoparentales (36,4%) (34,7%) Locataires (34,7%) (44,7%) Personnes de nationalité extérieure à l’UE (44,7%)

5 2) Déprivation matérielle = % de la population vivant dans un ménage ne disposant pas d’un certain nombre de biens et services ou qui n’est pas en mesure de participer à des activités considérées comme nécessaires, et ce, pour des raisons financières (9 items)  Déprivation matérielle sévère: pas d’accès à au moins 4 de ces 9 items  5,9%  5,9% de la population belge (2014)  Pour comparaison : 0,7% en Suède, 7,1% en Espagne, 7,3% au Royaume-Uni, 23,9% en Hongrie 1. Regards multiples sur la pauvreté

6 3) Intensité de travail =Rapport entre le nombre de mois durant lesquels les adultes en âge actif ont effectivement travaillé au cours de l’année qui précède celle de l’enquête et le nombre de mois durant lesquels ils auraient pu travailler au cours de cette même année moins d’1/5ème  Dans les ménages à très faible intensité de travail, les personnes actives ont travaillé en moyenne moins d’1/5ème de leur temps 14,6%  De 12,7% de la population belge en 2010 à 14,6% en 2014 1. Regards multiples sur la pauvreté

7 3) Intensité de travail  Objectifs d’emploi: 75% En 2020,75% de la population européenne âgée entre 20 et 64 ans devrait effectuer un travail rémunéré 73,2%  La Belgique souhaite atteindre un taux d’emploi de 73,2% d’ici à 2020 67,3% 69,2%  Réalités en 2014: 67,3% (Belgique) < 69,2% (Europe) 71,9% 61,8% 58,7%  Réalités en 2014: 71,9% (Flandre); 61,8% (Wallonie); 58,7% (Bruxelles) 1. Regards multiples sur la pauvreté

8 4) Indicateur AROPE = « risque de pauvreté ou d’exclusion sociale » = % de personnes qui rencontrent au moins un de ces problèmes: 1.Pauvreté monétaire 2.Vivre dans un ménage souffrant de déprivation matérielle sévère 3.Vivre dans un ménage à faible intensité de travail  21,2%  21,2% de la population belge (2014) 2.364.000 ~= 2.364.000 personnes 1. Regards multiples sur la pauvreté

9 2. Trio de vulnérabilité Trio de vulnérabilité 1. Les enfants 2. Les femmes (le contexte bruxellois) 3. Les personnes en souffrances psychiques

10 2. Trio de vulnérabilité 1. Les enfants 18,8 % des enfants vivent dans un contexte de pauvreté et d’exclusion sociale  Facteurs de discrimination socioéconomique in utero - alimentation inadéquate, infections et inflammations ou pollution de l’air - tabagisme - plus de stress lié à des problèmes économiques, sociaux et psychiques  conditions défavorables à la croissance intra-utérine

11 2. Trio de vulnérabilité 1. Les enfants  Différences significatives qui stigmatisent les enfants à risque de pauvreté dès la naissance -durée de grossesse plus courte; poids plus faible et taille plus petite à la naissance; -retard langagier : o 30 millions de mots en moins entre les bas et les hauts niveaux socioéconomiques vers l’âge de 3 ans ; 40% 15% o retard de langage à 30 mois: 40% VS 15% (en fonction du titre scolaire de la mère) -Pistes : o Dépistage; cibler l’enfant; soutien à la parentalité; prioriser les actions dans les dispositifs d’accueil o Coordonner les acteurs : plateformes locales de concertation

12 2. Trio de vulnérabilité 2. Les femmes (Région de Bruxelles-Capitale)  Cumul: inégalités de genre, ethniques et de classe.  Risque de pauvreté ind. (dépendance) : 36% (Fe) VS 11% (Ho)  Taux d’activité : 58% (Fe) VS 72% (Ho)  Au foyer, étudiantes, en incapacité de travail, invalides.  Travail à temps partiel : 32 % (Fe) VS 12% (Ho)  Sans revenu (sans sécurité sociale): 28% (Fe) VS 20% (Ho)  Service des créances alimentaires (SECAL): 93% (Fe)  Monoparentalité: 87% (Fe) -Responsabilité assignée (femme/mère) -Plus exposée aux discriminations -Précarisation par transition statutaire

13 2. Trio de vulnérabilité 3. Les personnes en souffrances psychiques Vivre en situation de pauvreté est source de stress: EFFETS CERCLE VICIEUX:  santé physique – santé mentale – santé sociale  bien-être moyen plus faible  ruptures de relationnelles  étiquetage et vécus de honte sociale  contraintes de l’activation sociale

14 2. Trio de vulnérabilité 3. Les personnes en souffrances psychiques Interventions innovantes et multidisciplinaires :  travail de proximité : avec des proches ou des bénéficiaires (pairs- aidants, experts de vécu, …)  expériences de santé communautaire : la ‘parenté sociale’ (quartier ou groupe) => renforcement des liens sociaux  mobilisation de la créativité : production théâtre ou émission radiophonique => acquisition de nouvelles compétences psychiques, sociales et créatives

15 3. Participatie onderaan/naast de participatieladder 1. Migranten & arbeidsmarktparticipatie -Arbeidskloof (OECD, cijfers van 2013) -Ethnostratificatie -Werk maar onzeker -Arbeidssector (horeca, administratieve & ondersteunende diensten, kleine zelfstandigen) -Diversiteit binnen dé groep -Naar gewest: vb arbeidskloof (Vl: 22-36%; Bxl: 21-26%; W: 12-32%) -Naar land van herkomst: EU – niet-EU -Naar geslacht Geboren in BelgiëGeboren in het buitenland Werkzaamheidsgraad64%52% Werkloosheidsgraad6%17% Langdurige werkloosheid43%51%

16 3. Participatie onderaan/naast de participatieladder 2. Jongeren Not in Employment, Education or Training (NEET) -Enkele cijfers (15-24 jarigen, 2014)

17 3. Participatie onderaan/naast de participatieladder 2. Jongeren Not in Employment, Education or Training -Cijfers vertellen niet alles -Meer dan alleen maar eigen schuld -Ook factoren in persoonlijke leefomgeving, onderwijs en arbeidsmarkt => ‘een op een’-maatwerk -Verschil tussen NEET en niet-NEET klein => Nood aan preventie én nazorg -Hefbomen -Discours van de individuele verdienste cf rol van het toeval -Belang van het proces en de duur -Vervlechting van levensdomeinen -Actielogica’s binnen de instellingen -Logica van sociale integratie en aansluiting -Logica van zelfstandig worden -Logica van verwerving strategische instrumenten -Logica van subjectivering

18 3. Participatie onderaan/naast de participatieladder 3. Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie -Gekoppeld aan toekenning en behoud leefloon -25 jarigen -Doelen maatschappelijke/professionele integratie -Tewerkstelling, vorming, studie en maatschappelijke oriëntatie -Principe van wederkerigheid -Dynamisch instrument - begeleiding -Ervaring vanuit de praktijk, vanuit de gebruikers -Contractueel ondersteunend kader –begeleidingsinstrument – administratieve belasting -Akkoord met rechten-plichten-verhaal, duidelijkheid – te snel, wederkerigheid -Uitbreiding?

19 3. Participatie onderaan/naast de participatieladder 4. Armoedebeleid & participatie -Enkele sporen van de participatiesamenleving -Vrijwilligers, lokale niveau, activering…. -Belang participatie -Nood aan dialoog en luisterbereidheid inschatten gevolgen voor mensen in armoede

20 4. Armoedebeleid, tussen nieuwe vormen en oude gedachten 1.Armoedebeleid op federaal niveau -Tgn 2020 mensen met armoederisico ↓ 380.000 -Indirecte beleid op de voorgrond -Tav inkomens -↑ minimumbedrag sociale uitkeringen -Indexsprong; sociale correcties ja maar… (127 mlj euro 312 mlj euro) -Tav jobcreatie -Tax shift (werkgeversbedragen, nettoloon werknemers) -Hindernissen op weg naar vinden van werk -Deeltijds werkloosheid, vermindering werkloosheidsuitkering, langdurig werklozen… -Beperkt en voorwaardelijke karakter van inschakelingsuitkering  Weerspiegeling in de leefloonpopulatie Stijging leefloonpopulatie met 12,4% 9,4% in Vlaanderen, 8,6% in Blx, 16,5% in Wallonië 30,7% jongeren

21 4. Armoedebeleid, tussen nieuwe vormen en oude gedachten 1. Armoedebeleid op federaal niveau -Van sociale zekerheid naar sociale bijstand? -Convergentie werkloosheidspijler en bijstand -Via contractualisering van rechten -Activering van rechthebbenden -Directe armoedebeleid opvangen effecten falend indirecte armoedebeleid “Het enige wat voor mensen in armoede overblijft is, de ultieme en veel te lichte reddingsboei van het leefloon” (Vranken ea., 2013).

22 4. Armoedebeleid, tussen nieuwe vormen en oude gedachten 1. Armoedebeleid op federaal niveau -Directe beleid a)Kinderen eerst, lokale overlegplatformen Bevorderen overleg tussen lokale spelers, sensibiliseren en detecteren problemen => Proactieve manier bestrijden kinderarmoede en bevorderen welzijn van kinderen Breed spectrum lokale actoren OCMW, scholen, kinderdagverblijven, armoedeverenigingen en sportverenigingen In 2015: 1 mlj euro Ondersteunen lokale projecten, bijdrage aan lokaal beleid Kennis aanbod en informatie-uitwisseling Bijdrage aan bereikbaarheid aanbod Nood aan meer samenwerking en harmonisering -

23 4. Armoedebeleid, tussen nieuwe vormen en oude gedachten 1. Armoedebeleid op federaal niveau - Directe beleid b) Housing First Belgium  Experiment in 8 Belgische steden  Follow-up van 24 maanden, 350 personen  Omkeren logica aanpak thuis- en dakloosheid  Uitstroom langdurige dakloosheid Gezondheid Toegang tot rechten  Uitdagingen niet gering

24 4. Armoedebeleid, tussen nieuwe vormen en oude gedachten 2. Beleidsontwikkelingen na de staatshervorming(en) a)Hervorming kinderbijslag  Gelijkschakelen rang  Leeftijdstoeslag

25 4. Armoedebeleid, tussen nieuwe vormen en oude gedachten 2. Beleidsontwikkelingen na de staatshervorming(en) a)Hervorming kinderbijslag

26 4. Armoedebeleid, tussen nieuwe vormen en oude gedachten 2. Beleidsontwikkelingen na de staatshervorming(en) b)Onderwijs  Wallonië: Nadruk op kosteloosheid Recht op onderwijs, kansengelijkheid Slaagkansen, schoolpopulatie, identiteit kinderen, … Pact pour un enseignement d'excellence  Vlaanderen: Hervorming van het secundair onderwijs van de 10% armsten zit nauwelijks 1 op 7 in het algemeen vormend onderwijs; bij de 10% rijkste jongeren is dat 5 op 7 Te vroege studie-oriëntering en ongelijke waardering onderwijsvormen Maar vooral rationalisering studie-aanbod voorop Gelijke OnderwijsKansenbeleid Inschrijving, betoelaging, lokale overlegplatforms Effecten niet eenduidig Maar helemaal van de kaart vegen? Een stap te ver


Download ppt "« La crise imprime les contours de la pauvreté » “De crisis tekent het gezicht van de armoede” Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding."

Verwante presentaties


Ads door Google