De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoofdstuk 6 Productie.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoofdstuk 6 Productie."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 6 Productie

2 Produceren Het maken van goederen en leveren van diensten
Productiefactoren Natuur  Grond, grondstoffen en energie Arbeid  Mensen Kapitaal  Machines Ondernemerschap  Investeren

3 Bedrijfskolom Weg van begin(oer)producent tot winkelier
Hoe korter de bedrijfskolom, hoe goedkoper het product. Denk aan internetaankopen.

4 Bedrijfskolom Chocola
Plantage Verwerkingsfabriek Groothandel Detailhandel (winkel) Consument

5 Toegevoegde waarde Verse peterselie € 0,20 per kg
Toegevoegde waarde: € 4,30 Toegevoegde waarde € 18,50 Verse peterselie € 0,20 per kg Gedroogde peterselie € 4,50 per kg In een potje € 23 per kg

6 Winst berekenen Omzet (afzet x verkoopprijs)
inkoopwaarde - (afzet x inkoopprijs) brutowinst bedrijfskosten – nettowinst Bedragen altijd exclusief BTW

7 Oefening Bedrijf A produceert in sneakers. Een paar sneakers kost €45,- inclusief 21% btw. De inkoopprijs is €23. De afzet in 2015 is De bedrijfskosten bedragen € 5500 per maand. Bereken de nettowinst per jaar.

8 uITWERKING Omzet = * 45 Inkoopwaarde = * 23 Brutowinst = Bedrijfskosten = *12 Nettowinst =

9 Berekening exclusief BTW
Prijs incl. BTW = €212 (BTW= €12). Dus prijs excl. BTW = € 212- € 12= € 200 Prijs incl. BTW = €45,- (BTW 21%) Berekening prijs excl = % BTW = % + prijs incl = % = € 45,- Prijs excl = € 45:121x100= €37,19 De consumentenprijs is altijd incl BTW

10 oEFENING Afzet = pc’s Verkoopprijs = 350 euro Inkoopprijs = 200 euro Bedrijfskosten = euro Bereken de nettowinst. O: 20000*350= I: *200= Brutowinst= Bedrijfskosten= Nettowinst=

11 Afzet/omzet Afzet  verkochte hoeveelheid
Omzet  afzet x verkoopprijs. De omzet is altijd een geldbedrag Als de verkoopprijs stijgt, stijgt de omzet dan ook? Als de verkoopprijs daalt, daalt dan de omzet?

12 Bedrijfskosten Vaste kosten:
Totaal blijft hetzelfde ongeacht de productie Bijvoorbeeld: huisvesting ,huur, afschrijvingskosten Variabele kosten: Hoe hoger de productie hoe hoger het totaal wordt Bijvoorbeeld:, loon, energie verp.kosten

13 Afschrijving Is geld reserveren voor nieuwe kapitaalgoederen
Technische levensduur: hoelang kan iets mee? Economische levensduur: hoe lang is het economisch slim om te gebruiken? Bijv. je PC kan 10 jaar (technische levensduur) mee, maar je vervangt hem na 6 jaar( economische levensduur) voor een snellere/betere. Bij afschrijving altijd de economische levensduur + de toekomstige prijs gebruiken

14 Afschrijving berekenen
(Toekomstige) aanschafwaarde Rest(inruil)waarde - Totale afschrijving Totale afschrijving : (economische) levensduur= afschrijving per jaar

15 Oefening Bedrijf X koopt een machine voor € Deze mast moet na 12 jaar vervangen worden. De restwaarde zal dan € zijn. Een nieuwe machine kost tegen die tijd € Bereken het bedrag van de jaarlijkse afschrijving.

16 Oefening Toekomstige) aanschafwaarde €88.000
Rest(inruil)waarde - € Totale afschrijving €78.000 €78000/12= €6.500

17 MARKTAANDEEL Marktaandeel: het deel van de markt wat een bedrijf bezit. Als Nike-sneakers een marktaandeel van 10% heeft  10% van alle verkochte sneakers is dan van het merk Nike deel / geheel x 100 (HOOFDSTUK 1!!!) Berekenen kan op twee manieren: 1: afzet van het bedrijf (deel) / totale afzet (geheel) x 100 2: omzet van het bedrijf (deel) / totale omzet (geheel) x 100

18 Marktaandeel vergroten
Om een groter deel van de markt in bezit te krijgen kun je gebruik maken van de marketingmix (Hoofdstuk 1) 6P’s Prijs Product Plaats Promotie Personeel Presentatie

19 Berekenen marktaandeel (1)
Afzet Nike paar tennisschoenen Totale afzet tennisschoenen per jaar Bereken het marktaandeel van Nike Marktaandeel Nike= / x100%= 23,1%

20 Berekenen marktaandeel (2)
In 2015 werden er auto’s verkocht. Het marktaandeel van BMW bedraagt 16% Hoeveel BMW’s worden in er 2015 verkocht? 16% van = BMW’s

21 Arbeidsproductiviteit
Hoeveel kan 1 persoon in een bepaalde tijd (uur, week, maand enz) produceren. Verhogen arbeidsproductiviteit 1. arbeidsverdeling (specialisatie) 2. automatisering 3. her/bijscholiong 4. betere werkomstandigheden Berekening: totale productie:aantal werknemers

22 Gevolgen automatisering
Snellere en goedkopere productie Toename werkloosheid; mensen worden vervangen door machines Ook nieuwe werkgelegenheid(reparateurs van machines, ontwerpers computerprogramma’s)

23 Maatschappelijke kosten
Kosten betaalt door de maatschappij via belasting bijv. om milieu te reinigen. De vervuiler betaalt. Hierdoor dalen de maatschappelijke kosten en stijgen de kosten voor het bedrijf. Gevolg kan zijn duurdere producten

24 De sectoren Primair (landbouw) vaak heel belangrijk in armere landen
Secundair industrie(fabrieken) Tertiair diensten dus geen producten met als doel winst(banken,toerisme). Belangrijk voor landen als Turkije(toerisme!). Particuliere bedrijven Kwartair diensten dus geen producten. Winst mag, maar moet niet. Meestal de overheid(ministeries, UWV, onderwijs)


Download ppt "Hoofdstuk 6 Productie."

Verwante presentaties


Ads door Google