De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies

Verwante presentaties


Presentatie over: "Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies"— Transcript van de presentatie:

1 Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
 bestuderen tb 32 tm 55 maken 2.26 tm 2.30 (wb tm 100)

2 Waarom winst maken? Inkomen voor de eigenaar
Continuïteit: winst is nodig om de onderneming te kunnen laten voortbestaan. Reserveren: winst opzij zetten is raadzaam om tegenslagen op te vangen. Investeren: als de vraag naar producten stijgt of kapitaalgoederen vernieuwd moeten worden Financieren: een bank is alleen bereid om aan een onderneming geld uit te lenen indien zij zeker kan zijn van terugbetaling Omzet = afzet (aantal) x verkoopprijs LET OP: omzet is altijd exclusief btw! Bedrijfskosten = inkoopkosten + verkoopkosten + algemene kosten. Een andere naam voor de laatste twee = “overheadkosten”

3 Winst of verlies? Winst: TO > TK ofwel er is winst indien de totale opbrengsten groter zijn dan de totale kosten. Verlies: TO < TK ofwel er is verlies indien de totale opbrengsten lager zijn dan de totale kosten. Kostendekking: TO = TK ofwel er is sprake van kostendekking indien er geen verlies meer is, maar nog net geen winst wordt gemaakt. Totale Opbrengsten is veelal gelijk aan Totale Omzet = afzet (aantal) x verkoopprijs LET OP: omzet is altijd exclusief btw! Bedrijfskosten = inkoopkosten + verkoopkosten + algemene kosten. Een andere naam voor de laatste twee = “overheadkosten”

4 Schema winstberekening
O omzet (p x q) exclusief btw – I inkoopwaarde omzet exclusief btw BW brutowinst (toegevoegde waarde) – BK overige bedrijfskosten NW nettowinst nettowinst over een periode = brutowinst over dezelfde periode – de kosten over die periode. let op: winstberekeningen altijd exclusief btw! Omzet = afzet (aantal) x verkoopprijs LET OP: omzet is altijd exclusief btw! Bedrijfskosten = inkoopkosten + verkoopkosten + algemene kosten. Een andere naam voor de laatste twee = “overheadkosten”

5 Brutowinstopslagpercentage
BW I x 100% De brutowinst is nodig om de overige bedrijfskosten te dekken en bovendien ook winst te maken. De brutowinst wordt met de gegeven formule uitgedrukt als percentage van de inkoopwaarde. Op die manier is de verkoopprijs snel te bepalen namelijk: inkoopwaarde + brutowinst ofwel de inkoopwaarde verhoogd met een percentage van de inkoopwaarde… Omzet = afzet (aantal) x verkoopprijs LET OP: omzet is altijd exclusief btw! Bedrijfskosten = inkoopkosten + verkoopkosten + algemene kosten. Een andere naam voor de laatste twee = “overheadkosten”

6 Verkoopprijs berekenen brutowinstopslagmethode
De brutowinstopslag dient voor het dekken van kosten en het behalen van winst. (= grove methode!) LET OP bw-opslag als % van de inkoopprijs ex.btw (=100%, dus verkoopprijs is % boven de 100) vb % brutowinstopslag dat wil zeggen inkoopprijs x 1,35 = verkoopprijs Goed lezen wat er van de brutowinsopslag gegeven wordt. Waarvan wordt deze afgeleid!

7 Van inkoopprijs naar winkelprijs
I inkoopprijs (exclusief btw) +BW plus brutowinstopslag p verkoopprijs (exclusief btw) +btw omzetbelasting erbij winkel- of consumentenprijs (incl. btw) vb Gareth Edwards verkoopt rugbyschoenen die hij inkoopt voor een prijs van € 75 per paar (excl. btw). Hij hanteert een brutowinstoplsagpercentage van 87% om uit de kosten te komen en nog wat over te houden. Voor welk bedrag zal een paar rugbyschoenen te koop zijn in de winkel? 75 x 1,85 = € 138,75 (verkoopprijs exclusief) 138,75 x 1,19 = € 165,11 (winkelprijs ofwel verkoopprijs inclusief)

8 Kleine herhaling omzetbelasting

9 Omzetbelasting Toegevoegde waarde
Belasting over de toegevoegde waarde. Drie btw-tarieven: 19% (gewoon: luxe) - 6% (verlaagd: primair) - 0% (vrijgesteld: noodzakelijk als onderwijs en ziekenzorg) Toegevoegde waarde LET OP: BTW-sommetjes zijn niet moeilijk. Het is een kwestie van goed lezen wat er gegeven en wat er gevraagd wordt! De waarde die een bedrijf toevoegt aan een al bestaande waarde…. (dus verkoopwaarde min inkoopwaarde)

10 Af te dragen btw... Over verkopen dient de ondernemer btw in rekening te brengen. Over inkopen kan de ondernemer btw verrekenen. De ondernemer dient dus af te dragen: in rekening gebracht min te verrekenen! Wanneer de ondernemer een product verkoopt voor € 119 inclusief btw en dat product heeft ingekocht voor € 59,50 inclusief btw, dan dient de ondernemer af te dragen € 9,50! Want in verkopen € 19,00 btw in rekening gebracht en bij inkopen € 9,50 btw te verrekenen dus btw af te dragen € 9,50

11 BTW formules BTW er bij  x 1,19 BTW er uit  : 1,19
De verkoopprijs is eigenlijk de prijs waarvoor de ondernemer verkoopt en dus exclusief btw. De verkoopprijs inclusief btw heeft doorgaans andere benamingen zoals: factuurbedrag, consumentenprijs of winkelprijs. Let goed op wat er gevraagd wordt! Valkuil: bij winstberekeningen altijd uitgaan van bedragen exclusief btw. Waarom? Omdat de btw door de ondernemer afgedragen moet worden en dus nooit deel uit kan maken van zijn winst.

12 Nog vragen? Dan aan de slag!


Download ppt "Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies"

Verwante presentaties


Ads door Google