De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Moderniteit en tolerantie. Overzicht ‘Moderniteit en tolerantie’ A.Historische benadering van levensbeschouwelijke diversiteit en tolerantie I.Golven.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Moderniteit en tolerantie. Overzicht ‘Moderniteit en tolerantie’ A.Historische benadering van levensbeschouwelijke diversiteit en tolerantie I.Golven."— Transcript van de presentatie:

1 Moderniteit en tolerantie

2 Overzicht ‘Moderniteit en tolerantie’ A.Historische benadering van levensbeschouwelijke diversiteit en tolerantie I.Golven van pluralisme en tolerantie II.Uitgebreide studie: Thomas More B.Systematische benadering van levensbeschouwelijke diversiteit en tolerantie I.Een religieus perspectief II.Maatschappelijke perspectieven C.Toepassingen I.Uitgebreide inleiding: een standpunt II.Religieuze symbolen in de publieke ruimte: het ‘hoofddoekenverbod’ III.Religie en humor

3 Inleiding actief pluralisme: het actief bevorderen van de zichtbaarheid van levensbeschouwingen in het maatschappelijke veld ( passief pluralisme) populair begrip concrete uitwerking en moeilijkheden

4 A. Historische benadering I.Golven van pluralisme en tolerantie II.Thomas More en het doodgeknepen kind van moderniteit en tolerantie

5 I. Golven van pluralisme en tolerantie Levensbeschouwelijke diversiteit in West-Europa –intern: Oudheid –aan de grenzen (islam) –16 de eeuw: Reformatie: christelijke verdeeldheid 1.1De ‘eerste geboorte’ van de moderniteit Humanisme van de 16 de eeuw –op zoek naar de bronnen van het menselijke kennen (antieke talen en teksten) –discussie op basis van reden en juiste bronnen

6 Desiderius Erasmus (1469-1536) –Lof der Zotheid : spot met allerlei mistoestanden in kerk en samenleving  pleidooi voor eerlijkheid en nederigheid –Collegium trilingue (Leuven): studie van Latijn, Grieks en Hebreeuws  debat op basis van kennis en inzicht i.p.v. macht en geweld Thomas More (1478-1535) –ideale samenleving (Utopia): ieder mag de godsdienst van zijn/haar keuze belijden Nicolaes Cleynaerts (1493-1542) –studie van het Arabisch –reis naar Spanje, Portugal en Marokko

7 een doodgeboren kind? (G. Vanheeswijck) –dialoog en tolerantie hebben het niet gehaald –confessionalisering: katholicisme (Concilie van Trente) en verschillende protestantse confessies lijnen eigen identiteit duidelijk af ten op zichte van andere confessies –theologische disputen verworden tot reëel geweld, vervolging en oorlog

8 1.2‘Cuius regio, illius et religio’ Religieus geïnspireerd geweld –Schmalkaldische oorlog (1546-1547 (Vrede van Augsburg)) –Tachtigjarige oorlog (1568-1648) –Dertigjarige oorlog (1618-1648) 1648: Vrede van Westfalen –“cuius regio, illius et religio” –rijksvorst bepaalt religie –verschillende religieuze gebieden die relatief vreedzaam naast elkaar leven  onderschikking van het religieuze aan het politieke gezag

9

10 Ons’ Lieve Heer op Solder, 17 de eeuwse katholieke schuilkerk in een woonhuis in Amsterdam

11 Tweede, wetenschappelijke, fase van de moderniteit –F. Bacon, Novum Organum (1620) ervaring en experiment  succes van deze nieuwe wetenschap  verminderde aandacht voor niet-empirische levensbeschouwelijke kwesties G. Vanheeswijck: aandacht verschuift van ‘laatste’ naar ‘voorlaatste vragen’ –R. Descartes methodische twijfel

12 1.3Individuele godsdienstvrijheid: een mensenrecht geleidelijke toekenning van godsdienstvrijheid aan individuele personen –Bill of Rights (1789) –Liberale filosofie –Franse Revolutie: Déclarations des droits de l’homme –1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens “Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.” (UVRM, art. 18)

13 II. Thomas More en het doodgeknepen kind van moderniteit en tolerantie 2.1Inleiding G. Vanheeswijck: de eerste fase van de moderniteit baarde een doodgeboren kind evolutie van eerste moderniteit geïncarneerd in Thomas More: van inspirator voor tolerantie over ketterjager tot martelaar van het katholieke geloof

14 2.2Utopia, het boek 1516 Twee delen 1. dialoog tussen Hythlodaeus en More (en Gillis): waarom treedt Hythlodaeus niet toe tot de Geheime Raad van de koning? 2. monoloog van Hythlodaeus: lovende redevoering op het maatschappelijke leven in Utopia Zowel christelijke als antieke invloeden

15 2.3Religieuze tolerantie Religieus pluralisme en tolerantie “ [Koning Utopus] heeft derhalve dit in de eerste plaats uitdrukkelijk vastgesteld: Ieder mag die godsdienstige overtuiging volgen die hij verkiest. Echter mag hij om ook de anderen tot de zijne te bekeren, slechts in zover een poging aanwenden, dat hij zijn overtuiging rustig en bescheiden met redelijke gronden toelicht, en niet die van de ander met grievende bewoordingen afbreekt. Kan hij hen niet overtuigen door vriendelijke toespraak, dan mag hij volstrekt geen geweld gebruiken en moet zich ook van scheldwoorden onthouden.” Belang van het geloof in de onsterfelijke ziel en beloning/straf in het hiernamaals “[Koning Utopus] heeft het aan iedereen vrijgelaten wat hij meende te moeten geloven. Alleen dit heeft hij plechtig en ten strengste afgekeurd, namelijk als zou de waardigheid der menselijke ziel tegelijk met het lichaam te gronde gaan of dat ’s werelds loop louter door het toeval wordt geregeerd met uitschakeling van de voorzienigheid. En daarom geloven de Utopiërs, dat na dit leven straffen voor de zonden zijn bepaald en beloningen voor de deugd zijn vastgesteld. Wie daar anders over denkt, die behoort volgens hen zelfs niet tot de mensen te worden gerekend.”

16 2.4Een vooruitgrijpen op een samenleving die zich aandient? Kritiek op de zogenaamde ‘christelijke’ maatschappij-ordening (enorme kloof tussen arm en rijk) en voorstel tot herijking van de maatschappij met collectivistische en democratische structuren Vele voorstellen van de Utopia zijn gaan behoren tot het politieke discours en tot de verworvenheden van de ‘moderne’ maatschappij –Vermindering van de arbeidstijd, algemene leerplicht en gratis onderwijs, gezondheidszorg voor iedereen –Democratische bestuursvorm, religieuze verdraagzaamheid en andere vrijheden –Euthanasie –Strikte huwelijks- en gezinsethiek –Praktische verwezenlijkingen, zoals crèches en volkshogescholen Bepaalde facetten van de utopische maatschappij kunnen naar ‘moderne’ normen niet moreel hoogstaand worden genoemd –I nzetten van slavernij en dwangarbeid –Toepassing van de doodstraf –Aspecten van de buitenlandse politiek en het defensiebeleid

17 2.5Ketterjager in ‘s konings dienst Lid van de Geheime Raad van Henry VIII (1517) –Verweerschriften tegen de lutheranen, o.a. Verdediging van de Zeven Sacramenten (1521) Kanselier van het hertogdom Lancaster (1525) –Jacht op ketterse boeken en Bijbels –Polemische werken tegen de protestanten, o.a. Dialogue concerning Heresies (1528-29) Lord kanselier van Engeland (1529) –Polemische werken tegen de protestanten, zoals Supplication of Souls (1529), Confutation of Tyndale’s Answer (1532), Letter to Frith (1532) –Jacht op ketterse boeken –Opsporing, arrestatie en ondervraging en soms ter dood veroordeling van verschillende ketters

18 Auteur van de Utopia én ketterjager? –Utopia: deugdzaam leven leidt tot goddelijke beloning  cruciale idee voor de stabiliteit van de gemeenschap Luther en de reformatoren: verlossing o.w.v. genade, niet o.w.v. goede werken cf. chaos persoonlijke en sociale chaos in de Duitstalige gebieden –‘Ketterse’ steun voor de oplossing van de Great Matter More treedt af als lord kanselier (1532, Submission of the Clergy to the Royal Supremacy) –verdedigt zijn ketterpolitiek in verschillende geschriften

19 2.6Martelaar voor het katholiek gevormde geweten Act of Succession (1534) –More weigert Oath of Succession ontbinding eerste huwelijk Henry VIII negatie van de suprematie van paus Gevangenschap (Tower of Londen) –Tower Works, o.a. Dialogue of Comfort Act of Supremacy –More weigert Oath of Supremacy Onthoofd (1535)

20 Besluit Middeleeuwen: samenleving als organisch geheel, met christendom als overkoepelend zingevingssysteem Moderniteit: onderschikking van religieuze domein Vandaag: politiek en levensbeschouwing twee onderscheiden domeinen  iemands maatschappelijke positie wordt niet bepaald door diens levensbeschouwing  religieuze visies over levensbeschouwelijke diversiteit hebben geen directe impact op maatschappelijke visies over levensbeschouwelijke diversiteit

21 B. Levensbeschouwelijke diversiteit en tolerantie vandaag. Een systematische benadering I.Een religieus perspectief 1.1Exclusivisme 1.2Inclusivisme 1.3Pluralisme IntermezzoReligieus geloof en maatschappelijke tolerantie II.Een maatschappelijke perspectief 2.1Passief pluralisme 2.2Actief pluralisme

22 I. Christelijk-theologisch perspectieven op levensbeschouwelijke diversiteit 1.1Exclusivisme Enkel christenen kunnen worden gered - “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.” (Joh 14,6) - “Buiten de kerk geen heil” Enkel het christendom heeft een goddelijke oorsprong  missionering en bekering Kritiek –meerderheid mensen is ‘verdoemd’ –wie nog nooit van Christus gehoord heeft? –liefdevolle God?

23 1.2Inclusivisme Enkel Christus redt Ook niet-christenen kunnen gered worden, door Christus Andere religies hebben waarde in zoverre er sporen van christelijke waarheid in kan worden teruggevonden (“anonieme christenen”) Katholieke kerk (Vaticanum II) Kritiek –andere religies beoordeeld naar christelijke maatstaven, geen respect voor eigenheid

24 1.3Pluralisme Alle religies bevatten een, door mensen beperkte, voorstelling van het goddelijk heil  belang van interreligieuze dialoog om elkaars inzichten aan te vullen Religies als verschillende wegen naar dezelfde bergtop Kritiek –verschillende religies zijn fundamenteel verschillend (bv. andere invullingen van ‘heil’) –ervaringen uit de ene traditie kunnen niet zomaar ‘vertaald’ worden naar ervaringen uit de andere traditie (historisch- culturele uitdrukking bepaalt mee de ervaring)

25 Religieus geloof en maatschappelijke tolerantie 1. Mgr. Dondeyne en Vaticanum II over godsdienstvrijheid Visie van de kerk op godsdienstvrijheid voor Vaticanum II - wanneer katholieken in de meerderheid zijn, moet de staat het katholicisme aanhangen; minderheden moeten niet beschermd worden in hun geloof - wanneer katholieken in de minderheid zijn, dan dient hun godsdienstvrijheid beschermd te worden Mgr. Dondeyne (1901-1985) –dialoog tussen geloof en cultuur –brede vorming van studenten –reeds vanaf 1948 verschillende bijdragen over tolerantie en vrijheid –1960: advies bij voorbereidingen Vaticanum II over godsdienstvrijheid burgerlijke tolerantie: staat verleent godsdienstvrijheid aan alle burgers  geen theologische betekenis ( relativisme) opgave tot dialoog

26 Dignitatis Humanae (1965) –“Verklaring over de godsdienstvrijheid – Over het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden” –Recht op godsdienstvrijheid (> waardigheid menselijke persoon) “Alle mensen [moeten] vrij zijn van dwang, zowel van de kant van individuen als van sociale groepen en van welke menselijke macht ook, en wel zo, dat niemand inzake godsdienst gedwongen wordt om te handelen tegen zijn geweten of verhinderd wordt om, binnen de juiste grenzen, te handelen volgens zijn geweten, hetzij privé of publiek, hetzij individueel of samen met anderen.” –Plicht te zoeken naar waarheid “Op grond van hun waardigheid hebben alle mensen, als zijnde personen, d.w.z. begaafd met verstand en vrije wil en daarom dragers van persoonlijke verantwoordelijkheid, de natuurlijke drang en de zedelijke verplichting, de waarheid te zoeken, vooral met betrekking tot de godsdienst. Zij zijn ook verplicht, de waarheid, eenmaal gekend, te aanvaarden en heel hun leven in te richten volgens de eisen van de waarheid.”

27 2. Leidt godsdienst tot onverdraagzaamheid? (D. Hutsebaut) post-kritische geloofsschaal – geloof vs. ongeloof –letterlijk vs. symbolisch intolerantie hangt samen met letterlijk/symbolisch –wie letterlijk gelooft neigt meer naar intolerantie –zowel bij geloof als bij ongeloof

28 II. Maatschappelijke perspectieven op levensbeschouwelijke diversiteit 2.1Passief pluralisme vrijheid van geweten en godsdienst voorkomen dat personen verhinderd worden in hun godsdienstvrijheid neutraliteit van de staat conflicten in de publieke sfeer vermijden –over ‘laatste vragen’ (Vanheeswijck) is geen consensus mogelijk –over praktische normen is er grote consensus

29 kritiek –geen neutraliteit: normatief pluralisme –religieuze betrokkenheid kan niet beperkt worden tot de privésfeer leidt tot uitholling van religie sommigen gelovigen gaan de publieke ruimte mijden –leidt tot onverschilligheid, wat opnieuw tot conflict kan leiden

30 2.2Actief pluralisme Vrijheid van geweten en godsdienst Levensbeschouwing speelt een positieve maatschappelijke rol  aanwezigheid van levensbeschouwing op het publieke forum actief bevorderen Beter samenleven door elkaar beter te begrijpen Kritiek –kan tot meer conflicten leiden –iemand die in een andere traditie verworteld is, kan je nooit volledig begrijpen

31

32 C. Toepassingen Religie en de publieke ruimte I. Inleiding: een standpunt II. Religieuze symbolen in de publieke ruimte: het ‘hoofddoekenverbod’ III. Religie en vrije meningsuiting 3.1Religie en reclame 3.2Religie en humor

33 I. Inleiding: een standpunt Religie in de publieke ruimte (M. Moyaert) Eigen aard van religieuze commitments –religie//spreken van een taal –betrokkenheid op wat van ultiem belang is (geen traditie zonder geloof) –concrete religieuze elementen zijn constitutief voor betekenis van het transcendente (geen geloof zonder traditie) –overtuiging vraagt om getuigenis Kwetsbaarheid van religieuze commitments –religie kan niet beperkt worden tot de privésfeer  mogelijkheid van gewetensconflict wanneer men religieus commitment moet ‘achterlaten’ in de publieke sfeer (‘algemeen belang’ vs. ‘ultiem belang’) De Amerikaanse traditie van godsdienstvrijheid –alle burgers, ongeacht hun religieuze commitments, moeten het publieke domein op gelijke basis kunnen betreden –accommodatie: dispensatie van wetten mogelijk omwille van gewetensconflicten

34 Pervertering van religieuze commitments? –traditie van accommodatie stelt het geweten van de persoon zelf centraal, i.p.v. dat waar de persoon op betrokken is (het ultieme belang) –gelovigen willen niet zozeer erkenning van hun eigen gevoeligheid, wel van de waarde van datgene waarop ze betrokken zijn  in naam van neutraliteit wordt inhoudelijke discussie drooggelegd – strijd om erkenning kan leiden tot juridisering en opbod zonder einde Een christelijk religieus perspectief –er bestaan niet voor alle problemen oplossingen (‘onverlostheid’)  religieuze mensen moeten hun heil niet van politiek alleen verwachten –christenen erkennen dat ze Gods hulp nodig hebben om moeilijkheden te overwinnen –erkenning is niet iets dat kan worden afgedwongen, maar een geschenk dat wordt ontvangen –‘Messiaans banket’

35 II. Religieuze symbolen in de publieke ruimte: het ‘hoofddoekenverbod’

36 HoofddoekenverbodGeen hoofddoekenverbod Scheiding religie en staat Geen religieuze uitdrukkingen in de publieke ruimte Staat mag geen invloed uitoefenen op de religieuze beleving Neutraliteit van de overheid In dienst van de overheid = neutraal zijn Uitoefening van de functie moet op een neutrale manier gebeuren IntegratieHoofddoek maakt onderscheid tussen (groepen) mensen Verbod sluit (groepen) mensen uit Leren omgaan met verschillen in de samenleving TolerantieHoofddoek is teken van niet- Verlichte, intolerante islam In een samenleving moet men de gehectheden van anderen verdragen Emancipatie van vrouwen Hoofddoek plaatst vrouwen in een minderwaardige positie Al dan niet hoofddoek moet vrije keuze van vrouwen zijn door hoofddoek kunnen moslima’s RegelgevingHoofddoek behandelen als elk ander hoofddeksel Hoofddoek als een uiting van levensbeschouwing

37 III. Religie en vrije meningsuiting 3.1Religie en reclame redenen om religie in reclame te betrekken –van alle tijden –opvallen –in een postmoderne samenleving worden symbolen makkelijker uit hun context gehaald manieren om religie in reclame te betrekken –humor: religieuze symbolen in een verrassende context –kracht van religieuze symbolen koppelen aan een product –inhaken op feesten en tradities

38

39

40

41 Publiciteit of provocatie? –verontwaardiging bij bepaalde campagnes grens tussen humor en spot? trivialisering van belangrijke symbolen –reclamemakers bewust provocatie opzoeken o.w.v. extra media-aandacht niet vertrouwd met de precieze betekenis van symbole n –verontwaardiging mag uitgedrukt worden actief pluralisme: belangrijk uit te drukken waarom men verontwaardigd is (betekenis symbolen uitdrukken) godsdienstvrijheid beschermt personen, geen symbolen een pluriforme samenleving vraagt zowel tolerantie als respect (ethisch oogpunt)

42 3.2Religie en humor - Humor afkomstig van gelovigen over hun eigen religie  zelden als problematisch ervaren - Humor over religie afkomstig van ‘externen’  spot?  grenzen? Geen nieuw fenomeen van een geseculariseerde samenleving Alexamenos aanbidt zijn god, Rome, 3 de eeuw?

43 uit ‘Les Corbeaux’

44 Verschillende onderwerpen –institutionele aspect –Godsbegrip –religieuze regels –gelovigen Een moeilijk verbond –belang van context –mediatisering  in andere context –individuele verschillen Recht en ethiek –wat toegelaten is, is daarom nog niet gepast

45 filmpje


Download ppt "Moderniteit en tolerantie. Overzicht ‘Moderniteit en tolerantie’ A.Historische benadering van levensbeschouwelijke diversiteit en tolerantie I.Golven."

Verwante presentaties


Ads door Google